
zankt zagen , om ecrst de Bandanezen, dat echter zonder
gevolg bleef, en toen de Javanen te hulp te roepen. Be
laatsten kwamen in grooten getale onder zekeren Radja
Grri over en nestelden zieh tegen over het Portugesche kas-
teel, alwaar zij drie jaren, zonder veel uitteroeren , ver-
bleven en , ziende dat nit hun Vaderland geene hulp kwarn
opdagen , derwaarts terugkeerden. Het verbond bleef even-
wel in stand en in 1599 nogmaals overgekomen zijnde , zoo
vereenigden zieh de Hitoezen , Ternatanen en Javanen in
1600 op nieuw en vielen de Portugezen aan, die» niettegen-
staande hunne magt, hen niet alleen verdreven» tnaar ook
door hulp der Korra korra’s van hunne Christen- onderdanen»
vooral der vloot van Hitoe een’ gevoeligeri neep toebrag-
ten, vliegende die meest door haar eigen kruid in de lucht.
Middelerwijl waren de eersteNederlandsche schepen onder
W i j b b a b d v a b W a b w i j k op den 3den Maart 1599 op de
kust van Hitoe ten anker gekomen en aldaar zeer wel ont-
vangen. Zij dreven hier eenigen handel, doch verwekten
vooral de verwondering der landzaten op» door te verklären
vijanden van den koning van Spanje, toen mede de
kroon van Portugal dragende»te zijn» en zelf in een’ aanval
op een dorpje, door de Portugezen bezet» de behulpzatne
hand te bieden , ten einde' dezen daaruit te verdrijven. Ove-
rigens bragt de komst van v a b W a b w i j k hun niet dien onder-
stand aan, welken zjj wel verwacht hadden, doch toen in
Mei 1601 de Admiraal S tb v b s v a b d b b H a g b b met het
schip de Son voor Hitoe aankwam» verzochten zij dezen
om bijstand tot bemagtiging van het Portugeesch kasteel.
Aan dit verzoek werd gehoor verleend» en die sterkte wer-
kelijk gedurende acht weken van den zeekant door de Holländers
en aan de landzijde door de Inlanders belegerd. Het
gevolg was luttel, en de vijand bekomraerde zieh weinig om
eene poging met onvoldoende krachten begonnen, zoodat
de Admiraal , te moedigen tegenstaud en veel verlies ondervindende
, genoodzaakt was het beleg optebreken. Alvo-
rens echter de kust te verlaten, bouwde hij te Hitoe-lama
eene houten versterking, noerade zulks het (otiF'an verre,
zeker ter verheerlijking der maatschappij van dien naam,
in wier dienst hij was en welke tot grondslag gestrokt heeft
der oprigting van de 0* I. Compagnie, en sloot met de
Hitoezen een verbond, waarin hij hun over drie jaren eene
groote, zakelijke hulp tegen de Portugezen beloofde, mits
zij aan den gezaghebber van dat'fort, Jab Dibkszoob Sob-
bbbbebg , die met 27 vrijwilligers danrin achterbleef, tegen
een’ gezelten prijs al hunne kruidnagels afleverden.
Ziedaar dan den oorsprong der Nederlandsche vestiging
op het eiland Amboina , hoezeer zij slechts van körten duur
is geweest. want reeds in Junij 1601 verliet Sobbbbbebg
niet meer dan 300 Bharen nagels hebbende kunnen verzanae-
len, als ook omdat het fort niet sterk genoeg was , lijdende
hij bovendien een volslagen gebrek aan de noodzak elijkste
levensbehoeften , —bij de aankomst van den Admiraal Jacob
Hebkskerk, Hitoe'18 kust en stevende met dezen weder
naar heL Yaderland.
Gelukkig voor hem was dat vertrek bij tijds geschied.
De herhaalde komst der Nederlanders in de Molokkd's was
te Goa ruchtbaar geworden, en men vreesde daar voor
eehe krachtige nederzetting dezer natie in die gewesten.
IJlings werd dan ook eene geduchte magt, bestaande uit
tien galjoenen » zeven galcijen en zeven andere vaartuigen,
op last des önderkonings, te Malakka vereenigd en onder
het beVel gesteld van Amboina18 geesel, den Zeevoogd Don
Abdbea Fortcdo db Mbbdosa , die daarmede te Bantam aan-
gierde, vermeeuende die plaats , zoo als Yalbbtijb zogt,
voor een ontbijtje weg te snappen. Doch de Nederlandsche
zeevoogd Wolferx Hermabsz , däär met vjjf schepen ten
anker , tastte hem zoo onverwackt aan en klopte hem zoo
geducht, dat hij, niet verlies van twee galeijen , die in