
» In den langer ( het bidhuis ).”
» Wel n u , Va d e r! maak gij dan de zaken met heu af.
Het is u innners teu volle toevertrouwd ? Morgen^eerst zal
ik in het openbaar verschijnen.”
» Neen , T o eiokcabesie ! dat gaat niet. Zij zijn nu hier
es wij moeten van die gelegenkeid gebruik makeu oin alles
met hen te regelen. 1k geloof zelfs , dat het noodzakelijk
zal zijn « otn 110g heden tot de plegtigheid over te gaan ,
waarvau wij laatstelijk spraken. Nogmaals, wees een man!
omgord uwe Taraboeka en volg mij.” Dit zeggende stond
hij op ,: en begaf zieh in het middenvertrek der vrouwen,1
alwaar hij T oeluecabesie’s komst afwacbtte, die weldra
verscheen en zonder zijne eehtgenooten of de overige däar
aanwezige vronwen met een’’ blik te verwaardigen ( 1) ,
zijn7 schoouvader naar het bidhnis volgde.
Inieder dorp bestond destijds en bestaat gemeenlijk nog,
een gabba-gabba gebouw, de Baiei genaamd, dat tot
vergaderzaal dient om de algemeene dorpsaangelegen heden
te verhandelen. Be körte tijd echter, waarin T oeeoecabe-
s ib zijn dorp had: moeten zamenstellen, had hem belet om
ook eene zoodanige zaal, evenmi n als eene Messigiet l te
doen opbouwen , maar in plaats daarvan een klein bidhnis,
hetgeen bijna overal gevonden wordt waar zieh eenige Ma-
homedaansche huisgezinnen tot. zamenwoning vereenigd heb'
ben.
T oeeoecabesie , w i e n s g e e s t k r a c h t d o o r d e f r i s s e b e b u i -
t e n l u c h t w e e r g e h e e l was o p g e w e k t , a d e r n d e r u im e r , e n
was op n i e u w de held van Oerien, to e n hij d a t g e b o u w ,
Ci) Nimmer zal een Mahomedaan in tegenwoordlgheid van mannen
zijne vrouwen vriendelijk en met belangstelling behandden. In-
tegendeel betoont hij haar in dat geval de grootste onverschilligheid
en veel' minder nog zal hij ze liefkozen, wanneer een derde persoon,
mannelijk of vrouwelijk, da arbij is i
na zieh , volgens gebruik, de voeten gewasschen te heb-
ben, intrad, en bebalve de genoemde Orang kaija>» ook
den Iman Ribjau daar vond , welke laatste, na de ge-
wone begroetingen , zieh aan hun hoofd plaatste, om ge-
zamenlijk het gebed van Asear te verrigten , waarna
eerst over de algemeene belangen gesparoken zou worden.
Naauwelijks was dan ook die plegtigheid afgeloopen , of
T o e l o e c a b e s ie , noodigde allen n it, om op de matten weder
plaats te nemen, en begon bet gesprek:
» Orang k a yd> 8 ! —zeide hij 5—bet verheugt mij u weer
hier te zien. Ik had znlks na de laatste bijeenkomst, aan
P a t iw a b i ’ s woning, niet zoo spoedig kunnen verwachten.
Gij zijt allen toch met C a jo a h , zooals de afspraak was,
naar de Kotta Laha geweest om den Gouverneur te spre-
ken en hem een weinig zand in de oogen te strooijen,
ten einde wij eenig uitstel van zijnen vluggen onder-
nemingsgeest mögen ondervinden , en tijd hebben om ons
voor zijne aanvallen voldoende voor te bereiden. Niet
waar ?7’
b Wij hebben aan die afspraak voldaan, antwoordde de
Orang kaija van L a rik e ,. maar ik geloof niet , dat gij
u met een lang uitstel zult mögen vleijen. Integendeel
vrees ik , dat gij den ouden Gouverneur spoedig hier zult
zien, want nimmer nog zag ik een Orang vllanda
(Holländer) zoodanig in gramschap ontstoken, als hij was,
toen wij ons in-zijne tegenwoordigheid bevonden , en geen
onzer , tot zelfs de zoo Hollandsch gezinde G a jo a b to e ,
die niet hartelijk wenschte, zieh ten spoedigste te kunnen
verwijderen.”
» En waaruit sproot die gramschap wel voort?”
» Gedeeltelijk uit de tijdingen, die hij reeds voor onze
komst scheen ontvangen te hebben en waardoor hij waar-
sehijnlijk onderrigt was van het veorgevallene hier ter
plaatse, den vierden dag na dien van ß e y t ; — gedeelte