
 
        
         
		De  rivier  van  Sambas  schijnt  aan  hare  monding,  die  op  1°  12/  
 24"  N.  B.  en  109°  1 '  30"  0. L.  van  Greenwich  gelegen  is  ,  eene  
 der  grootste  van  geheel  Borneo  te  z ijn ;  en  hoewel  ook  zij,  even  
 als  al  de  mondingen  der  Kapoeas,  door  een  groote  modderbank,  
 Rakit-tiram  geheeten,  eenigermate  gesloten  wordt,  Ievert  dit  voor  
 de  scheepvaart  weinig  hindernis  o p ,  daar  bij  hoogen  waterstand  
 schepen  van  16  en  18  voeten  diepgang  die  geinakkelijk  kunnen  
 overzeilen  ,  en  verder  niet  slechts  de  groote  maar  ook  de  kleine  
 rivier  een  eind  ver  kunnen  opvaren  2).  Dit  is  te  meer  van  belang,  
 daar  de  lioofdnegerie  des  rijk s ,  mede  Sambas  geheeten,  aan  de  
 kleine  rivier  gelegen  i s ,  ter  plaatse,  waar  door  de  zamenvloeijing  
 harer  twee  bovenarmen  een  schier-eiland  gevormd  wordt.  Zulk  
 eene  plaats  der  vereeniging  van  twee  stroomen  werd  door  de  bewo-  
 ners  van  Borneo  bij  voorkeur  tot  het  stichten  hunner  kampongs  
 uitgekozen.  De  aanleg  van  Sambas  heeft,  vooral  door  deze  omstan-  
 digheid,  maar  ook  nog  in  andere  bijzonderheden  veel  overeenkomst  
 met  dien  van  Pontianak.  Ook  hier  staat  de  missighit  of  Moham-  
 medaansche  tempel,  een  vrij  aanzienlijk,  ofschoon  slechts  van  hout  
 vervaardigd  gebouw,  op  de  uiterste  punt  van  het  genoemde  schier-  
 eiland ,  terwijl  zieh  daarachter  de  in  1832  vernieuwde  dalem  (pa-  
 leis)  van  den  Sultan  van  Sambas  verheft.  Deze  laatste  is  een  
 houten  gebouw,  met  sirappen  gedekt,  en  van  alle  den  Europeaan  
 in  het  oog  vallende  sieraden  verstoken;  de  balei  of gehoorzaal,  door  
 een  groot  houten  paviljoen  vlak  voor  het  woonhuis  gevormd,  heeft  
 in  plaats  van  ramen  groote  boogvormige  openingen,  en  heeft  een  
 paar  ouderwetsche  Hollandsche  meubelstukken  tot  eenig.ornament3). 
 De  woningen  der  Maleijers,  die  ook  hier,  wegens  den  moerassigen  
 bodem,  hoog  van  den  grond  op  palen  gebouwd  zijn,  staan  in  de 
 ’)  Teenstra,  Bekn.  Beschrijv.  der  Ned.  Overz.  Bez.,  bl.  436. 
 s)  Tobias,  bl.  1 1 ,  vgl.  v.  d.  Yelde,  bl.  65.  Over  de  modderbank  zie  
 Blume,  bl.  130.  „ Groote  schepen,”  zegt  bij,  „blijven  niet  zelden  op  deze  
 bank  vast  zitten,  maar  geräken  ligt  door  het  uitbrengen  van  een  werpan-  
 ker  of  ook  bnitendien  alleen  door  den  stroom  weder  vlot.  Dit  is  vooral  
 het  geval  met  de  groote  Chinesche  jonken,  die  niet  zooals  onze  schepen  
 kunnende  bestuurd worden,  somtijds  eenige  dagen  lang  zonder  letsel  daarop  
 blijven  zitten,  tot  dat  zij  weder  vertrekken.'Ook  kunnen  groote  vaartuigen  
 wel  een  voet  diep  met  de  kiel  door  den  modder  loopen  ,  zonder  daardoor  
 in  het  zeilen  merkbaar  gehinderd  te  worden.  De  beste  tijd  om  over  deze  
 bank  te  komen  is  tusschen  9  en  10  uren  des  morgens,  bij  het  opkomen  
 van  den  zeewind,  wanneer  men  dadelijk  de  rivier  kan  opzeilen  tot  4   of  5  
 uren  na  den  middag.” 
