
 
        
         
		vormd.  Aan  elke  zijde had  het  een  front  van  264  voet,  en  de  rivier  
 was  zoodanig  met  zwaar  paalwerk  afgezet,  dat  de  vaartuigen  slechts  
 onder  het  bereik  van  het  Nederlandsche  geschut  konden  op-  en  af-  
 varen  *)<  Wat  er  thans  nog  van  dat  établissement  overig  is,  kan  
 ik  niet  bepalen.  Wegens  den  hoogen  grond  en  de  mindere  koude  
 der  nachten  verdient Mampawa  voor  eene  Europesche  vestiging  verre  
 de  voorkeur  boven  Pontianak  en  Sambas  2). 
 De  bevolking  van  de  negerie  Mampawa  wordt,  zeker  eer  te  hoog  
 dan  te  laag,  op  2300  Maleijers,  80  Boeginezen,  23  Arabieren  en  
 30  Chinezen,  te  zamen  2433  zielen,  geschat,  die  in  den  handel  en  
 den landbouw  hun  levensonderhoud  vinden  Eenige vorstelijke  graf-  
 tomben,  met Maleische of Arabische opschriften,  vormen  de  voornaam-  
 ste  merkwaardigheid, die  zij  oplevert 4).  De Vorst  voert  den  titel  van  
 Panembahan,  en  erkent,  zoo  als  ons  volgend  geschiedverhaal  nader  
 zal  leeren ,  de  Suprematie van  den  Sultan van  Pontianak.  Het  geheele  
 aantal  zijner  onderdanen  wordt  op  omstreeks  9300,  waaronder  bij-  
 na  6800  Dajaks,  die  in  de  binnenlanden  verspreid zijn, begroot.  5) , 
 Tusschen  de  rivier  van  Mampawa  en  de  Doeri  is  de  läge  en  
 moerassige  kust  gedekt  door  eenige  eilandjes,  zoo  als  Sitenga,  
 Damar  en  Temadjoe.  Nog  digter aan  het  strand  ligt  Poelo  Boengan.  
 Tegenover  dit  eiland  is  de  kust  met  kokosboomen  beplant,  en  er  
 zijn  hier  goede  landingsplaatsen,  vanwaar  men  het  fort  in  een  half  
 uur  of  drie-vierde  uurs  kan  bereiken  &). 
 l)  Van  Grave  HS.  H ,  bl.  1 ,  de  Stuers  H S .,  bl.  9 6 ,  9-7,  Francis,  
 bl.  3 1 ,  Handleiding  tot  de  aardrijksk.  enz.,  t.  a.  p. 
 *)  Tobias  Bijl.  H S .,  bl.  11. 
 3)  Francis,  bl.  31.  Hij  rekent  echter  op  bl.  4  in  het geheele  rijk  slechts 
 1803  Maleijers  en  9  Arabieren. 
 *)  Blume,  bl.  152. 
 ')  De  opgaven  van  Hartmann  HS.  I ,   bl.  1 4 ,  en  van  Francis,  bl.  3 1 ,  
 zijn  nagenoeg  gelijkluidend,  die  van  Tobias,  bl.  2 2 ,  ook  dan  wanneer  men  
 de  Chinezen  bij  Pontianak  of  Sambas  rekent,  veel  hooger.  Zie  hier  het  
 vergelijkend  overzigt  der  drie  opgaven. 
 Maleijers.  Chinezen.  Dàjaks.  Totaal. 
 Tobias  6500  8000  20,500  35,000. 
 Hartmann  1803  914  6776  9493. 
 Francis  1918  808  6776  9502. 
 Bij  de  opgave  van  Francis  heb  ik  106  Boeginezen  en  9  Arabieren,  als 
 bij  de  andere  opgaven  niet  afzonderlijk  voorkomende,  bij  de  Maleijers  gevoegd. 
   Melvili  van  Carnbée’s  statistieke  kaart  stelt  de  bevolking  van  
 Mampawa  op  12,000  zielen  en  de  oppervlakte  op  31,9  vierk.  mijlen. 
 8)  De  Stuers  H S .,  bl.  9 8 ,  G.  Muller,  bl.  354. 
 V1JFDE  HOOFDSTUK. 
 Het  gebied  der  Sambas-rivier.  —  Grootte,  bevolking  en  grenzen  van  Sam-  
 bas.  —  Loop  der  rivier.  —  De  negerie  Sambas.  —  Handel  van  Sambas.  —  
 Het  Nederlandsch  établissement.  —  Tooneelen  op  dü  rivier.  —  Fort  Sorg.  —  
 Pamangkat.  —  Rivieren  bezuiden  Sambas.  —  De  Chinescbe mijn-districten. —  
 Mijnarbeid,  b a n d e l,  landbouw  en  visscberij  der  Chinezen.  —  De  partijen  van  
 Tai-kong  en  Sin-ta-kioe.  —  Sinkawang.  —  Koelor  en  Tengahan. — De  vlaktc  
 cn  h e t  meir  van  Montrado.  —  De  hoofdplaats  Montrado.  —  Poelo  Kabong  en  
 Tandjong  Batoe-Belat.  —  Districten  ten   Oosten  en  Noorden  der  rivier  van  
 Sambas.  —  Tandjong  Boegi-raja.  —  Tandjong  Pajong.  —  De  berg  Palo.  —  
 Likoe.  —  Tandjong  Palo  en  de  naburige  eilanden.  —  Tandjong  Api.  —  
 Tandjong  Datoe, 
 Het  gebied  der  Sambas-rivier  beslaat  het  noordelijk  deel  van  
 Borneo’s  Wester-afdeeling,  en  wordt  aan  de  kust  door  de  voorge-  
 bergten  Tandjong  Datoe  ten  Noorden  en  Tandjong  Batoe-Belat  ten  
 Zuiden  begrensd.  De  bergketen,  die  van  den  Bajang-Mioct  of  het  
 Krimbang-gebergte  in  noord-westwaartsche  rigting  naar  Tandjong  
 Datoe  loopt,  en  waartoe  de  toppen  Goebang,  Raja,  Djangoel  
 en  Koemei  *)  behooren,  vormt  de  waterscheiding  met  het  gebied  
 van  de  Serawak-rivier  en  eenige  kleinere  stroomen,  die  naar  de  
 Noordkust  afvloeijen,  terwijl  de  reeds  vermelde  bergketen,  die  van  
 den  Bajang-Mioet  westwaarts  naar  Tandjong  Batoe-Belat  gaat,  de  
 waterscheiding  met  de  Kapoeas  en  de  rivier  van Mampawa  vormt 2). 
 Binnen  dezelfde  natuurlijke  grenzen  is  ook  het  rijk  van  Sambas  
 of  de  assistent-residentie  van  dien  naam  begrepen,  behalve  dat  de  
 Chinesche  kolonisten,  tot  Sambas  gerekend,  zieh  ook  ten  Zuiden 
 *)  De  Koemei  schijnt  dezelfde  te  zijn,  die  bij  Blume,  bl.  1 3 7 ,  139,  
 1 4 1 ,  naar  George  Mullers  onleesbaar  handschrift  Kwooe  en  Kuaai  is  ge-  
 noemd.  De  kaart  van  Melvili  van  Carnbée  heeft,  ongeveer  op  de  plaats,  
 waar  ik  den  Koemei  meen  te  moeten  zoeken,  den  berg  Pangi. 
 s)  Eegeringsbesluit  van  28  Febr.  1 8 4 6 ,  bij  Temminck,  bl.  151;  vgl.  
 boven  bl.  5 ,   6.