
 
        
         
		houden  zij  daar  ter  plaatse  op  te  graven  en  beginnen  een  ander  stuk  
 grond  uit  te  delven.  Op  dit  tweede  volgt  een  derde  en  zoo  vervol-  
 gens,  lerwijl  de  aarde  van  het  eene  vak  zoo  veel  raogelijk  gebezigd  
 wordt  om  het  andere  weder  aan  te  vullen.  Wanneer  de  kuil  tot  
 eene  diepte  van  50  en  meer  voeten  moet  worden  uitgegraven,  
 ontstaat  dikwijls  groote  belemmering  door  het  daarin  op wellende  of  
 zieh  verzamelende  water,  Om  zieh  daarvan  te  on Hasten  bezigt  men  
 eene  soort  van  watermolen,  in  den  vorm  eener  ketting-pomp  (tali-  
 ajer),  welker  loozing-buis  zoodanig  gesteld  wordt,  dat  het  water  
 wordt  uitgestort  op  de  aarde  en  steenen  die  in  de  kotak  zijn  ge-  
 worpen,  waardoor  het  allernuttigste  diensten  bewijst  1). 
 Dit  brengt  mij  van  zelf  terug  tot  de  bestemming  der  kotak,  om  
 het  goud  van  de  bestanddeelen,  waannede  het  verbonden  i s ,  te  
 scheiden.  Hiertoe  is  geen  andere  arbeid  noodig  dan  het  uit  elkander  
 werken,  roeren  en  omhalen  van  het  erts;  de  sterke  waterstroom,  
 gepaard  met  de  uitstorting  van  het  water  uit  de  pomp,  doet  het  
 overige.  De  steenen  en  aard-deelen  worden  weggespoeld,  en  het  
 goud,  door  zijne  zwaarte  zinkende,  blijft  liggen.  De  grovere  deelen  
 vindt  men  meestal  reeds  d a a r,  waar  de  kotak  hären  eersten  eile-  
 boog  vormt,  de  kleine  stukjes  worden  medegesleept  tot  aan  den  
 tweeden  elleboog,  terwijl  het  fijnste  stofgoud  zieh  in  de  nabijheid  
 van  den  derden  ophoopt.  Hoe  grover  gekorreld  het  goud  is,  hoe  
 sterker  de  watermassa  door  de  kotak  mag  dringen;  is  het  zeer  fijn  
 of  stoffig  dan  moet  zij  natuurlijk  worden  gebreideld  2). 
 In  de  groote  mijnen  wordt  het  goud  om  de  vier  maanden  uit  de  
 leidingen  opgezameld,  hetgeen  ongetwijfeld  met  de  verwisseling  van  
 het  personeel  van  schrijvers  en  opzigters  om  de  vier  maanden  za-  
 menhangt  3).  Al  wat  in  de  kotak  is  blijven  liggen,  wordt  nu  nog-  
 maals  op  de  reeds  beschrevene  wijze  in  de  doelang  gespoeld  en  
 daardoor  tot  een  zoodanigen  graad  gezuiverd,  dat,  volgens  Low,  bij  
 de  smelting  hoogstens  nog Vs2  aan  vreemde  bestanddeelen  wordt  af-  
 gescheiden  4). 
 De  werktuigen,  waarvan  men  zieh  bij  den  mijnarbeid  "Bedient, 
 *)  Deze  toestel  schijnt bedoeld  te  zijn,  wanneer  van  de  Graaff  R . ,  bl. 
 6 9 ,  van  een  groot  houten rad,  Francis,  bl.  23 ,  van  een molen in  de  groote 
 mijnen  spreekt. 
 2)  Yan  de  Graaff  G ., bl.  392—395. 
 s)  Van  de  Graaff  G ., bl.  3 9 4 ,  396,  Francis,  bl.  2 3 ,  24;  vgl. boven, 
 bl.  319. 
