
Drie dagen waren he» vergund zieh tot dien ge-
wigtigen stap voor te bereiden. Vruchteloos had hij ,
reeds voor het uitspreken van zijn noodlottig vonnis ,
zijne vaderlijke stem tot de ooren des Landvoogds
doen doordringeu en eene ontmoeting inet den lieve-
ling zijn’s harten — tuet zijn zoo innig beminden zoon
P n ti.o c o i.A K afgesmeekt; — vruchteloos had kapitein Y e r -
heiükk zieh voor hein in de bres gesteld> en gebeden
hem te vergunnen, den vader van zijn’ kleinzoon te
bezoeken en in zijn lot te troosien; — de Landvoogd
behield zijn nokkende stilzwijgendheid, en het vader-
hart werd elke verzachtirig ontzegd: hardvochtig weigerde
hij alles, wat tot lpniging der zielssmarten van
den veroordeelde zou hebben kunnen strekken.
Elke dag van de hem nog overblijvenden en elke
nacht verduisterde zijne hoop; de etmalen versmolten
tot uren en nog mögt de ongelukkige zijn eenigen
wensch niet vervuld zien, nog bleef het onmensche-
lijkste mededoogen hem het eenigste, wat balsem zou
gestört hebben in zijn verbrijzeld hart en hetgeen de
drijfveer, — de prikkel was geweest, om zijne in
rouwfloers gewikkelde toekomst onverschrokken te ge-
moet te gaan, ontzeggen: nog had hij den geliefden
zoon niet aan de vaderlijke borst mögen drukken;
nog had hij hem niet voor het laatst mögen omhel-
zen, en alle hoop verdween met de voortsnellende
uren, die hem te nader aan zijn einde bragten. Toen,
nam hij in zijne wanhoop een besluitr—ongehoord in
de geschiedrol der Mahomedaansche leer— een besluit,
dat hem, indien hij innig van de waarheid dier leer
overtuigd was, eene eeuwige verdoemenis voor oogen
deed schemeren. Maar den door zoo vele zielskwel-
lingen gefolterde vader was niets meer heilig —geen
aardsche pijnigiug, geen onherstelbaar verlies zijner
onsterfelijke ziel in hoogere gewesten, schrikte hem
meer af om zijnen God—-zijnen Profeet te verlooche-
nen, indien hij slechts eenmaal ziju kind mögt zien —
indien het hem slechts vergund werd nog eenige da-
gen in vrede ' met hem hier op aarde door te bren-
geu. En hij bood aan zijn geloof, het geloof, waarin
hij was geboren en opgevoed—het geloof zijner
voorvaderen, waarvoor hij alles op het spei gezet had,
te verzaken, ' zoo hij in den schoot der belijders van
Christus kon opgenomen worden en längs dien weg zijn
eenigst en laatst verlangen bekroond mögt zien. Dan ook
dit, werd hem geweigerd. Zij, die zieh de belijders noemden
eener Godsdienst, gegrond op menschelijkheid ; — zij die
zieh de zonen noemden van Hem, die om der menschen
wille is gestorven ; — zij, die geen eeuwig heil er-
kenden, dau dat wat verworven wordt, door aan
Hem te gelooven en hem te vereeren ; zij, die door
die godsdienst op eenen hoogeren trap van beschaving
stonden, en daardoor met eene voorbeeldige . menschenliefde
bezield moesten zijn;— zij, die, de magt
in handen hebbende, misbruik maakten van dezelve
om hunne zucht naar wraak en zielendwang den rui-
rnen teugel te vieren — zij verwierpen een verzoek,
dat, zoo zeer den Heere welbehagelijk moest zijn,
J want iinmers Ziju zoon gaf de verzekering, dat Hij
de zondaars genadig is— en de Landvoogd Hem m e r ,
de mensch, de tijdelijke vertegenwoordiger van Hem,
van wien alleen allé magt uitgaat, loochende die
Goddelijke woorden en teekende het vonnis van T oe-
loecabesie , als zieh alle genade onwaardig gemaakt
hebbende.
De eerste morgenstralen verlichtten op den 3den September
1646 het nog, als het wäre, in nachtrust
gedompelde plein voor het kasteel Victoria en waren