
 
        
         
		overmakende  §),  jaren  van  noesten  arbeid  behoeven,‘  eer  zij  de  
 noodige  middelen  hebben  opgegaard,  om  een  huisgezin  te  kunnen  
 onderhouden;  maar  door  h e n ,  die,  na  door  den  mijnarbeid  een  
 goeden  grondslag  voor  hunne  fortuin  te  hebben  gelegd,  in  stede  
 van  naar  het  vaderland  terug  te  keeren,  verkiezen  zieh  in  de  kam-  
 pongs  nabij  de  mijn-vereenigingen  of  aan  de  stranden,  of  ook  in  de  
 boofdplaatsen  te  midden  der  Maleijers,  neder  te  zetten,  om  door  
 eenig  handwerk,  of door  den  landbouw,  de  vischvangst  of  den  han-  
 del  in  de  belioeften  van  vrouw  en  kinderen  te  voorzien.  De  vrou-  
 wen  en  bijzitten  der  Chinezen  zijn  van  tweeerlei  soort.  De  meeste  
 zijn  geheel  van  Dajaksche  afkomst;  haar  voorbeeldig  gedrag  als  
 vrouwen  en  moeders  wordt  zeer  geprezen,  en  hare  natuurlijke  
 bevalligheid  en  zedigheid,  gepaard  met  eene  blankheid,  die  vaak  
 die  der Chinezen  overtreft,  en,  waar  zij  veel  aan  de  zon  zijn  bloot-  
 gesteld,  zelfs  sproeten  op  het  gelaat  zigtbaar  maakt,  maken  zelfs  
 op  Europeanen  doorgaans  een  günstigen  indruk  2).  De  overige,,  
 met  welke  slechts  wettige  huwelijken  worden  aangegaan,  zijn  uit  
 deze  verbindtenissen  van  Chinezen  met  Dajaksche  vrouwen  gespro-  
 ten ,  en  worden  geheel  tot  de  Chinesche  natie  gerekend,  ofschoon  
 de  bijzondere  naam  van  peranakan-  of  bastaard-Chinezen  de  afstam*  
 melingen  uit  zulke gemengde  verbindtenissen  onderscheidt.  De doch-  
 ters  der  Chinezen  worden  op  Borneo  minder  afgezonderd  gehouden  
 dan  op  Java.  De  getrouwde  vrouwen  gaan  voor  ijverig  en  bekwaam  
 in  de  huishouding  door,  doch  zijn  niet  altijd  voorbeelden  van  hu-  
 welijkstrouw.  Gelukkig  is  de  Chinees  niet  bijzonder  jaloersch,  en  
 heeft  het wangedrag  eener  vrouw  zelden  ernstiger  gevolgen  dan  eene  
 kloppartij  3).  De  weinige  vrouwen,  die  in  de mijn-vereenigingen  ge-  
 vonden  worden,  deelen  in  het gemeenschappelijk maal  en  vinden  hare  
 voorname  bezigheid  in  de  bediening  der  mannen.  De  ongerijmde  
 gewoonte  der  hoogere klassen  in  China,  om  den  groei  van  de  voeten  
 der  vrouwen  te  belemmeren,  is  op Borneo niet bekend.  De  heer Earl,  
 die eenige Chinesche  vestigingen in  het  gebied  van Montrado  bezocht,  
 prijst  zeer  de  vriendelijkheid,  welwillendheid  en  gastvrijheid,  door 
 *)  Kaffles,  Hist,  of  Java,  I ,   p.  264.  De  remises hebben  plaats  in  goud,  
 dewijl  de  vracht  daarvan  gering  is  en  het  gemakkelijk  aan  Strand  ge-  
 smokkeld  en  aan  de  aandacht  der  schraapzuchtige  Mandarijnen  onttrokken  
 wordt. 
 s)  Earl,  p.  211  ,  2 5 9 ,  Tobias,  bl.  36. 
