
gekozen hadden. Hij keerde vervolgens, na voor verver*
sclting voor het leger gezorgd en een’ togt naar Banda
gedaan te hebben, in September naar Batavia terug, K a-
k ia l i en T amalessi derwaarts medenemende, onder voor-
wendsel, dat zij zieh legen de aanklaglen van den geweze»
Landvoogd vak » * k Hbcvel aldaar moeslen verdedigen.
De nieuwe Gouverneur v is Dkutecoh , een man van den
degen, regeerde, zoo als zulks wel meer van krijgslieden
onderyotiden is en wordt, en gelijk Y a l e s t ijk zegt, »siecht
en straf” , en hield tevens zulk eene onnaauwkeurige aanlee-
kening van het voorgevallene onder zijn beheer, dal er
weinig van le verbalen valt. Zoo veel is echter bekeud»
dat de Ainboinezen nog minder met hem dan met vak » ek
H euvzl over weg konden. Nog barscher en ruwer dan deze ,
sprak hij heu altijd even veraebtelijk aan, behandelde hen op
denzelfden voet, ontzag zieh niet den koning van Soya ( 1)
te slaan, en bragt daardoor zulk eene baloorigheid on-
*ter die natie le weeg, deed zulk een’ afkeer van de Ne-
derlanders geboren worden , dat Christenen en Mahomedanen
toevlugt nainen tot het gewone middel otn zieh aan het ge-
zag te onltrekken, door met have en goed het gebergte
in te loopen en daar voorloopig te verblijven. Slechts zeer
weinige dorpen, digt bij het kasteel Victoria gelegen *
hielden stand; — de Christenen beklaagden zieh over eene
op eigen gezag door een' Predikant ondernomene telling der
zielen , zeggende dat zulks zeker gesekiedde ora te kunnen
nagaan, hoe veel gevangenen men nog vervoeren kon en
hoe velen hunner te Amboina verblijven zouden; — de Mahomedanen
, daarentegen, vonden in het vervoeren van
-Kaki au en T awalessi naar Batavia een voorwendsel, en vol-
gens hun voorgeven zouden al de Oravrj kaija’s dien weg
( i ) Een dfcr Christen vorstjes op het Schiereiinnd Lei j t imö tv
möeten opgaan ; —in een woord , het verlrouwen op den .
Landvoogd was zoodanig geschokt en de oorlog overal in
zulk eene woede uitgebärsten, dat de Landvoogdij zieh nimmer
in een’ diergelijken jammervollen toestand had bevon-
den en het meer dan tijd werd, dat er van Batavia eene
geduchte magt kwam opdagen , om dien schier wanhopigen
Staat van zaken te hersteilen.
En die magt kwam, vvant op den 19 Januarij 1637 zag
men den Opperlandvoogd van Nederlandsch Indie , de be-
roemde A k t o s ie v a k D ie m e k , een der verdienstelijkste
mannen, welke immer het gezag over den Indischen Archipel
gevoerd hebben, benevens de Extra-ordinaris raden van
Indie O t t e k s en Ca A ir, gelijk ook de gevangenen Kakiali
en T a m a l e s s i , met 17 schepen , waarop zieh 2000 koppen
bevondeu , te Jäalamoeli, een half uur bewesten Luciela
verschijnen. Hier werd kondschap omtrent den staat van
zaken ingewonnen en dadelijk besloten, het genoemd Luciela
, reeds sedert lang vruchteloos belegerd, omdat de
beide vijandige K iimi l ah ( is zieh daarin ophielden , met
volle krachten aantevallen. De onderneining gelukte, of-
schoon met een verlies van 13 dooden en 30 gekwetsten ,
onder welke laatsten de Raad van Indie O t t e k s , terwijl
de vijand , tot elks verwondering, slechts 2 gesneuvelden
telde. Nietteinin was hij uit zijne vierdubbele stärkte
verdreven, inet achterlating van al zijne wapenen , waarop
die versterking tot den grond toe gesiecht werd.
Zijn HoogEdelheid verscheen toen met het grootste ge-
deelte zijner magt voor het kasteel, maary hoezeer de o-
verwinning van Luciela een’ grooten invloed verwekt
had, evenwel wilde de bevolking niet van het gebergte
afkomen, omdat zij niet genegen was, langer onder den
barschen vak Df. i; tf.com te st aan. Zoete woord en hielpen
niets; geweld kon slechts het doel doen bereiken, en de
gevlugten tot ander inzigt breiigen en luttel was dan ook