
» zoo h y meent zalig te worden, doq dat niemand
» de andere zou molesteren nog overlaat dden.'y
üit den inhoud van dit verbond is dus op te maken, dat
weiden Hitoezen geene algemeene vrijheid van koophandel»
maar, — hetgeen meer zeggen wil | — eene vrijheid van
geweten was toegekend , die hen, in welke omstandighedeh
ook, steeds als vrije lieden had raoeten doen beschouwen en
behandelen, en tevens big ft bet opmerkenswaardig, dat
bijna elke nieuwe Landvoogd zieh gehaast heeft om dat contract
te vernieuwen en deszelfs working te handhaven,
ofschoon telkenmale met zulke beperkingen, dat daaruft
wei een onvergenoegde geest onder die natie inoest geboren
worden, totdat het eindelijk door den Gouverneur Dbkmer
eensklaps vernietigd werd, en de Hitoezen van toen af
wederregtelijk gerekend werden te zijn: onderdanen der
0. I . Compagnie.
Doch waardoor had nu eene natie, — welke ruim 3000
weerbare mannen telde en, zieh eigenwillig aan de Neder-
landers aansluitende. hunne hulp had ingeroepen om het
juk van trotsche en in vele opzigten onmenschelijke onder-
drukkers van zieh te kunnen werpen , en aan wie die hulp
gretig, doch tevens mede geheel eigenwillig , was verleend
geworden, — eene vernedering, eene verguizing harer zelf-
standigheid verdiend, welke al hare regten in de hartader
aantastte en door den, zijne eigene waarde kennende,
mensch nooit ongestraft wordt gedoogd en verdragen ?
Hierover zwijgt de geschiedenis. Op geen harer bladen
vindt men iets geboekstaafd, hetgeen men ontrouw dier
natie, gedurende de eerste vijf-en-twintig jaren onzer
vestiging op Amboina , zouhebben kunnen noemen. Geen
zweem van een’ meineed is daarin over die tijdruimte aan-
geteekend; — geen daad wordt daarin vermeld, welke haar
de achting harer beschermers onwaardig maakte of die
bescherming zou hebben kunnen doen verliezen. — Integendeel,
— terwijl de 0. I . Compagnie door de gansche
Moluhho’s , en vooral op de eilanden onder Amboina zelf
behoorende, aanhoudend te worstelen had met deerkenning
harer op p e rm a g tte rw ijl zoo vaak haar gezag op zoo
vele plaatsen werd miskend en zij zoo dikwijls de oorlogs-
toorts zag ontstoken , of zelve die inoest ontsteken om haar
geheel verderf te ontgaan ;; — terwijl herhaäldelijk hare
Christen-onderdanen op v er schillende plaatsen haar ontrouw
en hare ergste vganden werden, het Islamismus weder om-
helsden of t ot het heidendom terug keerden ; ■—terwgl de
Stedehouders van den schijn - bondgenoot der 0 . I. Compagnie,
de Kimalaha?* van den Sultan van Temate, devol-
ken tot opstand aanhitsten en oorzaak waren, dat de palm
des vredes verwelkte;— terwijl dat alles gebeurde, en zoo
menigmaal onder de verschillende Landvoogden de heer-
schappij der Nederlanders door de zamenspanningen van
zoo vele , hare krachten ve reenigende , natien voor altijd
scheen vernietigd te zullen worden, — bleef Hitoe getrouw
aan deszelfs belofte, — hielp dat gewest hun de magt hun-
ner vijanden fnuiken en was nimmer het laatste, wanneer
zijne landzaten werden opgeroepen om de vlag en regten
der Compagnie tegen de aanran dingen harer veelvuldige
vijanden te helpen beschermen en verdedigen. Bijna geen
blad der geschiedenis of het levert daarvan een bew$s, —
bijna geene netelige omstandigheid deed zieh in die onrus-
tige tijden voor of zij werd, hetzij door dadelijke hulp,
hetzij door bemiddeling van den kapitein van Hitoe of
der vier P e r d ä n a vereffend , en tot hunnen lof moet worden
erkend , dat zij destijds de trouwste en standvastigste
waren in het opvolgen der verbonden van alle overige Ne-
derlandsche onderdanen en bondgenooten in de Moluksche
eilanden.
Evenwel, — eene oorzaak moet er hebben bestaan, die
hen tot het afwijken van zulke edele beginsels noopten , en ,