 4)   Low,  p.  22. 
 zijn  van  de  eenvoudigste  soort,  en  worden  voor  rekening  van  de  
 associatie  aangemaakt  en  in  goeden  Staat  gehouden.  Behalve  de  
 reeds  beschrevene  boor,  kettingpomp  en  doelang,  bestaan  zij  uit  
 pikhouweelen  of  koevoeten  van  een  ontzaggelijk  gewigt,  tjangkoel  of  
 patjol  geheeten,  bijlen,  verschillende  soorten  van  parangs  en  gewone  
 jukken  of  pikolans  J). 
 De  mijnwerkers,  die,  gelijk  ik  reeds  opmerkte,  in  den  regel  
 ongehuwd  zijn,  hebben  hunne  slaapplaalsen  meestal  in  ruime  lood-  
 sen,  van  ruw  hout  opgetrokken  en  met  alang-alang  gedekt.  De  arbeid  
 begint  des  morgens  ten  vier  ure,  en  wordt  na  een  rusttijd  
 van  elf  tot  des  namiddags  een  ure,  voortgezet  tot  zonnenondergang.  
 Den  rusttijd  brengen  zij  slapende  door,  en  de  vermetele,  die  het  
 wagen  dorst  dien  slaap  te  stören,  zou  er  bezwaarlijk  zonder  een  
 goede  dragt  slagen  afkomen  2).  Vijfmaal  daags  krijgen  zij  voedsel  
 voor  rekening  der  vereeniging,  bestaande  uit  r i j s t ,  zout  en  ge-  
 droogde  visch  en  een  drank  van  het  afkooksel  van  gojaver?bIaderen.  
 Op  de  dagen  der  goud-inzameling  en  op  de  beide  groote  feesten  worden  
 zij  onthaald  op  varkensvleesch,  tjoe  en  thee  3).  Aan  de  viering  
 dier  feesten  wordt  groot  gewigt  gehecht,  en  van  iederen  vreemden  
 bezoeker  wordt  verwacht,  dat  hij  daarin  zal  deelen,  door,  volgens  
 het  Chineesch  gebruik,  aan  de  verschillende  tempels  groote  
 waskaarsen  en  offerpapifer  te  verstrekken  4).  Voor  het  overige  verschaffen  
 de  toptafel  en  de  opium-kit  hun  de  meest  geliefkoosde  
 uitspanningen.  De  gewone  hoeveelheid  opium,  die  jaarlijks  in  het  
 rijk  van  Sambas  verbruikt  wordt,  bedraagt,  met  uitzondering  van  
 hetgeen  heimelijk  wordt  ingevoerd  en  minstens  tien  kisten  beloopt,  
 gemiddeld  80  kisten,  die  van  Singapoera  worden  aangevoerd,  en  aan  
 het  Gouvernement  een  pachtschat  opbrengen  van  ongeveer  / ‘SO,000.  
 De  inkoopsprijs  is  door  elkander  fQOQO  per  kist,  en  de  kosten  van  
 den  aanvoer  zullen  omstreeks  f 6000  bedragen.  De  gezamenlijke  
 kosten  zijn  dus  /'S 02,000.  Daarentegen  wordt  de  verkoopprijs  op  
 / “4800  per  kist  of  / ’584,000  per  80  kisten  geschat,  zoodat  de 
 *)  Van  de  Graaff  G.,  bl.  3 9 3 ,  3 9 4 ,  Francis,  bl.  23.  
 s)  Ritter,  bl.  125.  
 s)  Francis,  bl.  25  ,  26. 
 *)  Van  de  Graaff  G.,  bl.  3 9 7 ,  R.  bl.  75.  Het  voorname  feest  is  het  
 Chinesche  nieuwjaar,  het  andere,  zoo  ik  meen,  het  doodenfeest.  Zie  eene  
 beschrijving  dezer  feesten  bij  Davis,  the  Chinese,  I ,   p.  285  ff.,  293  f.,  
 en  bij  Klemm,  das  Reich  der  Mitte,  S.  4 2 5 ,  427.  Francis  noemt  z e ,  
 bl.  2 1 ,  tjagoe-tjapsa  en  pagoe-tjapsa.