
gevecht, de Hitoezen op de vlugt joeg eu met geweld of
door zoete woorden geheel jYitoe ten onder bragt. Hierna
voer hij de baai in en vond zijne verdrevene landslieden,
zonder woonplaats zwervende, bezig met het opbouwen
eener honten resting op den Jtoodon berg, waarin hij Por-
tugesche bezetting leide en waar hij terens zereu ran Ter-
nate inedegeroerde Mardhijksche huisgezinuen plaatste (1) ,
die de oorsprong zijn ran het tegenwoordig nog bestaande
Mardhijker-kwartier te Amboina.
De orerwinning , door de Portngezen behaald, spreide rrees
en schrik in het rond. Elkeen zocbt hunne vriendschap en
weldra waren zij meester van het gansche eiland, met dat
gerolgt dat zelfs hunne godsdienst op rerscheidene plaat-
sen door de berolking aangenomen en reeds ran toen af
den grond gelegd werd ran het Christendom, dat nu nog op
het schiereiland Leijlimor geronden wordt. Doch deze
nitbreiding ran godsdienst deed tus sehen de Ternatanen
en Portugezen-eene reete geboren worden , die nimmer op-
gehouden heeft te bestaan en naderhand op de Nederlanders
is orergegaan, Immers de rorsten ran Ternate waren ijre-
rig Mahomedaansch ; zij hadden een zeker regt ran eigen dom
op Amboina , dat wel steeds door de Hitoezen ontkend ,
doch waarin zij door de Portugezen en later geruimen tijd
ook door de Nederlanders gehandliaafd werden. Met leede
oogen konden zij het niet aanzien hoe hunne schijnrrienden ,
die zij enkel als orerweldigers beschouwden, zieh ook de
godsdienst ten nutte maakten > om langzamerhand hunne
( i) Mardhijksch is eene verbastering van het maleische woord
M a rd ah e jk a , hetgeen beteekent Vrij.Wanneer er dus sprake
is van Mardhijkers, dan wordendaarmede bedoelt: lieden, die slaven,
krijgsgevangenen ofop eene andere wijs leenroerig geweest, en door
hunne heeren en meesters Vrij verklaard zijn, dan wel van hunne
afstammelingen, welke steeds die benaming blijven behouden.
onderdanen van hen aftetroonen, en hunne woede kende
geen palen toen , na de komst van Xaveriu» , in Februarij
1546, de Roomsch-Katbolijke godsdienst hand over hand toe-
nam. In hunnen naam voerde een Kimalaha of stedehouder,
gezamenlijk met de Europesche landroogden, het gezag o-
ver Amboina en de omliggende eilenden , en het was door
dezen dat zij, dan eens openlijk, dan eens in het geheim,
de laatst vermelden zoo veel mogelijk tegenwerkten en zelfs
deden beoorlogen.
Dertig jaren rerrlogen dan ook onafgebroken in de feiste
worstelingen tusschen die beide natieen Dan eens ge-
lukte het den Ternatanen om den Portugezen het onderspit
le doen delven en de tot het Christendom bekeerde heide-
nen tot het Mahomedaansch geloof terug te brengen, dan
weder behielden de zouen van de Taag de overhand, voor-
al wanneer zij van Goa en Timor bijstand in manschappen
en schepen ontringen ; en de trotsche Hitoezen, zoo tuk
op het bewaren hunner vrijheid en geene gelegenheid laten-
de ontsnappen om die te handharen, ondervonden dikwerf
de ontoombare magt der nieuw aangekomene vreemdelin-
gen, welke hen menigwerf aan den raud van het ver-
derf bragt.
Deze onophoudelijke worstelingen waren derhalve de
roorname oorzaak dat de Portugezen, na hunne restiging
aan den Roodon-berg verlaten te hebben, als berroedende
daarin niet bestand te zijn tegen de rereende Ternataansche
en Hitoesche magt, in het jaar 1572 het kasteel ran Amboina
begonnen te bouwen, dat in 1588, roltooid zijnde ,
den zetel ward van een geregeld bestuur, hetgeen ran
hunne zijde eigenlijk nog niet over het eiland bestaan had.
Niet weinig werd dan ook hierdoor dat bestuur berestigd,
behoudende , in weerwil der pogingen van al hunne rijanden,
op nieuw het gezag over het geheele eiland, den Hitoezen
zoodanig in het naauw brengende , dat dezen zieh genood