
biecht raankten en vervloekten het nur, waarop zij hun oud
geloof vaarwel hadden gezegd.
Afgescheiden nu van al de pogingen, welke deze priesters
in het werk stelden om het Christendom onder hen voort-
teplanten , laat het zieh gemakkelijk bevroeden, dat bij
zulk een’ stand van zaken, de Hitoezen, — vertrapt en
verguisd, beroofd van llgchamelijke en gewetensvrijheid,
—► niets vuriger verlangden , dan hunne bevrijders , die zij
nil reeds sedert jaren ongeduldig verwachtten , te zien
opdagen , en onbeschrijfelijk was aller vreugde en luid ver-
liieven aller juichkreten zieh ten hemel, toen zij den Ad-
miraal S t ev e s v a s deb H a g e i op den 21 Februarij 1605
met negen schepen, en een onderweg veroverde Portu-
gesche kraak, de baai van Amboina zagen instevenen en
digt bij het kasteelten anker komen. Doch ook aller ver-
wondering steeg ten top, toen de destijdige Portugesche
Landvoogd G a sper de Mil o , dadelijk, zonder aan eenige
verdediging te denken> met den Nederlandschen Admiraal
onderhandelingen aanknoopte, die ten gevolge hadden, dat
reeds den volgenden dag het kasteel met 30 stukken ge-
schut aan laatstgehoemde werd overgegeven en op den 23
Febrnarij ruim 600 Portugezen uit hetzelve trokken. Had
die Landvoogd slechts een weinig klockmoedigheid , het
geringste gevoel van eer bezeten, nog langen tijd zou hij
zulk eene welvoorziene vesting hebben kunnen verdedigcn.
Doch, hoe het ook zij, de panische sohrik, welke hem
overviel op het zien der Nederlandsche magt, möge de oor-
zaak zijn dat die verowering aan onze natie geen droppel
bloeds gekost heeft, — toch was zij groot en gewigtig in
hare gevolgen. Immers zij was het eerste krachtdadig be-
wijs van het zelfstandig vermögen der Nederlanders in de
Oostersche gewesten , en Amboina het eerste land, dat al'
däär, in naam der Algemeene Staten en Zijne Princel
y lee Excellentie den Graaf M au ru s van Nassau voor
de 0. jf. Compagnie , toen naauwelijks in hare geboorte,
veroverd, en in bezit gehouden werd. Zij toch leide den
grondslag tot dat ontzaggelijk staatsgebouw, dat nu bijkans
twee en eene halve eeuw heeft bestaan en zoo vaak de
grootste vorsten in Indie op hunne troonen heeft doen
verbleeken en sidderen. Zij was de hoeksteen van den
bloei van Nederland > en geen wonder derhalve > dat v a s
d er H ages , welke het gewigt zijner verovering niet alleen
voor het oogenblik, maar ook in de toekomst ten volle
scheen te beselfen ,• nog voor zijn vertrek naar Ban da,
beval, dat het kasteel den naam Victoria zou dragen,
en dat de 23“ Februarij voortaan alle jaren te Amboina j
als een feestdag ter herinnering aan die gelukkige verovering
, plegtstatig zou gevierd worden.
De eerste Landvoogd, welke aan het hoofd der Nederlandsche
magt te Amboina , na deszelfs in bezitneming ,
het gezag voerde , was F rede r ik H octmah , die alle Inland-
sche grooten, van het eiland , van welken rang of stand ook,
bijeen riep om, als onderdanen van den Staat der Ver-
eenigde Nederlanden % den eed van getrouwheid in zijne
handen afteleggen, met uitzondering van die van H ito e ,
welke zulks enkel deden als bondgenooten , blijvende de
oude wijze van bestuur, onder den kapitien van Hitoe en
de vier Perdana’’s , bij hen in zwang, zonder dat. daarin
eenige verandering werd te weeg gebragt. Daarenboven
werd het vroeger tusschen die Hoofden en den Admiraal
v a s d er H ages gesloten verbond op den . lOden dag der
maand Djamadi’lawal van het jaar 1019 der Hedjira (5
Augustus 1605) , door genoemden Landvoogd met de Hitoc-
zen hernieuwd. Uitdrukkclijk komt daarin voor: » dat
y> zij aan niemand eenige nagelen zouden mögen verkoopen
» dan aan de Holländers, tenzij met voorweten van den
» Gouverneur ,” als ook : » dat een ieder zou leven in
» zijn geloove , dat God hevri in ’t harte s tu u rd , of te