
alles werd den overwinnaars geschonken , en men achlte
het niet noodig om de overwonnene vlugtelingen te vervol-
gen, dewijl zij door den nood gedwongen , zieh thans wei
zonden moeten onderwerpen. Maar aok hierin vergiste
men zieh degelijk , — want die ongelukkigen , -— zij von-
den eene schnilplaats. T oelo eca bes ie werdhun beschermer,
— het steile Capaha hun verzamelingso.ord , en — een an~
der Wiwani.
En zoo eindigde een bloedige oorlog die tien jaren
onafgebroken had gednurd en waarvan dat einde de kiem
in zieh bevatte van nienwe onlusten en ¿»ewelddadigheden.
De zeevoogd Caas drnkte het zegel van den, wreeden,
geest dier tijden op zijne handelingen, toen hij ook nog
voor zijn vertrek , blindelings de begeerte* van den Sultan
van Ternate opvolgende, en onmeedoogend raet den toe-
stan d , waarin de dubhelhartigheid diens Torsten zijne
slagtoffers gebragt had, de KimalahaL oehoe en zijn huis-
gezin, waaronder zieh voorzeker nog vele onschuldigen
bevonden, op het schavot den schandelijksten dood deed
oudergaan, — en nu — meenende alles in redelijke orde
gebragt te hebben, ofschoon hij vrij haastig van aard was.
en menige zaak slechts oppervlakkig afgedaan had,—ste-
vende hij naar Batavia terug, om däär de belooning zijner
overwinningen te smaken ,pm däär den palmvan eenen door
schandelijke wandaden verworvenen vrede over te brengen.
Mögen zij nimmer zijn oudendag gedrukt, — möge nooit
zijn geweten , bij het herdenken dier overwinningen, hevig
geklopt en zij de laatste oogenblikken, welke de natuur
hem heeft geschonken , vergald hehhen. Geen vloek kome
over onze lippen ;— maar , — Christelijker wensch zal men
toch wel niet kunnen verwachten van een nageslacht, dat
met treurende blikken , de bezwalking des roems en de be-
zoedeling der eer van deszelfs natie— door mannen als
Caas en Dekmeb , — anders groot in den omVang der op hen
gerusthebbende betrekkingen , —anders der navolging waar-
dig > in de geschiedrollen van dien tijd geboekstaafd
vindt. En ziedaar ons tot het tijdstip gekomen, van
waar ik ben uitgegaan. Ik hervat den draad van mijn op
waarheid gegrond verhaal, en hoop dat de lezers, om der
duidelijkheidswille , mijne onvennijdelijke langwijligheid wel
zullen willen verschoonen.