
| i | gevolgtrekking te kuunen vereenigen. Bovendien werd
zijne aandacht afgetrokken door eene barsche, schelle
stem, die van uit de groote vergaderzaal, aan den
noordkant der vesting gelegen, door het kasteel klonk-
Het was die van den Landvoogd Gerard Deiiub , welke
geen deel neineude in de aigemeen keerschende middags-
ru«t, maar deze integendeel, aan het belang der dienst
van de Compagnie eu aan de plaatsgrijpende omstandigbe-
dep opoiferende, op dat uur juist gehoor verleende aan
den ouden C u o u en verscheidene andere Hitoesche Orang
kaijcfß.
Reeds genoeg hebbeu wij van dien hpogen Compagnies
dieuaar gezegd, om niet bereids te weten, dat hij een
koogst ijverig, volhardend en streng man was. De ge-
schiedenis zwijgt over zijne jeugdige loopbaan en wij ont-
uioeten hem hier als iemand, om wiens achtbaar hoofd
zieh reeds meer dan zeslig zonnekringen hadden rondge-
wenteld — eu toch, — ieder , die hem zag, moest het toe-
stemmen, dat noch tijd, noch omstandigheden zijne ziels-
en ligchaamskracht hadden kunnen uitdooven. Nog stond
hij daar, gelijk een stevige eik , trots de levens stormen on«
gedeerd de kruin ora hoog helfende; — nog was de ijver *
welke hem gewis van zijne jeugd af bezield meet hebben ,
door de magt der jaren niet verflaauwd ; — nog was zijn
blik, het vurige, steeds in beweging zijnde oog ontschie-
tende, onverdragelijk voor hem, wiens geweten niet zui-
ver klopte ;—nog hield hij met vastberadenheid het roer
dfer kleine staatshulk in handen, welke aan zijne zorg,
aan zijn beleid, aan zijnen moed was toevertrouwd.
En hij bezat al die hoedanigheden, welke hem een geduckt
en gevreesd Landvoogd moesten doen zijn,. Vlug
met de pen, beleidvol in den raad, dapper in het veld »
onvermoeid gedurende de zwaarste togten en dikwijls aan
den spits dergenen die hij ten strijde voeude ; overigeu«
in den maatschappelijken omgang afgetrokken en eer barsch
dan vriendelijk» zoo was hij meer gevreesd dan bemind,
en boezemde hij wel achting en vertrouwen, doch geens-
zins toegenegenheid in. Uardvochtigheid en strengheid on-
derscheidden bovendien zijn karakter en veelvuldig waren
de uitersten , waartoe hij daardoor dikwijls oversloeg.
Wars van alle geveinsdheid, zoo was hij rond in handel
en wandel. Godsdienstig zouder dweeperij , eerlijk zonder
oogluiking omtrent anderen, en regtvaardig in den hoog-
sten graad, zoodra ’s Compagnies belangen, in betrekking
tot de inlandsche bevolking, daarmede niet gemoeid waren
, zoo bezat dat ligehaam in hem een dienaar, die
gedurende zijn zes-jarig beheer meer afdeed, dan acht
zijner voorgangers te zamen.
Eenvoudig in zijne levenswijze en vooral in zijne kleeding
, onderscheidde hij zieh bijna door niets. Maar hij had
zulks ook niet noodig, Want wie het zestig-jarig hoofd
slechts beschouwde, ontving ras den fndruk van eenen
onwillekeurigen eerbied. De zilverwitte hären hingen hem
met golvende lokken tot op de schouders en men gaf
hem wel na, dat hij, voor zijnen ouderdom, te trotsch
was op dat tooisel der natuur. Een arends-neus versier-
de. het langwerpig gezigt, waarop bijna geen rimpel te
zien was. Breede lippen bedekten de nog door den tijd
onaangerand geblevene ivoorwitte tanden, en eene meer
dan middelmatige groote, naar het gezette overhellende,
en in derzelver geheelen omvang geevenredigde mannelijke
gestalte vermeerderde den indriik, welken het aanschou-
wen van dat patriarchale hoofd bij iedereen te weeg bragt.
Géra rd Dr x k e r behoorde tot die krachtige mannen , welke
die tijden zoo dikwijls onder onze landzaten in deze
gewesten opleverden ; die den eens gelegden grondslag
van. het reuzengebauw der 0 . I. Compagnie hielpen ste*
vigen en bestendigen, en de bewondering van het dankbaar