
 
        
         
		van  den  kapitein  der  infanterie  A.  Hendriks.  Geplaatst  in  Verhandelin-  
 gen  van  het  Bat.  Genootsch.,  D.  X V I I I ,  bl.  1—30. 
 v a n   H o e v e l l   L.  Dr.  W.  R.  baron  van  Hoevell,  Laboean,  Sarawak,  de  
 Noord-oostkust  van  Borneo  en  de  Sultan  van  Soeloe.  Geplaatst  in  Tijd-  
 schrift voor Ned.-Indie, Jaarg.  1849, D. I , bl.  66—83,  97— 1 1 1 , 2 37—242. 
 Dit  stuk  is  in  het  eerste  deel aangehaald,  niet  onder  den  naam van den  heer van  Hoevell,  
 maar  telkens  met  verwijzing  naar  de  plaats  in  het  Tijdsehrift  waar  het  voorkomt.  Dear  
 echter  het  opstel,  ofsckoon  anonym,  ongetwijfeld  van  de  hand  des  redakteurs  is ,  heb  ik  
 gemeend  het  in  het  tweede  deel,  waar  ik  er  mij  dikwijls  op  berocp,  onder  zijnen  naam  
 te  rnogen  aanhalen. 
 v a n   H o e v e l l   R.  Dr.  W.  R.  baron  van  Hoevell,  Onze  roeping  op  Borneo.  
 Geplaatst  in  Tijdsehrift voor N ed.-Indie, Jaarg.  1852, D. I I ,  bl.  187—201. 
 Ook  dit  anonyme  stuk  is  van  de  hand  des  redakteur3  van  het  Tijdsehrift. 
 H o k n e r .   Dr.  L .   Homer,  Verslag  van  een  geologisch  onderzoek  van  het  
 zuid-oostelijk  gedeelte  van  Borneo.  Geplaatst  in  Verhandelingen  van  het  
 Bat.  Genootsch.,  D.  XVTt,  bl.  87— 119. 
 H u n t   B.  J.  Hunt,  Sketch  of  Borneo  or  Pulo  Kalamantan.  Geplaatst  in  
 den  Appendix  op  Keppell,  Expedition  to  Borneo  of H.  M.  Ship  Dido, 
 p.  x v n —l x t v . 
 Dit  stnk  werd  oorspronkelijk  gedrnkt  te   Benkoelen  in  de  Malayan  Miscellanies,  en  is  
 ook  opgenomen  in  Moor’s  Notices  of  the  Ind:  Archip.,  App.  p.  12—30. 
 H u n t   S.  A.  J. Hunt,  Some  particulars  relating  to  Sulo  in  the  Archipelago  
 of Felicia.  Geplaatst  in Moor’s  Notices  of the  Indian Archipelago,  App.,  
 p .  3 1— 6 0 . 
 Ook  dit  stnk  werd  het  eerst  gedrnkt  in  de  Malayan  Miscellanies. 
 H u p e .   C.  Hupe,  Korte  verhandeling  over  de  godsdienst,  zeden,  enz.  der  
 Dajakkers.  Geplaatst  in  Tijdsehrift  voor  Ned.-Indie,  Jaarg.  V III,  D.  
 m ,   bl.  127— 1 7 2 ,  245—280. 
 S t .   J o h n .   H.  St.  John,  The  Indian  Archipelago,  its  history  and  present  
 state.  London,  1853.  2  Voll. 
 v a n   K a m p e n .   N .  G.  van  Kampen,  Geschiedenis  der  Nederlanders  buiten  
 Europa.  Haarlem,  1831—3.  3  Deelen,  4  Stukken. 
 K e p p e l l   D.  Captain  the  Hon.  Henry  Keppell,  R.  N .,  Expedition  to  Borneo  
 of H.  M.  Ship  Dido.  London,  1846.  2  Voll. 
 K e p p e l l   M.  Capt.  the  Hon.  Henry  Keppell,  R.  N .,  A  visit  to  the  Indian  
 Archipelago  bij  H.  M.  Ship  Maeander.  London,  1853.  2  Voll. 
 v a n   K e r v e l .   T.  A.  C.  van  Kervel,  De  hervorming  van  den  maatschap-  
 pelijken  toestand  ter  Westkust  van  Borneo.  Geplaatst  in  Tijdsehrift  v.  
 Ned.-Indie,  Jaarg.  1853,  D.  I ,  bl.  186—198. 
 v o n   K e s s e l .   O .  von Kessel,  Statistieke  aanteekeningen  omtrent  het  stroom-  
 gebied  der  Kapoeas.  Geplaatst  in  Indisch  Archief,  Jaarg.  I ,   D.  I I ,  
 bl.  165—204. 
 L e y d e n .   Dr.  J.  Leyden,  Sketch  of Borneo.  Geplaatst  in  de  Verhande-  
 lingen  van  het  Batav.  Genootsch.,  D.  V H ,  op  het  einde. 
 Dit  stuk  is  ook  afgedrukt  in  Moor’s  Notices  of  the  Ind.  Arehip.,  A p p .,  p.  93—109. 
 Low.  H.  Low,  Sarawak,  its  inhabitants  and  productions.  London,  1848. 
