
M
f î t
194
van liet eiland, wier grootste afstand 82 minuten bedraagt. i)
1828, in dcmaand October wierp hij asch en rookzuilen uit.
1835, in de maand September braakte liij op niemv 2 dagen
lang hevige dampzuilen uit en asch, die bij Tegal nederviel.
Deze twee laatste uitbarstingen zijn mij slechts door mondelinge
mededeeliugen van Europeanen bekend geworden, die ingezetenen
van Togal zijn: eenigen hunner herinnerden zieh dat
zij den gcheelen top des vulkaans in eenen vuurgloed hadden
gezien; zij konden mij evenwel den datum niet naauwkeurig
opgeven.
C. Bezoek van reizigers.
In gezelschap van D'. Fritze i) besteeg ik hem in de maand
Augustus, 1838. Nog twee beeren uit Tegal, Holle en de
Borst, waren van de partij. "Wij vertrokken van Moga en
gingen eerst, schuins aandenvoet des bergs, Z. W. waarts door
eene bamboesrijke Streek, in welke wij nog eenige nieuw aangelegen
dorpjes aantroffen, en klommen daarna längs de
N. helling des vulkaans omhoog. Op eene hoogte van ongeveer
4000', waar hutten waren opgerigt om te overnachten, lieten
wij de paarden achter en beklommen den top verder te voet,
dien wij ten 1 uur bereikten. Ook hier vonden wij hutten
gebouwd. Een en ander waren wij verschuldigd aan de vriendelijke
voorkomendheid van den Resident van Tegal, den Heer
Varkevisser. Zonder zijne hulp en zonder de wegen, die hij
voor ons had laten banen, zouden wij voorzeker alleen om
het woud door te komen, verscheidene dagen lang noodig gehad
hebben. D'. Holle vond in de zandvlakte, bezijden den krater,
een gedeelte van het skelet van eenen rhinoceros; ook vond
men menschenbeenderen.
Wij bragten eenen zeer kouden nacht door; niet, dat het
ZOO absoluut koud was, (want het minimum van de temperatuur
' ) Vergel. HorsfioUl, in hot Batav. Genootsch. Dl. 8.
Die zijnen vrieuden helaas to vroeg is afgestorvcn, maav Inin cn mij onvergetelijk
blijven zal.
195
daalde niet lager dan 42° Fahr.), maar de seherpe 0. wind,
die de ontwilikelde dierlijke wärmte gedurig weder wegnam,
hinderde ons geweidig. — Toen wij den volgenden morgen
weder afdaalden, vond ik evenwel, 3 tot 4000' beneden de kruin,
ten 8 ure nog rijp op de planten en struilien, die in de schaduw
lagen. Daar nu de daauw eerst bij eene koude van 32°
bevriest, zoo volgt hier uit, dat de vulkanische dampen den
bergtop ten minste 10° Fahr, warmer hadden gemaakt.
Den d9 Junij, d84-7, besteeg ik den berg ten tweeden male
met een aantal Javaansche begeleiders en voorzien van naauwkeurigere
geodesische en meteorologische instrumenten, dan in
1838. Wij braken ten 7 ure op van Priatin op de 0. ten N.
zijde van den Slamat en trokken door de grootendeels bebouwde
bergvlakte, die aldaar op eene hoogte van 4000' den kegel
omgeeft. Wij gingen W. N. W. op den berg aan enbetraden,
na eenen rid van een kwartier uurs, het digt gebladerde, oorspronkelijke
woud, dat hier uit zeer groote boomen bestaat en
bijzonder rijk is aan parasitische Freijcinetien, Orchideen, varens
en messen, die aan de boomen een bij uitstek ruig, woUig
en langharig voorkomen geven. Hier vond ik het eerst eene
fraaije mossoort (Meteorium speciosum i) die in eilen lange ranken,
fes tonnen en guirlanden van alle taldien naar beneden hing en bij
den zachts ten wind heen en weder geschommeld werd. Ik heb
geen woud op Java gezien, dat zoo ongemeen rijk aanvarens
en mossen is als dit bosch op de 0. ten N. voet van den
Slamat. Kleine Areca's en Pisanggewassen stonden in menigte
te midden der hooge boomen. Wij klommen in eene drooge,
steenachtige beekkloof naar boven, wier bedding uit dezelfde
graauwe, poreuse lava bestond , die wij reeds kennen; later vervolgden
wij onzen weg bezijden deze 2S'diepe kloof en trokken
ten 71/2 uur eene steil-afwaarts loopende bank van lava over.
Van 1/2 9 ure af zetten wij onzen marsch voort längs eenebergrib,
waarop veel Strobilanthes wies en die ter wederzijde van eene
kleine, maar eveneens drooge bedding begrensd was. Later gingen
' ) n. sp. Mlc. et Dz. (Zie Neil. Kruidk. Archief. Dl. 2. St. 4.)
n • :
'i ¡-Ii
^^ i '
$i'1l
Ï«