
Hoe zeer lang en mager en met wezenstrekken , die op
den eersten aanblik eenigzins Iterugstootten, doch bij
nadere beschouwing om het lijden, dat er nit sprak, be-
laogstelling inboezemden, bezat hij evenwel eene spierkracht
, die, door geene ongeregelde levenswijze onder-
mijnd, hem tot de grootste vermoeijenissen geschikt deden
zijn. In de tegenwoordigheid des vijands bleef hij altijd
even kalm, bereisende alle kansen naauwkeurig, en overlei
met bedaardheid al hetgeen hij vermeende, dat de zege
zou kunneu doen verwerven. Doch was ook eens het
gevecht begonnen, dan wierp hij zieh als een woedende
leeuw in het hevigst gedrang, in het inidden
der vijanden ; — dan vocht hij , als zocht hij den
dood en als dreef hem de wanhoop tot het niterste.
Zijn naam verbreidde schrik en was' een geesel-in de
ooren van hun , wien hij de gevolgeu der oorlogswoede
deed gevoelen. Maar na den afloop van den strijd werd
hij weder even kalm en afgetrokken als te voren. De
ingeoogste roein , waarvan Valsstijs zoo dikwijls gewaagt,
lokte hem niet uit om een’ anderen dan zijn’ gewonen
levensregel te volgen. Alles wat buiten diens kring lag,
had geene bekoorlijkheid voor hem , en slechts zeer weinigen
waren er nog op Amboina, die zijne vorige lot-
gevallen, vooral die welke aan zijne lsoinst verbonden
waren en waaromtrent hij altijd een diep stilzwijgen be-
waarde, genoegzaam kenden, om het raadsel te kunnen
oplossen, waartoe zijn gedrag aanleiding gaf. Algemeen
werd hij beschouwd als een man, die gebukt ging onder
den last van hartzeer en kommer, doch meer algemeen nog
als een vrouwenhater. Hare tegenwoordigheid toch ont-
week hij altijd en nimmer had men hem eene vrouw
een woord zien toevoegen; even zoo ontvlugtte hij elke
plaats, waar hij nog jeugdige kinderen bij een zag; —
luinne onschuldige speien verdroten hem en waren een
doorn in zijn oog. Ook sekenen zij bij hem de smar-
telijkste gewaarwordingen of lierinneringen op te wekken,
en waarkeid was het, hetgeen de winkelier van hem gezegd
had : nimmer zag men hem in de kerk en kluis , eene omstandigheid,
welke in dien tijd meer dan nu de alge-
meene aandacht tot zieh trols.
Welke ook de beweegredenen of oorzaken mögen ge-
weest zijn, die hem zulk een afgetrokken, als het wäre,
menschenhatend leven deden leiden, zeker is het, dat
hij, door ieder hooggeacht, het volle vertrouwen der
Amboasche burgerij genoot, en reeds raenigraaal, in oo-
genblikken van gevaar, aller ooge.n op hem gevestigd
waren geweest, terwijl hij de van hem gekoesterde ver-
wachting nimmer onvoldaan had gelaten. Geen wonder
dan ook, dat dezer door ondervinding gerijpte, den vijand
en deszelfs krachten, als ook de middelen, welke de
Compagnie toen op Amboina bezat, kennende man, de
gevoelens durfde afkeuren, welke en de gevreesde Laudvoogd
en diens vreesacktige raden aan den dag legden, en tevens,
toen Demmeb eiüdelijis ook zijne gedachten innam , 1 öud-
borstig verklaarde;— dat de tijd nog niet daar was,
ivaarin er aan gedacht kon worden, om aan de muilerij
van Capaha paal en perk te stellen. Immers, ging hij
kalm en bedaard, zonder zieh aan de over zijne ver-
metelheid verbaasde blikken dier raden iets gelegen te
laten liegen, voort: » op het het geheele schiereiland Ifitoe
bestaat er bijna geen berg, die hooger, steiler en daar-
door moeijelijlser te beklimmen is en tot wiens verdediging
de natuur , als het wäre, meer medewerkt , dan de Ca-
paha. Ik heb dien bestegen , heeren! en spreek dus uit
ondervinding. Genoeg en dikwijls heb ik getoond, dat
eene onderneming van dezen aard, indien er de moge-
lijkheid toebeslaat, rnij geen afkeer inboezemt oiu mijne
krijgsmaus pligten te vervulleu ; te vaak heb ik ze bij