
Op dien uitroep kromp Vriihkidk» van schrik in een.
Haastig zwom hij naar de mast , dan zijne eigene en treu-
we liefde was verdwenen — voor altijd verdwenen en geen
spoor kon hij meer vinden van haar, die hem hier op
aarde zoo vele zaliglieid geschonken had. Schier bewus-
teloos greep hij die mast aan en dreef met dezelve
voort— iedere golfslag verwijderde hem van de ton,
waarop ook zijne dochter alle oogenblikken den dood
ter prooije kon worden—maar hij, de vader, zag, hoor-
de en gevoelde niets meer; — al zijne zintuigen waren
verdoofd — de wanhoop teisterde zijne ziel — het besef
van hären — van zijnen eigen toesland ging voor hem
verloren, en drie dagen lang dobberde hij tusschen leven
en dood op de drijvende mast, als een prooi der golven,
op het effen watervlak voort, tot dat eene orembaai
hem ontmoette, opvischte en de opvarenden van dat
vaartuig hem naar-Hitoe lama bragten, waar hij in de
woning van den ouden Ca io a s e e n e verpleging en onder-
steuning vond, die hem tot het leven en te gelijk tot
het besef zijner onuitwischbare rampen terug bragten.
Het lot van I solika is ons bekend, doch bleef ieder-
een onbewust, en Y e b h e is e i ; werd beschouwd de eenige
te zijn, welke door Gods Almagt van het jagt de Leeuwin
gered was geworden. Dan ook van dat oogenblik dag-
teekende zijn somber, afgetrokken en stilzwijgend ka-
rakter — omtrent den dood zijner M abxa had hij zeker-
heid en de herinnering aan haar deed hem onverschillig
zijn voor elke vrouw, die hij op zijne levensbaan ontmoette—
maar het verlies van I so l iba was voor hem
in onzekerheid gehuld, en het speiende kroost der Am-
bonsche burgers wekte de smartelijkste herinneringen in
hem op , die hem , in den troosteloosten toestand dompelden
en waaruit alleen zijne krijgsmanspligten hem tot het
gewone leven en deszelfs beslorameringen konden doen
terugkeeren. Die toestand veranderde zelfs niet , toen
eenige jaren later zijne eenige zuster, als de echtgenoot
van den onderkoopman K omabs , te Amboina aankwain
en hem troost zocht in te boezemen over zijne onherstel-
bare verliezen — en de tijd, die zoo veel lenigt, had
zelfs geen magt genoeg om hem te doen vergeten, voor
wie hij had geleefd en geademd , en om wie nu de nog
jeugdige man met rasscher schreden, dan de natunr wel
voorschrijft, den krukkenden ouderdom te gemoet ging.
Zijne plaatsing op Cambello had die droevige herinne-
ringen doen vermeerderen, doch tevens de hoop in hem
verlevendigd van hier beneden nog eenmaal zijne Isolisa
te zullen omhelzen. Toevallig vernam hij, hoe, jaren
geleden, een onder de opstandelingen berucht hoofd van
ffitoe , op Kelang een Christen kind gebragt en daarna
naar het schiereiland terug gevoerd had. Hij bragt die
omstandigheid in verband tot het tijdverloop en zijne
ontmoeting op het slagveld van Lian , doch zijne hoop
zonk weder in het niet, toen hij zieh het beeid van den
jeugdigen krijgsman, het evenbeeld zijner dochter, voor
den geest haalde,— dat was immers een jongeling en
daardoor eene onmogelijkheid. Des niettemin beschouwde
hij den last van Capaha in te nemen als eene weldaad,
hoe gramstorig de Landvoogd Dbmheb ook wezen mögt
over de zending van eenige zijner ondergeschikten naar
het eiland Kelang , om daar eenige nadere inlichtingen
in te winnen. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk , dacht
de werkelijk God vreezende Yeeheidbjt bij zieh zelve;
mogelijk is het zijn wil, dat ik haar daar — daar op den
Capaha vinde — en hij vond haar — en hij vond de zes-
tien jaren, lang verlorene dochter — om hare laatste zucht op
te vangen — om van hare doodbleeke lippen eenmaal slechts
nog den zoeten vadernaam in zijne ooren te hooren klinken.