
 
        
         
		Sambas  zieh  slechts  zeer  langzaam  hersteld,  en  blijft  het  als  han-  
 delsplaats  natuurlijk  bij  het,  voor  den  handel  met  de  binnenlanden  
 zoo  veel  voordeeliger  gelegen  Pontianak  achterstaan,  ofschoon  het  
 daarmede  gelijktijdig,  bij  besluit  van  18  Febr.  1 8 3 3 ,  onder  zekere  
 beperkingen  tot  vrijhaven  verklaard  werd  1).  Het  ontbreekt  echter  
 den  inwoners  niet  aan  ondernemingsgeest,  en  inzonderheid  is  de  
 kustvaart,  grootendeels  met  inlandsch  getuigde,  maar  ook  ten  deele  
 met  ra-vaartuigen  gedreven,  niet  onbelangrijk.  Het  eenige  echter  
 wat  ik  hieromtrent  bepaaldelijk  kan  opgeven,  is  in  de  volgende  
 tabel  betreffende  het  verkeer  tusschen  Sambas  en  Pontianak  bevat. 
 T e   po n t ia n a k   v a n   sambas Va n   po n t ia n a k   naar  sambas 
 AANGEKOMEN. VERTROKKEN. 
 Jaren. Vaartuigen. Lasten. Vaartuigen. Lasten. 
 In   1843 32 592 47 530 
 »  1844 39 494 45 309 
 »  1845 50 971 ■/. 43 628 
 r   1846 33 516 25 328 
 s   1847 39 364 33 386 
 »  1848 37 367 25 78 
 »  1849 47 378 41 236 
 s   1850 69 925 59 485  ») 
 In  1822  en  1823  bedroeg  het  geheele  getal  vaartuigen  te  Sambas  
 binnengekomen  194  en  2 0 9 ,  terwijl  in  dezelfde  jaren  1 07  en  
 154  vaartuigen  van  daar  vertrokken  3). 
 Een  weinig  lager  dan  de  stad  ligt  aan  den  regteroever  der  rivier  
 het  Nederlandsch  établissement,  vanwaar  men  in  ongeveer  een  
 half  uur  naar  eerstgenoemde  oproeit.  Het  bestond  in  1832  uit  een  
 tolhuisje,  dat  tevens  voor  bureau  moest  dienen,  eene  residents-  en  
 kommandants-woning,  een  pakhuis,  eene  gévangenis,  een  van  aarde  
 opgeworpen  fortje  met  de  noodige  gebouwen  voor  de  bezetting,  
 eenige  kleine  gebouwen  voor  de  Soldaten  buiten  het  fort,  en  twee  
 vlaggestokken.  Sedert  is  het,  voor  zoo  veel  mij  bekend  is ,  niet  
 van  gedaante  veranderd.  Het  fort  is  met  eenige  achtponders  be-  
 wapend,  en  4e  geheele  breedte  der  rivier  wordt  door  zijn  geschut  
 bestreken.  Al  de  gebouwen  van  het  établissement  zijn  van  hout,  
 laag  en  zonder  verdiepingen.  In  1822  werden  zij  te  zamen  door  
 110  personen,  Soldaten  en  bedienden  daaronder  gerekend,  bewoond;  
 doch  bij  besluit  van  23  Maart  1833  is  het  garnizoen  aldaar  op  
 slechts  3  officieren  en  82  onderofficieren  en  manschappen  gebragt, 
 *)  Zie  boven,  bl.  18;  vgl.  Earl,  p.  217. 
 *)  Tabel  bij  v.  Lijnden  N.  T .,  behoorende  bij  bl.  621.  
 ’)  Van  Grave  HS.  I ,  bl.  3. 
 I  Deel.bl  94.  _  Plaatl.