 L o g a n .   J.  R.  Logan,  Notices  of European  intercourse  with  Borneo  Proper, 
   in  Journal  of  the  Ind.  Archip.  and  Eastern  Asia,  Vol.  IH   (1848), 
 p  4 9 5   5 1 2 ,  Traces  of  the  origin  of  the  Malay  kingdom  of  Borneo- 
 Proper,  aid.  p.  513— 527,  Antiquity  of  the  Chinese  trade  with  India  
 and  the  Ind.  Archip.,  aid.  p.  603— 6 1 0 ,  en  Notices  of  Chinese  intercourse  
 with  Borneo-Proper,  aid.  p.  611—615. 
 v a n   L u n d e n   N.  T.  Mr.  D.  W.  C.  baron  van  Lijnden,  Aanteekeningen  
 over  de  landen  van  het  stroomgebied  der  Kapoeas.  Geplaatst  in  het Na-  
 tuurkundig  Tijdsehrift  voor  Ned.-Indie,  Jaarg.  I I   (1851),  bl.  537— 636. 
 De  bijgevoegde  aanteekeningen  zijn  van  den  luitenant  te r  zee  le   klasse  J .   Groll. 
 v a n   L i j n d e n .   T.  N.  I.  Mr.  D.  W.  C.  baron  van  Lijnden,  De  verhou-  
 ding  in  welke  het  gouvernement  Staat  tot  de  Chinezen  en  Dajaks  op  de  
 Westkust  van  Borneo  en  voornamelijk op  Sambas.  Geplaatst  in Tijdsehrift  
 voor  Ned.-Indie,  Jaarg.  1 8 5 3 ,  D.  I ,   bl.  171  186. 
 M a l e i j e r s   e n z .   Bijdrage  tot  de  kennis  der  Maleijers  ter  Westkust  van  
 Borneo.  .Geplaatst  in  Tijdsehrift  voor  Ned.-Indie,  Jaarg.  1 853,  D.  I I ,  
 bl.  226—238. 
 De  naam  des  sehrijvers  van  dit  alleen  met  G.  geteekende  stnk  is  mij  onbekend. 
 M a r r y a t .   F.  S.  Marryat,  Borneo  and  the  Indian  Archipelago,  with  drawings  
 of  costume  and  scenery.  London  1848. 
 M i l l i e s .   H.  C.  Millies,  Dajaksche  droom  en  offerande,  uittreksel  uit  G.  
 Mullers  reisjournaal.  Geplaatst  in  de  Gids  Voor  1846;  mengelwerk,  bl.  
 214—221. 
 E.  M u l l e r .   E.  Muller,  Levensberigt  van  George  Muller.  Geplaatst m  de 
 Indische  B ij,  bl.  177—194. 
 G.  M u l l e r .   G.  Muller,  Proeve  eener  geschiedenis  van  een  gedeelte  der  
 Westkust  van  Borneo.  Geplaatst  in  de  Indische  Bij,  bl.  179  3 1 9 , 
 3 21—375. 
 S a l .   M u l l e r .   S.  Muller,  Reis  in  het  zuidelijk  gedeelte  van  Borneo.  Geplaatst  
 in  de  Verhandelingen  over  de Natuurlijke  Geschiedenis  der  Neder-  
 landsche  overzeesche  bezittingen,  afdeeling Land-  en  Volkenkunde  (Leyden 
 1839— 1844  £>>.),  bl.  321—446. 
 M ü n d y .   Capt.  R.  Mundy,  R.  N .,  Narrative  of  events  in  Borneo  and  Celebes, 
   down  to  the occupation  of Labuan,  from  the Journals  of J.  Brooke,  
 together  with  a  narrative  of  the  operations  of H.  M.  Ship  Iris.  London,  
 1 848,  2  Voll. 
 M u n t i n g h e .   H. W. Muntinghe, De bevestiging van het Nederlandsch gezag op  
 Borneo  en de  vermeerdering  der  inkomsten  van dat  eiland  voor de schatkist.  
 Geplaatst in Tijdsehrift voor N ed.-Indie, Jaarg.  1850, D.  I I , bl.  160  200. 
 Een  uittreksel  uit  ait verslag,  getiteld  .  Gesteldheid  van  lan d> en   Volk  op,  het  eiland  
 Borneo,”   komt  ook  voor  in  de  Recensent  ook  der  recensenten,  D.  XXV  (Jaarg.  1B3I),  
 mengelw.,  bl.  12—31. 
 M i j e r .   P.  Mijer,  Kronijk  van  Nederlandsch-Indie  van  1816—1826.  Geplaatst  
 in  Tijdsehrift  voor  Ned.-Indie,  en  wel  als  volgt:  het  jaar  1816  
 in  Jaarg., IH ,   D,  I I ,   bl.  265—3 0 6 ;  het  jaar  1817  en  1 8 1 8 ,  aid.  bl.  
 3 4 5—3 9 5   ;  het  jaar  1819 ,  aid.  bl.  477— 5 4 1 ;  het  jaar  1 8 2 0 ,  aid.  bl.  
 589— 636 ;  het  jaar  1 821,  Jaarg.  IV ,  D.  I ,   bl.  1—69;  het  jaar  1822 
 en  1 823,  aid.  bl.  129—228;  het  jaar  1824  en  1 825,  Jaarg.  V H ,  D .H ,  
 7  *