
K a k i a u en P a t iw a s i waren bij den pas van Baguala
gebleven om te beletten, dat over land hulp van hei
kasleel kwam opdagen, doch de Landvoogd liet eenige
Soldaten en gewapende Amboinezen en slaven uitrukken,
die, wakker op de trom slaande, beide mede op de
vlugt joegen. Yak OrDSHOoBir zette bovendien den vijand
onophoudelijk na en ontnam hem bij Hila al het geroof-
de. De Makassaren verwierven derhalve weinig roem en
geluk bij hunne intrede op het slagveld en raakten in
hooge woorden met K a k ia l i . Niettemin dreigden zij an-
dermaal Hitoe-lama te zullen aanvallen, hetgeen belet
werd door versterking van mansehappen, op verzoek van
Ca jo As in de vesting gelegd. Yan zeven nieuw aange-
koniene Makassaarsche vaartuigen werden er ook twee in
den grond geschoten en de vijf anderen in eene rivier
gejaagd, zonder dat zij vorder afbreuk konden doen.
Desniettegenstaande nam des vijands raagt toe. Yele
jonken met sago geladen kwamen aan. Het tot dus vor
trouw gebleven Hoofd van Mamalo, de Orang kaija
B aros , viel den Tiederlanders a f , en was daardoor oor-
zaak, dat ook dat dorp K a k ia u ’s partij omhelsde. De
zuster van dien woelgeest was in dien tusschentijd met
de Kimalaha L oehoe gehuwd, en T oeloecabbsie veran-
derde in zoo ver van rol, dat hij, door den Landvoogd;
opgeroepen om over' de gemeene zaken te Spreken,
ronduit weigerde te körnen, zeggende zieh voortaan tus-
sohen K a k ia l i en de Compagnie onzijdig te willen ge-
d ragen.
Den 13 September 1642 werd mede de Landvoogd
Ga a s vervangen door den gewezen Advokaat Fiskaal „
£xtra-Ordinaris Raad van Indie G r ba rd Demmeb , die
als twaalfde bestierder optrad en spoedig vernara, dat,
ofschoon nog vele dorpen K a k ia l i waren toegevallen,
echter bij na al de Makassaren met 20 vaartuigen naar
huis waren gekeerd en er bij den vijand een groot ge-
brek aan levensmiddejen hestond. Kort te voren had
ook de Kimalaha L obhoe zieh aan de Compagnie on-
derworpen en belofte gedaan haar en zijnen Koning in
het vervolg getrouw te zullen dienen, werdende hij met
vele eerbewijzingen in het Kasteei Victoria, outvangen.
De P a ti van Cambello, lang voortvlugtig en een vijand
der Nederlanders, werd mede in genade aangenomen en
tweemaal vergund zijne vrouw en kinderen op Jf^iwani
te gaan bezoeken. Rij de eerste gelegenheid gaf hij breed
op van K a k ia l i ’ s genejgdheid tot vrede, alleen nog door
de Makassaren daarin verhioderd wordeude, liggende die
bondgenooten, op goeden wind wachtende, aan bet strand
dier plaats, met hunne vol kruidnagelen geladene vaartuigen
, gereed om te vertrekken. De tweede maal echter
berigtte hij, dät de vijand van gedachten veranderd was
en gezworen had den oorlog met de Holländers, het
kostte wat bet wilde, te zullen doorzetten.
Het was dus zaak om niet lang stil te zitten , en de
Gouverneur Dk h h r r , een bedrijvend en moedig man, ofschoon
reeds hoog in jaren gevorderd» dacht er evenzoe
over. Met de Hongi in zee geloopen, beklemde hij vier
Makassaarsche vaartuigen, welke hij echter geen leed kon
aan doen, aangezien tien Leijtimorsche Korra - Korra’s zieh
buiten schot hielden, waarover hij hun later duchtig
hekelde. Die booze luim echter verdroegen zij beter dan
eene regenbui van kogels en schroot. Misnoegd stevende
D bmner naar Hila , vaardigde eene nieuwe instructie
u it, hoe de kruidnagelen in ontvangst te nemen, . en
ontving daar inlichtingen omtrent het dubbelzinnig gedrag
des Sultans van T ern a te , waaruit bleek, dat diens in
schiju oproerige Stedehouders nooit iets verrigt hadden
hetgeen niet door hem was goedgekeurd geworden , —
j a , zelfs aanmoediging had verworven. De Hongi bragt