
u en c^n voor kapitein Yerheidjbk in de schansen voor
den Capäha. Yertrek morgen vroeg derwaarts. Hij
zal 25 muskettiers en even zoo veel piekeniers onder
uwe bevelen stellen. Marscheer daarraede, zoo spoedig
mogelijk, naar Alang en L illib o ij, neem alle hoofden
dier beide dorpen gevangen, en breng ze hier aan
het kasteel.”
» Duizend duivels !—mompelde Swagbb ,—dat is een kolfje
naar mijn h a n d d o c h zieh dadelijk herinnerende, waar
hij was,- antwoordde hij zeer bedaard:
» Dat zal gebeuren, uw Edelheid ! evenwel, indien
zij zieh verweren, hoe dan ?”
»Dan betaalt gij inet dezelfde munt, en offert alles
aan de vlammen op; gij verschoont niets en niemand ,
hoort gij ? want in dat geval moeten die dorpen zwaar
gekastijd worden.”
» Opperbest ! — en Swagbb wreef zieh de handen van
genoegen ; — nog iets van uwe bevelen, uw Edelheid ?”
» Hm! wacht w a t! hebt gij al meer zulke togten
gedaan , sieur vaandrig ?”
» Alleen nooit, uw Edelheid *! maar wel. . . . .”
» Nu dan zal ik u iemand medegeven, die u behulp-
zaam zal zijn bij uwe aanraking met de bevolking der
andere dorpen, welke gij moet doortrekken. lk wil niet
dat de geringste baldadigheid op marsch bedreven wordt,
Cn dat is meestal het geval met de militairen, indien
zij op hunne eigene wieken drijven. lk zal mijn secre-
taris gelasten u te vergezellen , en een waakzaam oog op
alles te houden.”
» Uw’ secretaris , Edelheid ? — vroeg Swagbb verwon-
derd, — dat zal hem weinig gelegen komen.”
» Hoe zoo ?”
» Hij vrijt 'i uw Edelheid ! hij vrqt. God weet hoevele
tränen er gestört zullen worden als uw Edelheid brj dat
voornemen blijft. Daarenboveri, ook hij heeft nimmer
zulk een’ togt gedaan.”
» Dat weet ik en juist daarom kies ik hem. Zijn vrijen
heeft den tijd en Compagnie’s' dienst gaat voor. Ga bij
hem, vertel hem mijn’ wil, en zeg hem tevens, dat
hij onmiddelijk hier komt.”
Swäger liet zieh dat niet tweemaal zeggen j hij stoof
de deur uit en rende als het wäre f naar hpt huis van
A b b a h a k F l u w b e i , dien hij bezig vond met het door-
suuffelen van eenige oude papieren.
» Hoerah !— riep hij hem reeds in den gang des huizes
to e ;:—hoerah! ik wenseh u geluk, Bham ! Duizend duivels!
wat staat gij in eeü goed blaadje bij -den oude.”
»Bij wien ?” vroeg Bram, verbaasd hem aanstarende.
»Wel bij den oude, — bij den Gouverneur!”
»Spreek toch wat deftiger ■ van onzen bestuurder ;—
indien hij het hoorde, zou hij het u niet vriendelijk
afnemen. Maar wat meent gij eigenlijk ?”
» Wat ik meen ? Luister ! — en S w a g b b zieh in zijn ge-
liefkoosd postuur zettende, ging voort.
»Gij A b r a h a m F e d w e e l ! die niets dan acten s te lt;
En in den raad de stemmen t e lt ;
U maakt de Landvoogd tot een held;
En zend u naar het oorlogsveld l”
» Mij , Swagbb?” en Brammetje verbleekte en liet zijne
horologie ketting los.
»Wie anders, Bram? Duizend duivels ! wij gaan te
zamen en zullen een leven hebben als prinsen.”
»Maar wat bedoelt gij toch, Swagek? spreek duidelijk.
Gij schertst immers ?”
» Waarachtig niet, Br a m ! Dat zal -ik wel laten» als
de oude iets bevolen heeft. Ons beide gelast hij om eens
even naar Alang en Lilliboij te gaan en daar den boel
netjes af te branden. Ook kunneu wij, indien wij willen,