
zijne opvoeding strijdende en vaak woeste en ongeregel-
de eigendomraelijkheden van den toestand, waarin hij
zieh bevond — hij had evenwel karakter genoeg , oin zieh
naar de omstandigheden te schikken en liet geenszins bet
hoofd hangen bij de eerste schi ede op eene loopbaan , die
bij zieh zelven gekozen had, hoe weinig ze ook aan zijne
verwachting beantwoordde. Gerugsteund door de beginse-,
len ,, welke hij dier opvoeding te danken had en geen
deel nemende aan de verregaande uitspattingen zijner
krijgsmakkers, hoewel nimmer, noch zijne opgeruimd-,
heid, noch zijne aangeborene zachtheid in den omgang
met dezelven verzakende, zoo werd hij weldra, om zijn
goed gedrag en dienstijver, door zijne meerderen günstig
onderscheiden , en na ommeloop van nog geene twee jaren
tot den rang van sergeant bevorderd.
Hoe groot de magt der nakomelingen van de oude
Lucitaniers (1) ook reeds sedert bet begin der XVIde
eeuw in de Oostersche gewesten zijn. mögt, op de kust
van Coromandel bezaten zij schier niets dan de stad
St. Thome, eenige mijlen van Maxulipatnan gelegen.
Sedert 1603 hadden de Nederlanders daarentegen met
den vorst van Golconda reeds overeenkomsten gesloten,
welke hun eene rüstige vestiging op verscheidene plaatsen
ter dier kusten moesten waarborgen, hoezeer de onder-
vinding te wel leerde, hoe weinig zulks het geval
was, zoo van den kant der inlandsche bevolking als
van dien der Fortugezen. De laatstgenoemden verwoest-
ten in 1613 de Nederlandsche nederzetting te Maxulipatnan
, plunderden het kantoor uit en vermoordden
al de bezettelingen. Naauwelijks was die plaats even wel
weder door de 0. I. C. bezet, of men was op wedrwraak
(i) Portugezen.
¡bedacht; aanhoudend werden er kruistogten tegen den
vijand ondernomen, en de zonen van de Taag vonden
zelden gelegenheid raeer, om hare ontluikende magt op
die kusten een geweldigen slag toe te brengen.
Het was op een dier kruistogten in 1620,. waarin Sergeant
VERHEiDEir deel nam, dat het jagt de Duive de stad
St. Thome digt genaderd zijnde, de bevelvoerder • van
dat vaartuig denzelven gelastte, oin met een twintigtal
manschappen een nachtelijken strooptogt te doen , om een
pradhlig landhuis, hetgeen niet ver van strand gelegen
scheen , te overvallen en aan de vlammen op te offeren.
ln den schemeravond aan wal gezet, volbragt hij dien
last met al het beleid eens oüden krijgsmans, doch de
bezitters op hunne hoede zijnde, zoo ondervond hij in
het middernachtsuur, waarin hij den overval deed, een
krachtdadigen wederstand, zoodat het hem de grootste
moeite en zelfs het verlies van eenige manschappen kostte
alvorens het huis te kunnen indringen. Zijne manschappen,
daardoor verbitterd, vermoordden alles wat zg
ontmoetten, en, niettegenstaande zijne menschlievende
vertoogen, welke bij die bloeddorstigen evenmin gehoor
vonden, als zijne strengste bevelen , lagen weldra een
drietal jeugdige Portugezen, de zonen des eigenaars,
en eenige slaven te zwemmen in hun bloed en hadden
opgehouden te bestaan.
Doch tot in een der binnenvertrekken doorgedron-
gen, brak zijn edel hart door het smartelijkste tooneel,
wat eene pen beschrijven kan. Het zwakke licht eener
ilaauw brandende aan den zolder hangende lamp deed
hem daar een reeds bejaarden Portugees ontwaren,
welke nog met het zwaard ter verdediging in de
hand, door een musketkogel doodelijk in bet hoofd
getroffen, op den vloer was neürgezegen. Een schoon
mistiesch meisje, hetgeen nhauwelijks zestien zonnewente