
ook K a k ia l i dat jaar groot nadeel toe, want naar bet
kasteel terngkeerende, veruieldde zij de dorpen Nau . en
Binau (I) , die het inet hem Melden en waar de vijanden
gedwongen werden hol over bol de stellten aftespringen
en een grooten buit van nagelen, gongen en huisraad
den aanvallers in handen te laten. De nagelen, niet me-
degevoerd kunnende worden, werden, rneer dan 600 bha-
ren aan gewigt uitmakende, verbrand.
In December 1642 kreeg men van Batavia berigt, dat
de Heer Caas , met eene goede vloot, in het begin des
volgenden jaars te Amboina zon komen, met last aan den
Landvoogd, oin de Hongi vroegtijdig bijeen te roepen en
hem daarmede op Boero te wachten. D em m e r voldeed aan
dit verzoek en de ontmoeting had aldaar den 18 Januarij
1643 plaats, waarna zij gezamenlijk naar Wiwani onder
zeil gingen, en de vloot vooreerst voor het strand dier
plaats lieten, om in het Kasteel Victoria de autorisatie
des Heeren Caats als Superintendent, Veldheer en Zee-
voogd der Oostersche gewesten, voortelezen. Tegelijker-
tijd werd er ook een’ geheimen brief van den Sultan van
Ternate ontvangen , waarin die huichelaar het plaatselijk
bestuur van Amboina verzocht, dat de Kimalaha L o e h o e
met zijn gebeel geslacht,—te weten : zij ne inoeder, broe-
der, zoon en K a its jili Laxamaba, wegens hunne gepleegde
schelmstukken en ontrouw , zoo tegen den IConing! ! als
tegen de edele Compagnie, aldaar ter dood zou gebragt
worden, welk gruwelijk verzoek voor de hand nog voor
die ongelukkigen verborgen werd gehouden.
De toestand van Wiwani was in dien tijd hoogt ellen-
( i ) Twee digt bij C e i j t aan het noorderstrand van H i t o e
gelegene sterke en wclbevolkte dorpen, eenigzins binnen f lands
op een’ vrij hoogen berg gebouwd.
dig. — 200 Makassaren lagen aan het strand in eene lange
batterij met twee boiwerken naar den zeekant, doch
schaarsch van geschut, klein geweer en levensmiddelen
voorzien en slechts wachtende op goede gelegenheid om
zieh uit de voeten te maken ; — aan den opgang des bergs
was nog eene benting door Boetonners bezet, maar even
siecht gewapend , en boven op dezelve bevond zieh K a k ia l i
in eene vesting, die even weinig roem kon dragen op
hechtheid en sterkte.
De Landvoogd, de Hongi in April op nieuw verzameld
hebbende, begon nu den aanval tegen Wiwani door de
nagel- en klapperboomen längs de kust van Hitoe te be-
derven en de verlatene dorpen in brand te steken , terwijl
de Kommandeur Valk met 8 Compagnien Soldaten, 150
matrozen en 200 inlanders hetzelfde tusschen Mamalo en
Capaha verrigtte. Gerüchten liepen er alstoen , dat K ak
i a l i tot den vrede geneigd was en zelfs de voeten van
den Landvoogd zou willen küssen, indien men slechts volk
om met hem te spreken en gijzelaars wilde zenden. De
beide Opperhoofden der Compagnie begrepen echter, dat
er nu in eens een einde van de zaak moest gemaakt worden
, en wilden, voor nieuwe veinzerij vreezende, niets
van hem hooren. Integendeel eischten zij den laatsten
April de Makassaren te Wiwani nog eensop, onder aanbod
van hen onbeschadigd, doch zonder nagelen, te laten ver-
trekken, — maar geen antwoord bekomende , draalde men
ook niet langer met zulk een heftig bombardement uit de
vloot, dat de storm op de vijandelijke batterij, waarin
eene wijde bres geschoten was, niet langer uitgesteld mögt
worden.
Op den 2den Mei geschiedde dit wapenfeit, onder het
opperbevel der heeren Caab en Dümmer , die persoonlijk
den aanval bestuurden, en zieh aan het lioofd der troepen
bevonden. Moedig verdedigden sich de Makassaren , doch