
Swager ! Hoe korot het in u op » ow die nieuwbekeer-
den tot ons geloof zulk een scheldnaam te geven.”
» Een scheldnaam ? Winkelier ! dat hebt gij mis, daar-
toe heb ik te veel achting voor onze godsdienst en noein
het kind glechts> zooals het gedoopt is. Ik merk dat,
hoezeer gij reeds lang hier zijt > evenwel veel, wat de
geschiedenis van Amboina betraft» u onbekend is gebleven.
Weet dan duizend duivels ! dat Domine "Wiltbss , on-
dervonden hebbende dat de Amboinezen meer hunne kin-
deren in de tuinen zonden om te werken, dan in de
scholen om de godsdienst te leeren, en vreezende dat
het pas ontloken zaad des christendoms daardoor geheel
verstikken zou, in 1619, toen Zijn HoogEdelheid de Op-
perlandvoogd K oen hier kwam, aan Hoogstdezelve voor-
stelde om aan ieder kind , dat naarstig ter schole ging,
daags een pond compagnies rijst te geven. Zijn HoogEdelheid
stond znlks toe en sints dien tijd versehenen
zij geregeld, — ik , voor mij , geloof, om der rijst
wille, want nu hadden .zij en de onders niet meer noodig
te werken en genoeg voedsel. Dit streelde hunne aan-
geborene luiheid en met regt verdienen zij daarom den
hen om die reden gegeven naam van rijst-christenen.
Ook heb ik niet kunnen bespeuren, dat zij door die zoo-
genaamde bekeering beter zijn geworden. Immers gelooven
zij nog altijd meer aan een duivel, dan ik aan duizend,
en hunne oude afgoden, bezweringen, Pontianaks en meer
van dat tuig zweven drukker in hunne hoofden, dan
wel datgene wat zij op de scholen geleerd hebben. Ook
vallen zij in het zwak van Paars Brammetje. Zij zijn
magtig verliefd van gestel en hebben liever twee vrouwen,
dan eene. Wilt gij daar een staaltje van hoorbn, wel-,
nu ! luister dan. Toen Domine Braks in het afgeloopeh
jaar een kerkelijken togt deed en te Hative het hu-
welijk van eenige dier rijst - christenen had ingezegend,
duizend duivels! wat keek hij toen raar op zijn neus: want
naauw was de plegtigheid geeindigd of een der nieuw
gehuwden kwam bij hem en vroeg hem zeer beleefd:
Tetapi Toewan Pandita ! bagimana taharang sama beta
poenja bini lama ? (1). Do. Brakd wist op die vreemde
vraag niet te antwoorden, maar onderzocht de zaak en
bevond nu, dat de vrager, vijf jaren geleden, reeds
eens door Do. Prisebtus was getrouwd en dat die vrouw
nog leefde. Duizend duivels, winkelier! dat noemik chris-
telijk handelen.”
De winkelier schudde het hoofd als een blijk van
afkeuring der luchtige wijze , waarop Swager zulk een
gewigtig onderwerp behandelde, doch de luitenant Moeriag,
het gezigt in eene ernstige plooi zettende, hetgeen
hem nog al eenige moeite scheen te kosten, nam het
woord op en zeide : » Hoor eens, heeren ! het onderwerp
is te verheven, om er maar zoo vlug als Swager,
ouder gewoonte, doet, over heen te mögen loopen.
Ik heb dienaangaande mijne eigene gedachten, en die
wil ik u wel doen kennen. Ik beaam het gansch en
al met hem, dat onze Amboinesche Christenen door
hunnen overgang tot ons geloof zedelijk niet verbeterd
en maatschappelijk achteruit gegaan zijn. Ik wil hier
niet aanhalen, dät wij hen ten allen tijde een goed
voorbeeld geven, want ik besef het, dat ik alsdan de
waarheid te kort zou doen. Integendeel, de gebreken
ons eigen, en die wij in ons geboorteland niet zoo
ruimschoots kunnen botvieren , worden helaas ! hier maar
al te veel en te onbedwongen aan den dag gelegd.
De gedachte: hier zijn wij heer en meester, en het
gevoel onzer zedelijke meerderheid boven de inlandsche
( i) Maar, Heer Predikant! hoe moet het nü gaan met mijne
oudere vrouw ?* %