
má» • iM ü i i iiii
m
i
116
bekluiiiinen en inij op logieri door hel puiiihoopen-veld begeleid
h(,'cít, verzanielde en onderzoclit, op mijn verzoek, alie iiog
bestaande herinneringen bij de oude lieden in zijn district. Hij
zelf is belast met de zorg Yoor de kultuur van eenige honderden
.laksa's ») koffijboomen, dio voornamelijk aan de afhelling van
den Papandaijang- boven den schoonen Passangrahan Tjisiroepan
staan en is met de topographie van zijn district goed bekend.
Op Hiijne vraag, waardoor toch die verkeerde voorstelling
der Europeanen, dat het verwoeste land versanken zou zijn,
liad kimnen ontstaan, gaf hij mij lagchende ten antwoord, dat
die blanken, die de eerste berigten uit den mond der Javanen
opschreven, hen waarschijnlijk niet goed begrepen en de beeldspraak
van hunne bloemrijke, aan geene wetenschappelijke
ondersclieiding der denkbeeiden gewone taal al te letterlijk
opgevat en «een nederzinken van het land» daaruit afgeleid
hadden, terwijl door zijne landslieden siech ts een omhullen met
of een begraven zijn in aardmassa's (namelijk in \aMa-blokken
van de verschillendste grootte, tot de fijnheid van zand) daarniede
bedoeld was.
Dat het terrein binnen de opgegevene grenzen gemiddeld omstreeks
50 voet en op vele plaatsen, waar de puinbrokken in
hunnen loop door hindernissen gestuit zieh tot heuvelen-en
ongeregelde hoopen op elkander stapelden, wel 100 voet hooger
geworden is, is aan iederen Javaan die deze Streek bewoont
als eene ontwijfelbare daadzaak bekend; ook is de ophoogiiig
Over de aangrenzende afhellingen en over den grond van het dal
ZOO in het oog vallend, dat dit door niemand, die deze Streek
bezocht heeft, betwijPeld wordt.
Of de berg werkelijk vóór de nitbarsting hooger geweest zi j,
is zeer twijfelachtig; men bcAveert hetzelfde van alle bergen
op Java, die hevige uitbarstingen ondergaan hebben. De hoogste
kegel in de Preanger Hooglanden ligt in het oosten tegenover
den Papandaijang en is 8645' hoog. De natuur, die ook in de
voortbrenging der talrijke bergtoppen in deze Regentschappen
'j Ei;n liikiH is 10000.
117
naar vaste regels te werk ging, lieel't de hoogte van 9000' nergens
overschreden. Nu is de bodeni des kraters van den Papandaijang
6600' hoog en het hoogste punt van zijnen ringmuur,
die niet gemeten is, waarschijnlijk 75 á 7400. Wanneer wij
bovengemelden maatstaf behouden, dan kumren slechts 1600
voet (het meerdere van 9000 boven 7400) benevens het thans
ontbrekende noordelijke gedeelte des kegels door de nitbarsting
verwoest geworden zijn; maar het is even zoo wel mogelijk
dat de lange kraterkloof van den Papandaijang, die naar het
N. W. loopt en eindelijk N. oostwaarts ombuigt, reecls vóór de
uitbarsting van 1772 bestond. (Uit de Avijdga^^ende opening
des kraters aldaar, aan die ombuiging, entlasten zieh hare lavapnin
stroomen, die in breedte meer en meer toenemende, slangsgewijze
naar den dalgrond nedergaan). Want de bijzonclerheden
in die berigten, uit eenen tijd toen nog geen Europeaan de binnenlanden
der Preanger Regentschappen bezocht, 1) berusten op de
dichterlijke verhalen der Inländers, die in zulke natuurtooneelen
alleen het wonderbare zien en het belang door Europeanen in
historische waarheid en juistheid gesteld niet begrijpen, weshalve
men zieh wel wachten moet, aan humie berigten onvoorwaardelijk
geloof te hechten. 2) De Javaan zal ook nimmer
uit eigen bcAveging, eenen vulkaan beklimmen en jaren lang
kan een vuurberg dampen, ?oo als de Ai'kopoero in het Eijanggebergte,
zonder dat^ zijn aanwezen in de kultuur-1 anden aan
zijnen voet bekend wordt. Het door lavabrokken opgehoogde
land is 7 minuten lang, afvvisselende van één tot 4 minuten
breed en heeft waarschijnlijk een areaal van 78 • minuten
(of 586,873800 • voeten). Wanneer nu de gemiddelde dikte
dezer ophoogiug slechts 50 voet bedraagt, zoo bevat zij 2934
miUioen kubiek-voeten vulkanische stof; al wäre dan ook de
(veronderstelde) vroegere top des bergs 3000' hooger geweest
dan de tegenwoordige kraterbbdem (dus 9600 voet hoog), dan
zoude deze massa van eenen spits toeloopenden kegelberg, zoo
') De eerste was Noronha in het jaar 1787.
Behalve daav, waar tupographische daadzakeii daannedc overeenstciuiiieu, zoo
als bij den Kinggit.
1: i j
. 1 •
• If!