 ’)  Francis,  bl.  29  ,  v.  d.  Velde,  bl.  65 ,  66 ,  E a r l,  p.  223. 
 grootste  onregelmatigheid,  deels  op  dezelfde  landtong,  deels  op  de  
 beide  daartegenover  liggende  oevers,  maar  vooral  op  den  linker-  
 oever  verspreid  en  als  opeengestapeld.  Er  is  daaronder  geen  enkel  
 steenen  gebouw,  en  zij  vormen  geene  straat,  daar  er  tusschen  de  
 huizen  geene  andere  gemeenschap  bestaat  dan  door  middel  der  rivier, 
   waarom  ook  elk  huis  van  een  of  meer  booten  voorzien  is,  
 vastgemaakt  aan  eene  ladder,  die  van  den  oever  naar  den  ingang  
 der  woning  voert.  Daaronder  zijn  vele  aanzienlijke  vaartuigen,  die  
 door  hun  gedurig  op-  en  nedervaren  nog  de  grootste  levendigheid  
 aan  de  plaats  bijzetten.  Even  als  te  Pontianak  hebben  de  meeste  
 handelstransactien  op  het  water  plaats.  De  handelaars  openen  de  
 winkels  op  hunne  vaartuigen,  en  zelfs  rijst,  zout  en  andere  dage-  
 lijksche  behoeften,  die  op  Java  op  geregelde  passars  worden  verkocht, 
   worden  hier  slechts  op  kleine  praauwen,  lantings  genaamd,  
 die  den  kooplieden  en  hunnen  huisgezinnen  tevens  tot  woningen  
 strekken,  te  koop  aangeboden.  Op  den  linkeroever  ligt  ook  het  
 Chinesche  karnp,  dat  hier  weder  uit twee  tegenover  elkander  staande  
 rijen  van  planken  woningen, . met  sirappen  gedekt,  bestaat;  deze  
 straat  wordt  echter  nog  door  een  dwarsliggend  blok  huizen,  waarin  
 toptafels  gehouden  worden,  gesloten.  De  tempel  of  tei-pekkong  
 staat  op  een  afgezonderde  piek  1).  De  bevolking  van  Sambas  wordt  
 doorgaans  op  9  ä  10,000  zielen  geschat,  waaronder  18  Arabieren,  
 ruim  300  Boeginezen  en  omstreeks  300  Chinezen,  terwijl  al  de  
 overigen  Maleijers  zijn  2). 
 Omtrent  den  handel  van  Sambas,  het  voornaam  middel  van  be-  
 slaan  der  bevolking,  kan  i k ,  bij  gebrek  van  bescheiden,  slechts  
 weinige  bijzonderheden  mededeelen.  Ten  gevolge  der  verwoesting  
 door  de  Engelschen  in  1811,  die  de  vlugt  van  een  groot  deel  der  
 bevolking  ten  gevolge  had,  bevond  zieh  Sambas  tijdens  het  herstel  
 van  het  Nederlandsch  gezag  op  de  Westkust  in  een  staat  van  diep  
 verval.  De  handel,  vroeger  vooral  op  Java,  Celebes,  de  kusten  
 van  ’t  Maleisch  schiereiland  en  Siam  gedreven,  was  grootendeels  
 verloopen  en  naar  Pontianak  verhuisd  3) ,  en  ook  sedert  heeft 
 *)  Francis,  bl.  3 0 ,  Earl,  p.  2 2 2 ,  v.  d.  Velde,  bl.  66.  
 s)  Francis,  bl.  3 1 ,. van  de  Velde,  bl.  66.  Francis  geeft  op  350  Boeginezen, 
   terwijl  hij  er  bl.  3  slechts  331  stelt,  en  300  Chinezen,  die  ik  
 gemeend  heb,  volgens  van  Kervel,  bl.  1 9 0 ,  op  500  te  mögen  stellen.  In-  
 tusschen  verdienen  deze  cijfers  lang  geen  onbepaald  vertrouwen.  
 s)  Van  Grave  HS.  I ,   bl.  1.