
T o e i o e c a b e s i e was door dit huisselijk en indrukwekkend
tooneel te heftig aangegrepen, da» dat kij een woord zou
hebben kunnen spreken. Hij ouihelsde Sb T i e d j a en wilde
zieh verwijderen, dock P a t iw a k i wenkte hem om te blijven
zitten en zeide op een’ vaderlijken toon:
» Dochter! gij hebt nu gezien, in welk eene ongele-
genheid gij ons allen gebragt hebt door uwe toomelooze
Zucht naar gevaren , door uwe alles overdrijvende ge-
negenheid voor uwen echtgenoot. Wij hebben , uit be-
zorgdheid voor uw persoon , als lafaards voor den vijand
moeten vlugten, en in het oog onzer landgenooten is
er op T o e lo e c a b e s i e ’s karakter een vlek geworpen, omdat
juist hij de eerste was, die op de vlugt sloeg. Hij zal dus
spoedig eene gelegenheid moeten te baat nemen , om zieh
weder in hunne gedachten te verhelfen, en het verloren
vertrouwen te herwinnen doch daartoe zult g ij een on~
overkomelijke hinderpaal in den weg stellen , indien gij
voortgaat inet het verzaken uwer vrouwelijke pligten en
hem steeds op zijde Wilt zijn. Buiten morren allen , dat
gij de oorzaak zijt onzer vlugt, en ik vrees dat wij , zoo
zulk eene noodlottige omstandigheidnog eens plaats greep,
weldra door onze lotgenooten verlaten , in de wildernissen
en bosschen zullen moeten ronddwalen, of ons onvoor-
waardelijk overgeven aan hen H die de heVigste vijanden
zijn onzer Godsdienst en vrijheid , en als zoodanig geene
genade kennen. Wilt gij zulks, Se Tiedja ? Of belooft
gij ons allen , van nimmermeer ons en onze zaak ■ in onr
gelegenheid te zullen brengen, en geene poging aan te
wendenom ons te vergezellen, wanneer de omstandigheden
ons naar beneden roepen P”
» 1k beloof het, vader ! — antwoordde Se Tiedja demoe-
dig , — doch wat ik u smeek, verg geen eed van mij. De
natuur mögt sterker zijn dan mijn w il, en ik daardoor
eens, onwillens, eenmeineedige worden. Vergun mij ook.
T o e l o e c a b e s i e op zijde te blijven,, wanneer wij door den
vijand in onze versterking mogten aangevallen worden,
en ik verzeker u , dat ik u geene redenen, van ontevre-
d e n h e id geven zal.”
Paxiwasi stelde zieh met die verzekeriog te vreden ,
en haastte zieh met den Itnan van hunnen invloed op hunne
landgenooten gebruik te maken, om ook bij hen ge-
rustheid voor den vervolge op te wekken , waartoe de
bekendstelling van Se Tiedja’s belofte niet weinig toebragt,
terwijl Toeeoecabesie nog eenigen. tijd bij zijne vrouw bleef
vertoeven , om haar troost in te boezepien in hären ver’
demoedigden toestand, zieh tevens verheugende over de
verdwijding van den ißtoewiloeloe van Pveloet , welke
hij ter loops van zijnen sohoonvader vernam, waarvan de
oorzaak voor den eerste altoos en voor den laatste nog
een’ geruimen tijd een geheim bleef.
Had riu die sehok op de sehoone Se T i e d j a zedelijk
zulk een? geweldigen indruk gemaakt , niet minder groot
was d ie , welk kapitein T e r h e i d e s op bet beschreven
oogenbük ondervonden had , en gestadig aan nog onder^
vond. Hoezeer door rijperen ouderdom en door de gave
van een door beschaving meer ontwikkeld verstand , ook,
ineer meester zjjnde zijner gemoedsaaudoeningen, en op
het sjagveld van Lian onmiddelijk denkende aan zijna
pligten als kvijgsinan en bevelhebher, die hem de gedieh"
te aan de verschijning , welke hem te middeu van de«
oorlogsdrom voor oogen gekomen was, met geweld dedep
onderdrukken —evenwel was bij , in de schansen terug’
gekeerd , niet meer zoo gelukkig. Het stille , slechts den
vijand gadeslaande leven , dat daar geleid werd , schonk
hem te veel gelegenheid om die, zijne zinnen onophpude-
lijk benevelende, gedachte den ruimen teugel te vieren,
en gevolgtrekkingen te maken, aan wier verwezenljjking ,
vroeg of laat, hij wel twijfelde, doch waarvan hij te