
liegen had kunnen beleven, had zieh op hei ontzielde
ligchaam geworpen en hetzelve vurig omhelzende en on-
ophoudelijk den vertrouwelijken vadernaam roepende,
trachtte zij het door hareu adein weder adem in te
blazen en door hare liefkozingen aan het leven te
bergeven, Dan toen zij zag dat al bare liefde en
smartvolle pogingen vruebteloos bleven—toen werd het
vaderlooze kind troosteloos en barstte, wanhopig zieh
de banden wringende, uit in luid geween, en ver-
vulde het} gewelf des vertreks met hare zieltreffende
klagten; — en toen zij den jeugdigen krijgsman zag
binnentreden en deszelfs edel voorkomen haar trof,
toen verliet zij het dierb'are lijk, wierp zieh- aan Ybr-
h e id e s ’s voeten en smeekte zoo liartroerend , zoo
deinoedig om genade voor zieh, bad zoo inhig dat
lijk ongeschonden te laten — toen schetste zij in bare
moedertaal met weinige woorden zoo treffend hären
radeloezeu en verlaten toestaud, dat de sergeant,
innig, diep bewogen met de ongelukkige dochter eens
ongelukkigen vaders, haar in de Spaansche taal ant-
woordde en gerust stelde, plegtig zwerende, dat geen
vermetele hand noch haar, noch het stoffelijk overschot
van de oorzaak haar’s levens, zou aanraken.
En het meisje— door de gelijkluidendheid dier talen
gerust gesteld — door de woorden die van zijne lippen
vloeiden vertrouwen krijgende in den krijgsman, welke
zieh in zulk een edel daglicht voor haar vertoonde,
wierp zieh aan zijne borst en klemde zieh aan hem vast,
alsof de hand der Yoorzienigheid alleen haar van hem zou
mögen of kunnen scheiden. En die hand volbragt die oo-
genschijnlijk zware taak eerst jaren daarna, toen naauwer
banden, toen de gewigtigste betrekkingen tusschen hen
bestonden en de eilende dier nacht den grond gelegd had
tot het genot eener aardsche zaliglieid voor beiden.
T e r h e id e s hieldv trouw zijn woord. Met moeite, met
inspanning van al den klem zijns reeds miskend gezags,
helette hij den hem omringende woestelingen, ook dit
meisje, ook zijne beschermelinge, Ma r ia de Mehdoza ,
hunne wraak ten offer te brengen en beval, als nog
eene treurige taak, —het verbranden der woning— te
verrigten hebbende, al de lijken naar buiten te brengen
en op eenigen afstand neder te leggen , opdat
ook zij niet eene prooi der vldmmen werden. Hierna
trok hij naar het strand terug en stelde, aan boord
gekomen, de nog immer om haar deerlijk verlies wee-
nende M a r ia onder de hoede des schippers, die tot
hunne aankomst te Mazulipatnan haar vaderlijk be-
scherrade en voor haar zorgde.
De edele daad van T e r h e id e s bleef niet onhekend
en verwierf hem nog in ruimer mate de achting zijner
meerderen. De echtgenoot van het Opperhoofd der
kust, d e H a z e , trok zieh, bewogen met het lot der
ongelukkige weeze, barer aan, en in haar huis genoot
Ma r ia eene verzorging, eene opvoeding, gelijk nooit
hare eigene moeder, eene slavin van de M rsdoza , haar
zou hebben kunnen geven. De grootste dankbaarheid
bezielde haar voor die weldadige vrouw, en gehoor-
zaam en lijdzaam was zij innig aan haar gehecht, maar
nog gehechter aan den redder haars levens, aan T e r h
e id e s , die haar dagelijks bezoekende, hoe langer zoo
meer aan haar verknocht werd. Een glans van ver-
genoegen straalde haar uit de gitzwarte oogen, wan-
neer zij hem aanschouwde, en die glans verminderde
niet toen het meisje tot eene beeldschoone maagd was
opgegroeid en de maagdelijke schaamte haar belette den
vriend, den redder, even zoo vrijmoedig te gemoet
te treden, als het kind had kunnen en mögen doen.
Hare schoonheid overtrof die van alien harer kunne,