
Qlfrrfth&m lecfti
Geenszins strookte bet met de bedoelingen der Capaha-
ii.esche opstandelingen om den oorlog , welke door hen te-
gen de Nederlanders gevoerd werd, zoo slepende te doen
zijn , als nu reeds niet alleen bet geval scheen te wezen,
inaar ook in den vervolge dreigde te worden. Onvoorbe-
reid als het ware hadden zij den stap moeten wagen oin
zieh tegen bunne magt te verzetten; slecbts weinigen tijd
konden zij , zoo aan hunne versterking , als aan het bijeen-
brengen van levensmiddelen toewijdeu , en vurig hadden
zij gehoopt, dat, zoo wel deze hunne handelingen, als de
bitsche beleedigende taal, die zij steeds jegens den Gouverneur
Dxmhek bezigden, het Christen opperhoofd tot
een’ stap geleid zouden hebben, welke hem duur te staan
gekomen , en waarvan eene beslissing het onmiddelijk ge-
volg geweest zou zijn. Zij wisten, en erkenden zulks zelfs
door hunne gestadige toevlugtsneming tot het hoogste ge-
bergte , dat de Nederlanders in de vlakten en op zee ,
door hunne meerdere wapenkunde en beleid, steeds de
overhand moesten behouden, en ook behielden, inaar op de
bergen, ook dit wisten zij bij ondervinding, had het Hun
veelal de grootste inspanningen gekost oin den zege te be-
halen, en indien dezelven al na verloop van tijd verwor-
ven werd, zoo was zulks meestal, gelijk het voorbeeld
van Wiwani nog geleerd had, meer te danken aan bijko-
mende omstandigheden , dan aan de zedelijke meerderheid ,
welke het gevolg was van hunnen standvastigen moed,
volhoudende zucht tot grootsche ondernemingen, en het
onbetwistbare ineesterschap in alles, wat den wapenhandel
betrof.
Groot was derhalve de teleurstelling , welke de Capaha-
nezeu ondervonden, toen zij de dralende wijze bespeurden,
waarop de anders zoo haastig en krachtdadig te werk gaande
landvoogd Demmer als nu handelde: en zulks bevreemde
hun te meer, omdat zij oordeelden naar de tij dingen, welke
de Orang k a ya "1s , op den dag van het zweren des
Matakauws , van de kotta La ha hadden raedegebragt,
en die hadden doen verondei stellen , dat de Gouverneur
magt genoeg bezat, oin hen onmiddelijk aan te tasten.
Grooter evenwel werd nog die teleurstelling,. en sloeg
zelfs tot bekommering over , toen men aan de dag voor
dag verminderende lioeveelheid levensmiddelen begort te
ontwaren , hoe noodzakelijk eene spoedige beslissing voor
hen werd, die zij nogtans niet konden verwachten, zoo
lang de Nederlaridsche magt zieh blootelijk tot eene inslaif
ting of afsnijding • der gemeenschapsmiddelen met de zee
bepaalde, door welk laatste vooral de toeVoer der tegen
over Hiloe leggende kust van Cerarn belemmerd werd.
Wel is waar , de met hen in het geheim verbondene Hi-
tocsche Orang kaya^s hielden trouw hun woord, ten minste
zoo veel de omstandigheden zulks toelieten, doch de aan-
voer , op die wijze verkregen wordende, was te luttel, te
gering, om daardoor in de behoeflen van de rijkelijk dui-
zend inonden , welke zieh op den berg bevonden, dagelijks
te kunnen voorzien , zoo dat het onvermijdelijk voor hen
werd te trachten eene gemeenschap te openen , waardoor
zij hoofdzakelijk aan dien benoodigden voorraad konden
geräken.
De gevolgen van het reeds kenbaar gebrek , waren dän
ook niet achter wege gebleven. Yrienden in nood vihdt
men zelden , doch gewis hoogst zeldzamer nog de zulkeh ,
die moed fen geduld genoeg bezitten om in die omstandlg-
heden der meesten afgod , hunnen buik, daaronder te döen
lijden. Naauw hadden de Makassaren, die zieh aan heil
hadden aangesloten , het ongeval bespeurd, dat de reeds
schrale keuken nog schraler w’erd, of zij onttrokken hunne