
verstand, als zijn degen van hot daglicht. Trouwens, het
was ook zij ne roeping niet, omdie aan de vochtigljeid van
het klinjaat bloot te stellen en te doen roesten. Ge-
brek aan inoed kon men hem niet aantijgen, dewjjl bij
nooit het tegendeel bewezen bad, en bij een inan van
de pen behoort het rapier in en niet uit de scheede.
Hij vereenigde zieh dan ook met die stelling enkel uit
vredelievendheid» hoezeer zijne buren, die lästige pot-
kijkers, het eerder aan zijne gierigheid toeschreven. Yeel
poetsen doet slijten en kon spoedig het aanschaffen van
een nieuw wapen noodzakelijk doen zijn. Hoe dit ook
zij, zeker is het dat hij, meest bekend onder den
naam van Paars B r a m m e t j e , der eerbare Ambonsche bur-
gerij dikwijls stof tot spotten en lagchen gaf, en ine-
nige anecdote van hem verhaald werd, die den gezelligen
kring vervrolijkte en de lange eentoonige avonden hielp
doorwerken.
A braham F lcw eel s to n d n o g , b r om m e n d e o p z ijn ’ e e n i -
g e n lu ij e n s l a a f , d ie g e r u s t b in n e n l a g t e s l a p e n , in h e t
s l e u t e l g a t d e r v o o r d e u r t e m o r r e l e n , e n h a d n i e t g e m
e r k t , d a t h ij d o o r iem a n d g e v o lg d w a s g e w o r d e n , to e n
d e z e h em d e p l a t t e , b r e e d e h a n d , g e v o e l ig o p d e n r e g t e r
s c h o u d e r l e i d e , e n m e t e e n e f o r s c h e s tem in h e t o o r b lie s :
» D u i z e n d d u i v e l s ! B ram ! w a t m o r r e l t g e to c h z o o
l a n g ? ”
Paars B rammet jb verbleekte van schrik en pijn, liet
den sleutel losk e e r de zieh om en zette een lang, be-
droefd gezigt, want de vrolijke vaandrig S wager stond
voor hem en hij wist reeds vooraf, wat dit beduiden
zou. Evenwel welstaanshalve , hoezeer in stilte- aan zijn’
schraal voorzienen keldcr denkende, die groot gevaar liep
bestormd te worden, antwoordde hij dadeUjk : .
»Ha zoo, vaandrig! ik dacht het al en voelde het
ook dat gij het waart. Wat begeert g ij? ”
Swager, die, als een gevolg van zijn opgeruimd ka-
rakter, ook de gewoonte had aangenomen om, waar
hij slechts kon, een paar woorden rijm, pas of niet
pas, onder het gesprek te mengen, keek hem eenig-
zins verbaasd aan, alsof hij zeggen wilde, vraagt gij
dat nog? — zette zieh toen in postuur, de beenen
wijd uit elkander, de linkerhand op zijn1 grooten
ijzeren houwer en , inet de regter den gepluimden hoed
(Spaansch model met een opgeslagen boord) afnemende
en in de hoogte brengende, riep hij, nog harder dan
te voren:
»Wel duizend duivels, B r a m ! wat zijt ge een stomme vrager:
Wat denkt ge dat ik wil? Ik, K e e s jb Dir k sz o o s S w ager ,
Mets anders dan; — ’tis meer dan tijd ; —
Een enkel glaasje sopie p ah it / ” (1).
Feuwebl keek zoo zuur alsof hij op de teenen getrapt
werd. Het gold beurs en deftigheid, en beiden waren hem
lief. Hij kende echter den vaandrig genoeg, om niet te
weten, dat hij niet zoo gemakkelijk van hem ontslagen
zou worden en daarom hernain hij, zijn horlogieketting
schuddende, een gewoon teeken dat zijne gemoedsaan-
doeningen, van welken aard dan ook, hevig werkzaam
waren:
»Foei, Swager! welk een leven! Kondet gij dat niet
binnenshuis vragen, en moest gij daarom zulk een buren-
gerucht op straat maken ? Gij brengt schände over ritij en
doet de deftigheid van mijn’ stand oneer aan.”
»Wringt u de schoen diär, Bram? Wel, duizend dui-
vels! dan zal ik u nog wat anders verteilen” , en nu ging
de vaandrig op een’ zingenden toon v o o r t J
( i) Dit woordje, bitter beteekenende, wordt gewoonlijk uitge-
sproken als p e it.