
itfrimti
276
uilslrckkcnde ruimte, welke tusschen den goenong Slamal on
den Prahoe is gelegen, — of althans uithoofde der mecr Aorizontaal
uitgebreide bergmassa's zieh aldaar minder en slechts
ondergeschikt voordeed, zoo treedt, ten znidoosten van Di-eng,
de karakteristieke kegelvorm der uit trachiet bestaande vulkanen
ZOO veel te duidelijker te voorschijn en komt in de eerste plaats
in twee hooge pieken, den Soembing en den Sindoro, voor,
die, verre over .Samarang in de Javasche zee zigtbaar, bij
de schepelingen bekend zijn onder den naam van: de twee
gebroeders.
Zij omvatten het noordoostelijkste gedeelte van het dal Kadoe
in het Westen. Maar insgelijks aan de andere zijde van het dal,
in het oostzuidoosten, verheffen zieh nog twee andere hooge
kegelbergen, de Merbaboe en de Merapi, die, het evenbeeld
der eerstgenoemden, door een zadelvormigen tusschenrug met
elkander verbonden, als wäre tweelingbergen het midden- en
meer zuidelijke gedeelte van dit dal begrenzen. Zoo zien wij
vier der hoogste kegels van dit eiland op een geringen afstand
van elkander gerangschikt en aan beide zijden tot een tweelingvulkaan
verbonden, terwijl verder noordwaarts nog eenvijfde,
maar alleen staande vnlkaan, de Oengarang, zieh bij de voorgaanden
voegt en door verbindingsketenen, welke van daarnaar
beide zijden uitgaan, het dal Kadoe ook aan de noordelijke
zijde omsluit.
In het noordwesten is de helling van dezen berg met eene
lange bergketen verbonden, welke zieh in eene westnoordwestelijke
rigting onafgebroken tot aan den goenong Prahoe
voortzet, tot wiens top zij opklimt, — in het znidoosten is
zulks hetkortere en lagere verbindingsjnk goenong Jamboe, dat
naar het noordwestelijke voorgebergte van den Merbaboe, namelijk,
tot aan den top Telemojo voortloopt. Dit laatstgenoemd
gebergte Scheidt Kadoe van den dalgrond Ambarawa, welke
door de hellingen van den Oengarang en van het noordelijke
voorgebergte van den Merbaboe ketelvormig omsloten als een
binnenmeer waarschijnlijk gedm-ende langen tijd met water
bedekt was; dit water heeft zieh eerst later over de laagste plaats
^Mhui •
277
van het randgebergte in het noordoosten een uit weg gebaand.
Aan de west- (znidwest) zijde van Kadoe zet zieh de dalwand
aanvankelijk door de genoemde vulkanische pieken gevormd,
bijna in dezelfde rigting als deze laatsten (namelijk, zuidoostwaarts)
in eenige kalkgebergten nog verder voort en stoot tegen
den voet van den Merapi; tusschen beide echter blijft eene
ruimte, door welke opening, als het eenige uitwateringskanaal,
de rivieren van het dal, na zieh in de kali Progo vereenigd te
hebben, znidwaarts stroomen.
De dalgrond loopt in het algemeen in gelijke rigting als die
der grensgebergten, namelijk, de hoogstgelegen noordoostelijke
helft: Lampoejang, loopt van het noordwesten naar het
znidoosten; de middelste en benedenste helft echter, of het
eigenlijke Kadoe, van het noorden naar het zuiden; de eerste
helft daalt, van Adiridjo tot aan Temangong, van 2660 tot 18S0
parijsche voeten, de laatste van Medono tot aan den tempel
Moendoet van 1920 tot 756 voet.
Over deze verhoudingen vergelijke men de eerste afteekening
[Sindoro, Fig. 1.) op de hiertoe behoorende tabel, alwäar de
ligging van de grensgebergten van Kadoe en de wijze waarop
dezelve onderling verbonden zijn worden aangetoond. i)
Het midden gedeelte der residentie, het eigenlijke Magelan,
doet zieh voor als een uitgebreide, vlak geworden lava-stroom;
hetzelvö is in het midden anderhalve geographische mijl breed
en daalt van het Oengarang en Jamboe gebergte af; het bestaat
werkelijk uit lava en wordt aan beide zijden door eene beekkloof
begrensd, aan de oostzijde door de kali Ello en aan de
westzijde door de breedere en schuimend over gerol heen bruisende
Progo, waarin zieh later, aan den znidelijksten hoek der
residentie, de eerstgenoemde beek uitstort. De wanden der
kloof van de kali Progo rijzen tamelijk steil uit het smallebed
der beek; bij Magelan heeft deze kloof eene diepte van ISO
Op deze schets zün de toppen der bergketenen en de waterscheidingen donker
geschaduwd; dorpen worden aangeduid door passangrahans door (5'; borgpassen
door en oude Hindoe-tempels door ¿ \ .
(r