
» Bah /—antwoordde Swagbr , — Bram I gij wordt fcre-
gelig ; — Een goed voorteeken ! nw moed ontwikkelt zieh
en gij sehijnt de vgandelijke lucht van dea Capaha reeds
in te snuiven. Patent, Bram! duizend duivels! wij zullen
nog meer van u maken dan een deftig man » en als gij
hg uw weeüwtje terug komt. . , .”
Grimmig keek paar» Brakketje den vaandrig aan.
Deze zweeg, enkel uit medelijden inet den teleurgestelde,
en na eenen moeijelijken marsch van vijf uren, kwaiaen
zij door den p a t Van Bagnala in de schansen aan de
Telloboari’* rivier aan , —Swager frisch en vrolijk , —-
Bbammetje ter neèrgeslagen, hijgende en ademloos, ter-
wijl zijne voeten.de kenteekenen droegen hunner onge-
woonheid aan zulk eene verraoeijenis en dadelyk , als een
heilzaam middel daartegen, door lappen, met kaarsvet
besmeerd, omwonden moestèn worden.
Kapitein YrbhbìdeS ontVmg beide vriendelijk, zag hun—
nen last in , en stelde het opgegeven getal manschappen ter
hnnner beschikking. Den volgenden morgen zetten zg
den togt voort en kwamen, zonder eenig letsel, dien
zelfden avond nog in de genoèmde dorpen, waar zij
alles in eene schijnbare vredeüevende stemming vonden,
en zieh zonder veel moeite meester maakten van negen
boofden of drang toewa’’» T die hun opgegeven waren ,
als steeds het meest met den vijand geheuld te' hebben.
Indien er een ónnnt persoon bfj dien togt aanwezig
was, dan kon voorzeker hinkend paar» Brammetje als
zoodanig aangemeikt worden. Swager was te goed mi-
litair, om niet ©»der zijne ondergeschikten -de strengste
tucht te handhaven ; en Brak vond dus even min gele-
genheid om zgn gezag te doen gelden, als hg lujit
daartoe bezat, want hij bad te veel- met zijn eigen ik
te do'en, om zieh met iets anders te kunnen bezig hou-
den. Bezwijkende door vermoeijenis en onder den last
J J /
der hem ongewone wapenen, geleek zijn toestand op
dien vah een hijgend, afgejaagd hert, en het was een
koddig gezigt, hem eene beek te asien doorwaden of
over eenige längs ¡hat strand. verstrooide rotsen , die hun--
nen weg belemmerden, te zien springen, waarbij hg
telkens met de uiterste deftigheid trachtte te werk te
gaan, doch welke * zijne viugheid weinig eer aandoende
manoeuvres • ook telkens met eene onderduikeling of struike-
Üng eindigden , zoodat hg , zonder -Swa g e r ’s krachtdadige
ondersteuning * - voorzeker het doel hunner marsch niet
zou bereikt hebben. Twee dagen verblijf echter in die
dorpen herstelde hem weder eenigzins en welgemoed ving
hij iden terugmarsch aan in de hoop van spoedig de grijze
muren van het kasteel Victoria op nieuw te zullen aan-
schouwen , en wat meer voor hem beteekende, een’ blik
te zullen kunnen werpen op het huis van haar, die
hem zoo naauw aan het hart lag. Geenszins bevroedde
hij, dat er, alvorens tot dat geluk te geräken, nog een
netelig oogenblik voor hem zou opdagen, een oogenblik
waarin zijn leven bedreigd en bijna voor altijd die hoop
vergdeld zou worden, die hem au zoo troostend aanlachte.
S w a g e r kwam met zijne manschappen en de gevange-
neni in den vooravond van den vierden dag na zgn
vertrek , aan de Xelloboan’s rivier terug , en die terug-
komst werd hartelijk gewenscht door kapitein T e r h e i d e s ,
a a n g e z i e n daar gebenrtenissen hadden plaats .gegrepen,
die de vereeniging van al de beschikhare magt noodzakelyk
maakte. T u e lo e c a b s s ib en P a t iw a h i hadden hnnne reeds
gemelde plannen op den dag van S w a g e r ’ s vertrek ten
uitvoer gebragt. De eerste was ■ meester van het dorp
Lian en daar druk bezig met het veilen van alle rijpe
sagoeboomen, terwijl de laatste met eene ongeloofelijke
moeite met de zgnen de rots bereikt bad, welke de
Latoewiloeloe io zijnen • voorgewenden droom had aan