 3)  Van  Lijnden  N.  T .,  bl.  6 0 8 ,  Tobias,  bl.  36. 
 de  vrouwen  aan  den  dag  gelegd,  en  günstig  bij  de  ruwe  en  nor-  
 sche  manieren  der  mannen  afstekende  x). 
 Nadat  wij  de  politieke  beteekenis  der  Chinesche  mijn-vereenigingen  
 hebben  leeren  kennen,  wil  ik  beproeven  eenig  denkbeeid  
 te  geven  van  haar  bestuur  en  inrigting.  De  zaak  is  niet  
 zonder  moeijelijkheid,  wegens  de  menigte  der  berigten  die  hier  
 te  vergelijken  zijn,  en  de  vele  punten  waarop  zij  onduidelijk  zijn  
 of  uiteenloopen.  Ik  zal  trachten  mij  tot  de  hoofdzaken  te  bepalen,  
 indachtig  aan  de  gülden  spreuk:  »le  secret  d’ennuyer  est  celui  de  
 tout  dire.” 
 Het  is  bekend,  dat  de  bijzondere  mijn-vereenigingen,  zoowel  als  
 die  grootere  politieke  ligehamen,. uit  het  verbond  van  verschillende  
 vereenigingen  ontstaan,  in  het  algemeen  den  naam  van  kongsies  
 dragen.  Deze  naam  is  onnaauwkeurig,  daar  het  Chinesche  woord  
 k o n g - s i   inderdaad  alleen  een  titel  is  van  de  hoofden  of bestuurders  
 van  elke  vereeniging  2).  Elke  mijn-associatie  heeft  hare  eigene  
 kongsies  of  bestuurders,  door  de  gezamenlijke  leden  gekozen,  en  
 haar  gemeente-  of  kongsie-huis,  voor  de  vergaderingen  der  leden  en  
 de  huisvesting  des  bestuurs  bestemd.  Dit  bestuur  bestaat  doorgaans  
 uit  twee  of  meer  schrijvers  (djoeroe-toelis),  die  met  het  dagelijksch  
 beheer  der  politie  en  financien  zijn  belast,  en,  juaar  gelang  van  de  
 grootte  der  mijn,  uit  een  of  meer  opzieners  (ma’lim)  3),  die  de  di-  
 rectie  hebben  van  den  mijnarbeid  en  met  de  zorg  voor  het  ingeza-  
 melde  goud  zijn  belast,  zoodat  vooral  bij  hen  ervaring  en  eerlijk-  
 heid  vereischt  worden.  Deze  hoofden  worden  gewoonlijk  om  de  
 vier  maanden  vervangen,  terwijl  de  afgetredenen,  die  echter  herkies-  
 baar  zijn,  weder  tot  hun  vorigen  stand  van  mijnwerkers  terugkee-  
 ren.  Wanneer  zij  echter  aan  hunne  constituenten  reden  tot  mis-  
 noegen  geven,  worden  zij  ook  wel  tusschentijds  afgezet,  en  die  gekozen  
 wordt  is  verpligt  zieh  de  benoeming  te  laten  welgevallen.  
 De  kongsies  zijn  teveus  de  vertegenwoordigers  der  volksmassa  bij  
 de  behandeling  van  zaken,  die  de  gemeenschappelijke  belangen  van  
 de  confederatie  betreffen,  en  kiezen  het  algemeene  hoofd  van  de  
 gansche  federative  republiek,  dat  den  titel  voert  van  Kapitein  of 
 *)  Earl,  p.  2 8 2 ,  292. 
 s)  Vgl.  Horsfield  in  Journal  of  the  Ind.  Archip.,  1 848,  p.  820. 
 8)  Dit  woord  is  ons  ook  reeds  bl.  77  voorgekomen.  Het  is  oorspron-  
 kelijk  Arabisch,  beteekent  m e e s t e r   of  l e i d sm a n ,   en  moet  eigenlijk  
 moe’allitn  worden  uitgesproken,  maar  wordt  doorgaans  tot  ma’lim  verbasterd.  
 I.  27