
vloeii van zij neu pleegschoonvader, wijdde hij de eenig«
nren, welke het verschieb hem äattboodt als nog rüstig
te züllen kunnen doorbrengen , gehe«! aan dte liefde en
het huisselijk geluk toei Te midden zijher vrouwen be-
moeide zieh de helä van Oerien voor het oogenblik met
niets, wWt butten zijnen liefdekring was; gelegen, en van
daarj dat hij de twee dagen ,- volgende op zijn huwelijk
met Sb T ie d ja , voor al d« bondgetaooten, op den berg
C a p a h a vereenigd, onzigtbaar was gebleven.
Ook P a t iw a s i had hem, sedert hij met Sb T ie d ja zijne
woning had verlaten , niet weder ontmoet en , zieh in den
naam zij ns schoonzoons aan het algemeen belang toewijden-
de , de tijdelijke rust en het weinig huisselijke genoegen,
dat T oeloecabesie nog genieten kon , niet willen stören,
maar hem buiten bemoeijing van alles g e la ten to en eene
omstandigheid hem noodzaakte een eindeaandie rust te ma-
ken en hem tiittenoodigen orn de taak, welke op hem
rustte, op nieuw te hervatten, en als het eenig werk-
dadig boofd weder in hun midden op te treden.
De oudste vrouw van T oblobcabbsib , A lm isa , was
tusschen Lokor en Assa r (tusschen ’s middags tot 4 ure)*
met eenige harer go’ede Vriendinnen en slavinnen ijverig be-
zig met de eenige werkzaamheid , welke de Amboinesche
vrouwen destijds kenden en huisselijk verrigtten, — het
weven van de Oeti-oeti — en hij zelf was Verdient in zijne
ininnekozerijen met de geliefde Sb T ie d ja , toen P a t iw a i i
de woning van T oblobcabbsib in , — en , van zijn regt als
schoonvader gebruik makende, het ruime vertrek der v-rou-
wen binnentrad , waar hem de slaapplaats der jonggehuw-
den werd aangewezen (I).
( i) Bij de gegoede Mahomedaaösche inlatiders leVen de vrouwen
geheel afgescheiden van de mannen. Het gedeelte van het
huis, door de vrouwen bewoond, is hi verschillende kamers ver-
Yerrast door zijne komst, sprongen beide van hunne
matjes, waarop zij vertrouwelijk zaten te keuvelen , op ,
deeld, elk bestemd voor eene der gehuwde vrouwen. Geen man
mag daar binnen komen, dan alleen de väder en schoonvader.
Aan broeders is het Zelfs niet veroorloofd. Het aantal der gehuwde
vrouwen aan een’ man vergund, mag niet meer bedragen
dan vier, hoezeer het getal bijzitten niet beperkt is en alleen af-
hangt van zijne financiele omstandigheden. De gehuwde vrouwen
hebben gelijke regten en de echtgenoot is , volgens de wet van
den Koran, verpligt ze allen zonder onderscheid op eenen gelijken
voet te behandelen, zoodat,Indien hij b. v. voor de oudste vrouw
eene Sarong koopt, de drie anderen gelijktijdig eene van dezelfde
waarde, bewerking of soort van hem moeten ontvangen. In het
midden van het vrouwen vertrek Staat gemeenlijk een groote met
Tabirs (Chitsen gordijnen) omhangen tot slaapplaats dienende ba-
lei-balei, waar de man zijn verblijf houdt, en zieh alleen bq dag
door zijne bijzitten mag doen omringen, terwijl hij de nachten,
volgens den Koran, aan zijne vrouwen moet toewijden, ieder in
gelijk aantal. De adats (plaatselijke gebruiken} hebben hierin meest-
al wijzigingen gemaakt, zoodat dit aantal zeerongelijk wordtgere-
geld en der jongst aangehuwde wel het minste ten deel valt. Indien
eene der bijzitten zieh, in zwangerschap beVindt is de man , ook
al volgens die wet, verpligt haar ( met tiitZondering van slavinnen )
te hüwen en zicti van eene der reeds gehuWde vronwen te doen
scheiden, ten eindb het toegestane getal niet te overschrijden.
Zulks wordt echter meestal veronachtzaamd, endenatie , die zieh
in dezen Archipel het minste aan de veelwijverij overgeeft, is ze-
ker wel de Boegineesche, aangezien over het algemeen derzelver
vrouwen zieh een overwigt over de mannen weten te verwerven, welke
zij zieh ten nutte maken om hare huishoudelijfee regten met geene
andere te deelen. Even algemeen ook geeft de veelwijverij, ten
gevolge der meestal onder die vrouwen heerschende jaloesie , äan-
leiding tot vele onaangename huisselijke tooneelen, en de mannen,
die, van den beginne af, dezelven niet hebbeii kunnen beteugelen sma-
ken vaak vierdubbel het huisselijk genoegeh, hetgeen, in beschaaf