
» Landgenooten ! bewoners van bet vruchtbare H ito e ,
dat zpo dikwijls Gods zegen heeft mögen ondervinden, doch
thans door Zijnen regtvaardigen toorn in den benaauwd-
sten toestand is gedompeld ! Mannen, die bereid zijt op
nieuw de wapenen aan te gorden, om den wille awer gods-
dienst en vrijheid! die met mij hier te. zamen zijt gevloeid
om de regten van ons vaderland te vördedigen en den
trotschen vijand, de wraak- en bloeda uchtige Holländers,
te vernieten en voor eeuwig van onzen grond te verdrij-
ven L Onnoodig is het gewis, u al de schanddaden diens
vijands in het geheugen te roepen;— u al de folteringen
die wij, onze vrouwen en kinderen van hem hebben moe-
ten ondergaan , — al den dwang, waarmede hij onze gods-
dienst en handel aan banden le g t, te herinneren. Genoeg
zij h e t, om u tot wraak aan te sporen , n tee te roepen:
» Onze vader en beschermer , de moedige verdediger onzer
vrijheid, Kakiali, werd op zijnen last vermoord.” ff^iwa-
ni v ie l, doch Capaha leeft, en van daaruit zal hun de
bliksem treffen, waarmede die onverzoenbare vijanden ons
na sedert ontelbare jaren in hunnen euvelmoed bedreigen,
Het geluk möge hunne wapenen tegenwoordig vergezellen,
— niet altijd zal de toorn Gods over ons zweven, — niet
altijd zal Hij zijne wäre kinderen in eilende en onmagt
doen vergaan en den ongeloovigen ten prooije geven; in-
dien wij slechts eensgezind te werk gaan , en geen onzer
terugwijkt voor de jjzeren volharding , die in dezen raoei-
jelijken strijd zoo noodzakelijk zal zijn. In onze vergade-
ring te C e y t, nu zes dagen geleden, hebt gy mij als nw
hoofd gekozen om de overblijvende looten uwer vrijheid
te redden, om op nieuw voor uwe regten te: strijden; —
in d ie , voor vier dagen in Patiwani’s woning gehouden ,
is overeengekoraen, dat de bevolking van Capaha en Ma-
malo , de vlugtelingen van Wiwani en de weinige nog
hier geblevene Makassaren openlijk den strijd zullen aanvangen
, en de wapenen niet nederleggen, zoo lang de
Hitoesche vier-hoofdige regering niet hersteld en geen
Christenhond meer op onzen geboortegrond te vinden is ,
— terwijl de overige strandbewoners in schijn met den
vijand heulen , doch in het geheim met ons zamenspannen
en ons aanhoudend van levensmiddelen voorzien zullen ;
— heden — in dezen avondstond , willen wij die overeen-
komst bezegelen en onverbreekbaar maken door eenen pleg-
tigen eed ; — door een’ eed, welke nimmer door onze voor-
ouders verbroken werd , en door welken zij , eenmaal te
zamen vereenigd, altijd gelukkig waren en de grootste
vijandelijke magt konden wederstaan. Zijt gij gereed, ge-
trouwe Hitoezen! dien eed afteleggen , — den Matakauio
te zweren ? Of zal ik u vruchteloos hebben doen verga-
deren? Het staat in uwe keuze? Wie beangst en bevreesd
terug wil treden , verwijdere zieh uit ons midden , — doch
die het wel meent met den grond , waarop wij leven en
sterven, en dien van önzen aartsvyand wil helpen zuive-
ren, hij verhelfe zijne stem en raake mij kennelijk , wat
ik van zijnen moed, van zijn e onwrikbaarheid bij dezwa-
re taak, die ik , in het belang van u allen , op mij ge-
nomen heb, hopen kan. Antwoordt mij, opdat de pleg-
tigheid zal kunnen beginnen!”
En eensklaps verhieven zieh de stemmen van al de ver-
gaderden; — het gejuich van toestemming vloeide uit aller
mond, en daverde in het rond, doch duurde niet lang ,
want aller oogen gerigt zijnde op Toeioecabbsie , zagen zij
hem aan een’ in den ingang des huizes geplaatsten Hitoees
een geheimzinnig teeken geven ; en eene doodsche stilte
verving het luidruchtig gebaar, dat zoo even had plaats
gegrepen. Onwillekeurig wendden zieh nu aller blikken naar
de deur der woning , want daar buiten viel het afgrijse-
lijke, bloedige en tevens voor deze plcgtigheid , om haar
kracht bij te zetten, onvermijdelijke tooneel voor, en spoe-
2* DEEL. %