
M i t I f
|mH ! j: II ■,
\
Doch Toet.oecaresie bezat nog eene gaaf, welke men
niet kende en minder van zijue jeugd verwachtte, namelijk
die van zieh naar omstandigkeden te kunnen plooijen.
Hij bevroedde ras, dat, na deze nederlaag, de zaken
van K a k ia l i voor het oogenblik hopeloos stonden, en,
zieh niet geheel in het verderf willende störten, knoopte
hij voor zieh onderhandelingen met den Landvoogd aan
en onderwierp zieh aan denzelven, tevens belovende
K a k ia l i mede.tot vrede te zullen brengen, ofschoon het
later gebleken i s , dat tijdwinning, welke slechts door
veinzerij kon verkregen worden , het hoofddoel was dier
belofte. Geene lafhartigheid was de oorzaak hiervan,
inaar, den aard zijner natie volgende, bezigde ook de
held van Oentn tijdelijk een zedelijk wapen , waartoe,
zoo als de ondervinding zoo vaak geleerd heeft, ver-
drukten dikwerf in den nood hunne toevlugt nemen.
De 0. I. Compagnie onderging in hetzelfde jaar een
groot verlies. De wakkere Landvoogd Otteks, lam geworden
ten gevolge der wederopenbreking zijner in 1637
voor Luciela doov een vergiftigd wapen verkregen wond,
overleed op den 14 Augustus, en eerst eenige maanden
later kwain van Batavia de Ordinaris Raad van Indie
Astosie Caak , om als elfde Landvoogd het gezag te
Amboina, inmiddels tijdelijk door een’ opperkoopman ge-
voerd, op zieh te nemen.
In dien tusschentijd hed K a k ia l i overal rondgezworven,
en hier en daar, ofschoon met afwisselenden goeden
uitslag, zijn geluk . beproefd. Imanr R id ja l i van Ma~
kasser teruggekomen en dit met zoo vele priesters der
middeleeuwen gelijk hebbende, dat hij zieh raeer op de
torana dan op den koran verstond, liep mede eenige
dorpen af en vervoerde de gevangenen naar fP iw an i,
opdat zij den ouden Ca jo a s niet mogten toevallen. Kort
daarna vernam men ook de eersle tijdingen der Makassaarsche
hulpvloot, die, uit ongeveer SOjonken bestaande,
in de wateren van Hitoe kwam opdagen. Doch alvorens het
strand van tFiwani te kunnen aandoen, waren zij door
de Hollandsche schepen zoo geteisterd en beschoten, dat
velen vernield werden en de meesten slechts in den
berooidsten toestand de plaats hunner bestemming konden
bereiken.
Aan het hoofd dier »mosselvloot” (1) stonden ver-
scheidene Koningszonen en Prinsen, en K a k ia l i nam
dadelijk eene list te baat om hun den terugkeer te
vermoeijelijken. Hij raadde hun aan om hunne levensmiddelen,
voonamelijk de rijst, in zijne vesting op W iwani
. te bergen. Zij deden zulks, doch bemerkten
tevens te laat, dat zij van hem afhankelijk en, als
het wäre, in zijne fuik gevangen waren.
Moedig .stak nu K a k ia l i het hoofd weder op en noo-
digde het dorp Hila tot afval. Maar de bevolkiüg zieh
däar .niet kunnende, verdedigen , week naar Hitoe - lama
onder het geschut der vesting, die hij daarop met zulk
een geweld liet aantasten, dat de Makassaren, storm
loopende, de stukken bij de trompen grepen en er strop-
pen omwierpen om ze zoo, naar zieh toetehalen. De
verdediging echter door den sergeant R o gier J ahszek ,
ofschoon slechts 18 Soldaten Onder zieh hebbende en de
vesting bijna ontrampeneerd zijnde , was zoo dapper, dat
de vijandelijke magt, meer dan 1000 man sterk, bloedig
werd afgeslagen, en , na Ca jo a k ’ s have en goed op
nieuw eene prooi der vlammen te hebben doen worden,
vlugtende hare dooden en -gekwetsten in het bosch achter
lieten , toen zij de Korra-Korra’s onder den Heer Coa-
helis vajt Oodshoork tot ontzet gezonden, liet strand
zagen naderen.
( i) V a len tijn s ch e uitdrukking.