
nangename aardkleur eh lucht had gekregen, en zijne be-
lagchelijke krotnme gedaante, sprangen S w a g e r dien morgen
nog meer in het oog , dan den vorigen avönd , en hij
kon zieh niet onthouden , het wachtvolk toeteroepen t
» Duizend dnivels , jongens ! — indien dat geen duivel
is , dan ken ik ze niet—hoezeer , van zulk soort neem
ik er gerast, instede van duizend, altijd tien duizend
voor mijne rekening.”
» Men moet zijn’ vijand nooit te ligtachten, vaandrig!”
antwoordde een ond piekenier.
»Het zou wat! zulk een misselijk gedrogt, du 126 hfl
duivels!”
De Latoewiloeloe, die hem meer kruipende dan wel
gaande genaderd was , hurkte voor hem neder, zag hem
demoedig aan en zeide * » Groote heer ! wees medelijdend ,
en doe mij wat te drinken geveri.”
De töon, waarop hij dit vroeg , was zoo smartvol en
smeekend, dat S w a g e r , die wel een ruw, doch geen on-
gevoelig mensch was', dadelijk de Soldaten toeriep: » Toe,
jongens! geef dien zwarten duivel gaauw wat te drinken;
anders snijdt hij nog u it , voor dat wij bij den Gouverneur
zijn, en die zou mij raooi zien aankomen, met een
duivel zonder ziel.”
Een der wachthebbenden haastte zieh den Poeloeter
eene kom met water toetereiken. Deze nam dezelve,
steeds voor S w a g e r hurkende, aan, bragt ze aan zijne
lippen, doch wierp z e , instede van te drinken, onver“
wachts den vaandrig, die zijne oogen strak op hem ger
vestigd hield, met inhoud en al in het gezigt en diende
hem een koud bad toe, waarop deze niet verdacht was.
Verstomd en verblüft door die plotselinge daad, trok
S w a g e r het hoofd en bovenlijf, om zijn gezigt voor de
nitwerkselen van dien worp te vrijwaren , even plotseling
terug, doch verloor daardoor het evenwigt en de bank,
waarop hij zat, kantelde om, zoodat hij weldra, onder
het lozen van een geweldigen vloek, dien wij liefst niet
willen naschrijven, de lengte des gronds kon meten, in
gezelschap van eenige der om hem staande Soldaten, die,
de houten zitplaats tegen de scheenen krijgende-, in zijnen
val werden medegesleept. Ons gedrogt, van de ontstane
verwarring door die heldendaad , welke zeker de grootstezijns
levens was, gebruik makende, wikkelde zieh onmiddelijk
als eene slang in een, rolde drie of vier malen
over den grond naar buiten , sprong toen eensklaps op
en, de krachten zijner spille beenen inspannende, zette
hij het zoo geducht op een loopen naar dp huizen der
stad, dat hij reeds een 50 of 60 passen gedaan bad,
alvorens de manschappen der wacht, die allen even verbaasd
stonden te kijken en den vaandrig heimelijk. uitlachten
, er, om dachten om den Poeloeter te vervolgen.
Trouwens, zulks was ook niet wel doenlijk, want dien
dag was de wacht ongelukkig alleen bezet door stevigesaguweerdrinkers,
wier waterbuiken en dikke beenen een
hinderpaal opleverden om den vlugteling te kunnen inhalen;
en S w a g e r , die het eerste weer op de been was en
zulks weldra bemerkte , riep dadelijk de musketiers toe :
»schiets duizend duivels! schiet op dien hond!” doch eer
zij hunne lonten hadden aangeblazen, en op hem aangelegd
, was hij. reeds achter de huizen verdwenen , hoezeer
er in den nutteloozen dienstijver nog drie of vier schoten
vielen, die echter den reeds beschütten Poeloeter niet
/
deerden.
Het laat zieh gemakkelijk begrijpen, dat hij , uit vrees
voor nasporingen , die ook later in het werk .gesteld werden
, geen oogenblik in de stad vertoefde, maar zieh,
repte om den pas van Baguala te bereiken. Deze ge-
lukkig doorgekomen, verborg zieh de Poeloeter den ge-
heelen dag in de ondoordringbare bosschen, tot dat hij,