
de Luitenant J acob VzRHBiDRirondersciieidde zieh door. in
den nacht van den 3den dier maand met eene onbeschrijfe-
lijke moeite, in weerwil van den feisten tegensland, welke
zijne onderhebbenden bijna aa» het wank eien bragt, een
heuveltje, waardoor bij des vijands werken beheerschte ,
te beklimmen, te veroveren en bezet te houden. Den 4de»
Mei veroverde inen de beniing der Boetonners, en dreef
in den namiddag Kakiali met handgranaten uit eene bat*
terij in het hangen van den berg verder naar zijne bovenste
vesting, die mede dadelijk aangetast werd. Maar hier was
het einde der triumf, want nu deed de vijantt zulk een’
verwoeden uitval, dat de Holländers in de grootste- ver*
warrirtg van boven naar beneden gedreven werden , 8
dooden en 24 gekwetsten bekomende, en tot overmaat
van rattip ontstond daardoor eene dusdanige verslagenheid
en moedeloosheid, dat inen geen nieuwe troepen meer
den berg op durfde zenden, maar, al de veroverde
werken vernielende en bedervende, naar Viotorib te-
rngkeerde, het gezag over de vloot* die voor Hitoe
bleef, in handen latende van den Commandeur VAiri
De vijand had echter gezorgd, dat zijne krnidnagelen
den overwinnaars niet ten buit werden* want hij had
ze den vlammen opgeofferd, al naarinate hij in deze dagen,
gedurende de verschilfende aanvällen, grond had verloren.
Spoedig werd het ook ruchtbaar, dat de Makassaren
alleen zieh zoo dapper verdedigd en de Boetonners en
Hito£zen, op eenige weinigen na, niets in dat bloedige
werk verrigt hadden. De eersten telden dan ook ruim
30 dooden en 50 gekwetsten,' waaronder een groot
Hoofd, die gesnenveld was, en van de laatsten hadden
Patiwasi en Iman Bidjaii hun strijdhaftig karakter bot-
gevierd. De een was, hoe onkwetsbaar anders, eVenwel
deze maal in het been gewond, en de andere in het
aangezigt gekapt geworden* Van raeer belang echter was
de verkregene zekerheid, dat de vijanden al hunne le-
vensmiddelen zelf verbrand hadden, en nu van boom-
bladeren en wortels leven moesten, zoodat de honger
hen ras dwingen zou om zieh over te geven, hetgeen
zij mogelijk reeds gedaan zouden hebben, indien zij daariu
niet verhinderd waren geworden door K a r ia i i * die, in
weerwil van zijnen tegenspoed, den eens gezworen eed,
om met de Nederlanders geen vrede te maken» niet
wilde verbreken.
T o b l o e c a b e s ie , door het volk als het wäre gedwongen ,
had raede in dien strijd op de hem eigene moedige
wijze deel genomen , doch zocht ook dadelijk weder vrede
te verwerven, en had daartoe een’ broeder en eenige
Hoofden van Mamalo naar het kasteel gezonden. Dan
zijn verzoek werd niet verhoord, tenzij hij in persoon
verscheen, hetgeen hij kort daarop deed, wordende als-
toen door den Zeevoogd in genade aangenomen, ofschoon
deze zieh weinig aan hem en K a k i a l i liet gelegen liggen,
alzoo hij hen nu genoegzaam voor overwonnen hield. Hij
steinde er . evehwel in toe, dat onze held van Oerien,
zieh naar laatstgenoemde begaf, om hem tot onderwerping
aan te manen, doch ook dat bleef vooreerst zonder
gevolg.
Intussclien werd ter zelfde tijd het verzoek van den
Sultan van Ternate in zoo ver ten uitvoer gebragt,
dat de niets kwaads vermoedende Kimalaha L o e h o e met
de zijnen gevangen werd g ezet, behalve zijne dochter,
die, des vorsten bijzit geweest zijnde, uit dien hoofde,
»tätig door de jufvrouwen van -Amboina ingehaald en ,
volgens zijn la st, naar Ternate gezonden werd ! ! ! (1 ).
Vier dier gevangenen werden reeds dadelijk voor het kasteel
onthalsd en hunne ligehamen ten toon gelegd.
( i ) V a l e n t i j n II deel, Ambonsche zaken bladz. 139.