
 
        
         
		deden,'  met  de  eerste  opkomende  maan  naar  Sambas  zou  terugkee-  
 ran.  Radin  Soleiman  zond  Kiai  Satia  Bakhti  met  tien  praauwen  
 naar  den  mond  der  rivier,  om  den  Yorst  op  te  wachten;  doch  de  
 Pangeran  zond  geene  vaartuigen  tot  dat  einde  af.  De  Riai  gaf  aan  
 den  Vorst  een  verslag  van  den  toestand  des  lan d s,  hetwelk  hem  
 de  volkomen  overtuiging  gaf,  dat  de  beschuldigingen  tegen  Radin  
 Soleiman  ongegrond waren ;  doch  toen  Pangeran  Mangkoe-rat,  na  de  
 terugkomst  van  den  Ratoe  ter  hoofdplaats,  bespeurde  dat  zijn  las-  
 ter  geen  ingang  gevonden  had,  liet  hij  zieh  zoozeer  door  zijne  
 drift  vervoeren,  dat  hij  Kiai  Satia  Bakhti  liet  grijpen  en  ombren*  
 g e n ,  onder  voorgeven  dat  hij  gepoogd  had  hem  bij  zijnen  broeder  
 in  kwaden  reuk  te  brengen.  Kiai  Dipa  Sari  had  niet  zoodra  deze  
 daad  van  geweld  vernomen,  of  hij  spoedde  zieh  tot  Radin  Soleiman  
 met  de  bede  dat  hij  hem  voldoening  zou  verschaffen,  tenzij  
 de  schuld  zijns  broeders  kon  bewezen  worden.  Radin  Soleiman  
 stelde  daarop  de  zaak  aan  den  Ratoe  voor,  die  hem  beloofde  zc  
 ten  spoedigste  te  onderzoeken;  maar  toen  er  na  twee  maanden  nog  
 geen  aanvang  met  het  onderzoek  gemaakt  was,  voelde  hij  zieh  gekrankt  
 en  begon  de  uitwerking  der  kuiperijen  van  Pangeran  Mangkoe 
 rat  ook  voor  zieh  zelven  te  vreezen.  Hij  stelde  daarop  aan  
 zijne  echtgenoot  voor  eene  andere  woonplaats  te  gaan  zoeken,  en  
 toen deie  zieh  bereid  verklaarde hem overal te  volgen ,  zakte  hij ,  ver-  
 gezeld  van  zijn  gezin  en  van  Kiai  Dipa  S a ri,  de  rivier  af  tot Kota-  
 bangoen,  aan  het  vereenigings-punt  der  groote  en  kleine  Sambas*  
 riv ie r1),  met  voornemen  om  vandaar  verder  den  mond  uit  te  varen.  
 Doch  eer  hij  dit  plan  kon  volvoeren,  ontving  hij  een  bezoek  van  
 drie  mantri’s ,  die  hem  op  het  dringendst  baden  terug  te  keeren ;  
 zijne  echtgenoot  raadde  hem  echter  af  aan  hunne  smeekingen  ge-  
 hoor  te  geven,  uitroepende,  dat  zij  bedriegers  waren,  die  hem  ten  
 verderve  wilden  brengen.  De  mantri’s  wierpen  deze  beschuldiging  
 ver  van  z ieh ,  verklärende  dat  zij  voor  Radin  Soleiman  denzelfden  
 eerbied  koesterden  als  voor  den  Ratoe.  Amas  ajoe  Bongsoe  —  
 zoo  heette  de  vrouw  van  den  Radin,  —  vroeg  bun  toen  of  zij  dit  
 wilden  beëedigen.  » Niet  eens,”  was  het  antwoord,  » maar  wel  
 honderdmaal  willen  wij  dit  beëedigen.”  De  prinses  nam  daarop 
 *)  Volgens  Netscher,  bl.  2 0 ,  die  zegt  dat  deze  plaats  ook  Kampong  
 Baroe  genoemd  wordt.  Onder  dezen  laatsten  naam  vind  ik  haar  vermeld  
 op  de  bl.  91  aangehaalde  schets  van  den  mond  der  Sambas-rivier.  Er  
 schijnt  thans  weinig  meer  .van  overig ;  vgl.  bl.  96. 
