
zieh , als Ordinair Raad van Indie, de Heer Jacques Specx,
inet last der Heeren Zeventienen om zitting te nemen als
het eerst op den Gouverneur Generaal volgende.
Door.diens overlijden echter en ten gevolge van dezen
la s t, werd hem die waardigheid dadelijk en eenparig door
de overige Raden bij zijne ontscheping opgedragen, en hij
later als zoodanig uit het Vaderland bevestigd. Moedig
verdedigde hij B a ta v ia , tot dat ook deze inaal de yijand
genoodzaakt was het beleg optebreken, doch nergens vindt
men aangeteekend, dat hij zieh veel aan het lot zijnei
ongelukkige, zoo hevig gef olterde en onmenschelijk mis-
handelde dochter heeft laten gelegen üggen. Wel zegt de
geschiedenis , dat hij , verontwaardigd over het gedrag en
de handelwijze der Heeren Veak en vah des Hbuvee, en
zelfs de goede bedoelingen van Dokter Bostius misken-
nende, met dezen nimmer aan ééne tafel het Heilige
Avondmaal wilde genieten, hun gedurende zijne regering
het leven Fameus veronaangenaamde. Sara echter schijnt
hij vergeten, zelfs verstooten te hebbeu en niets wordt
meer van haar vermeld, zoodat het twijfelachtig is of
Bobtius langen tijd zijne belofte aan haar heeft, kunnen ver-
vnllen , en men integendeel met grond vermoeden mag ,
dat zij , onder den last harer schände bezweken , spoedig
harén Korteithoei? naar zaliger gewesten is gevolgd. Maar
gelukkig möge voor het oog der wereld de Heer Jacques
S p e c x geweest zijn door de grootheid die hem omringde, door
de schatten die hij verzamelde, door de eerbewijzingen
die hij genoot; — het inwendige zwijgt niet eeuwig en, hoe
verborgen ook, zal toch weleens eene vader»tem bij hem
zijn opgeweld. Te midden van al die praoht, al dien glans,
al die vermaken, zal ook weleens ééne gedachte aan die
verstootene zieh lucht verschaff hebben ; — ééne wroeging
over het lot van haar, die aan hem het leven vefschuldigd
was • — aan dat kiud der natuur, hetwelk hij zoo rampzalig
aan zichzelve had overgelaten, — zijn binnenste
vervuld en het genot dier wereldsche grootheid verbitterd
hebben; — en ook door hem is het woord bewaarheid: »dat
de misdaad der vaders aan de kinderen bezocht wordt tot
in het tweede en derde geslacht.”