 haars  echtgenoots  erfkris  en  dompelde  dien  in  water,  dat  zij  ver-  
 volgens  den  mantri’s  te  drinken  gaf,  hun  te  gelijker  tijd  met  de  
 punt  van  de  kris  eene  kleine  snede  in  den  hals  gevende;  en  ter-  
 wijl  zij  met  den  vinger  daarover  wreven  en  er  een  droppel  bloeds  
 uitdrukten,  sprak Radin  Soleiman:  »indien  een  uwer  verraad  jegens  
 mij  pleegt,  zal  geen  andere  kris  dan  de  mijne  hem  treffen.”  Hierna  
 beraadslaagden  zij  over  hetgeen  hun  te  doen  stond,  en  over  de  
 middelen  om  aan  Radin  Soleiman  voldoening  te  verschaffen. 
 De  drie  mantri’s  keerden  daarop  terug  naar  Kota-lama,  waar  zij  
 aan  den  Ratoe  verslag  gaven  van  het  plan  van  Radin  Soleiman,  om  
 met  al  degenen  van  zijn  volk,  die  hem  volgen  wilden,  eene  andere  
 woonplaats  op  te  zoeken,  en  van  hunne  pogingen  om  hem  
 terug  te  houden.  De  Ratoe  stelde  hun  voor  de  belangen  en  wen-  
 schen  van  Radin  Soleiman  aan  Pangeran  Mangkoe-rat,  als  den  
 rijksbestuurder,  kenbaar  te  maken.  Deze  echter  ontstak  in  hevigen  
 to o rn ,  en  verweet  aan  de  mantri’s ,  dat  zij  Radin  Soleiman  onder-  
 steunen  en  den  Ratoe  afvallen  wilden,  terwijl  hij  hun  zelfs  de  
 grievendste  scheidwoorden,  zoo als  »hond” en  » zwijn”,  niet  spaarde.  
 De  mantri’s  waren  zoozeer  gebelgd,  dat  zij  zonder  een  woord  meer  
 te  zeggen  vertrokken,  en,  zonder  verder  voor  den  Ratoe  te  ver-.  
 schijnen,  de  rivier  afzakten,  om  zieh  tot  Radin  Soleiman  te  bege-  
 ven.  Nadat  zij  hem  hun  wedervaren  hadden  medegedeeld,  raad-  
 den  zij  hem  dadelijk  de  rivier  weder  op  te  varen,  met  de  verze-  
 kering,  dat  zij  des  noods  hun  leven  voor  hem  veil  hadden.  Radin  
 Soleiman  gaf  aan  dezen  raad  in  zoo  verre  gehoor,  dat  hij  zieh  
 wat  hooger  aan  de  rivier  vestigde,  en  er  eene  nieuwe  negerie  
 bouwde,  onder  den  naam  vam  Kota-bandar  1).  De  gunst,  die  hij  
 sinds  lang  bij  de  bevolking  van  Sambas  had  genoten,  en  de  kne-  
 velarijen  van  hen,  die  het  gezag  in  naam  van  den  Ratoe  uitoefenden,  
 hadden  ten  gevolge,  dat  de  bevolking  van  Kota-lama  weldra  naar  
 Kota-bandar  over  kwam,  en  slechts  een  gering  getal  onmiddellijke  
 onderhoorigen  bij  Pangeran  Mangkoe-rat  vereenigd  bleef.  De  Ratoe,  
 tusschen  zijn  broeder  en  schoonbroeder  geplaatst,  achtte  het  best  
 zieh  aan  de  moeijelijkheden  van  zijnen  toestand  door  eene  verhui-  
 zing  te  onttrekken,  en  maakte  zieh  gereed  om  zieh  met  zijn  gezin,  
 zijne  volgelingen  en  zijne  oorlogsvaartuigen  naar  Selakouw  te  be-  
 geven.  Toen  hij  tot  Kota-bangoen  was  afgezakt,  kwamen  de  reeds  
 meermalen  genoemde  drie  mantri’s  ook  hem  hunne  opwachting  ma- 
 )  De  ligging  dezer  plaats  is  onbeketid.