
als aan de binncnhelling, waar buitengcwoon sterke cn dikkc
zwavelige darnpen opstijgen, uit openingen rondom welke vcel
zwavel aangeslagen is. (Solfatara's.)
O O Zy^ groote furaarolen, waaruit waterdampen opstijgen,
die zieh tot digte wölken condenseren.
Twee pittoreske afbeeldingen van den Merapi en deszelfs
eruptie kegel zullen in den atlas, tot dit werk belioorende,
worden aangetroffen. (Zie plaat XVII.)
De volgende bijzonderheden van den Merapi achten wij
bijzonder der vermelding waardig. —• I. Zijn voorgebergte
Plawangan met dubbele spitsen [Figuur dd), aan den zuidwestelijken
voet des vulkaans gelegen, hetwelk evenzeer gelijkt
op de voorgebergtespits van den Merbaboe, bij liopeng, als
op de Monte di Zoceolaro en Callano op den Etna, welke door
Lyell zijn afgeteekend. — ') Hetzelve verheft zieh noordwaarts
van het dorp SaAvoengan,— welk laatste op een afstand van
13 palen van Jogjakerta en 1,600 voet boven de oppervlakte
der zee gelegen is; — van de zuidzijde of van voren gezien,
doet het zieh voor in twee afzonderlijke spitsen, die nog door
een aantal kleineren zijn omringd, — van het oosten of van
ter zijde gezien als eene lange rib, die verder voorwaarts
springt en hooger nitsteekt dan de anderen en die eindelijk, na
weder eenigzins opwaarts te zijn geloopen, eensklaps zeer steil
afdaalt. Beide spitsen zijn met wondgeboomte bedekt, waaronder
(vooral op den sehedel der oostelijke spits) eene bamboessoort
menigvnldig voorkomt. In de ruimte tusschen beide
spitsen gelegen (wier Javasche naam poort beteekent) hebben
de lava-stroonien zieh een weg gebaand en een lijnregten wand
gevornul, welke eene hoogte van 80 voet bereikt, waar de
waterval der beek telogo Moentjak (het naast aan de oostelijk
gelegen spits) zieh nederwaarts stört. De beek komt uit eene
smalle kloof te voorschijn en valt voor den zwartaehtigen
') Principles III, pag. 65, tab. IV, f. 3.
Hot is blijkbaar, dat zich daar ter plaatso lava-stroomen ophoopton, die tegon
hot voorgcbergto aanstieton. Misschion is hotzolvo gohocl uit opgestuwdo lava
govormd.
¿L^Mmé
383
wand nederwaarts; deze wand bestaat, uit eeae zeer vaste, basaltaehtige
lava, welke in horizontale, op elkander liggende banken,
laagsgewijs is gescheiden. In de dwarsloopende spleten tusschen
de lava-banken vergaat dit gesteente, hetwelk te dezer plaatse
nimmer droog is, blijkbaar het meest; men bemerkt aldaar
eene bolusroode, kleur afgevende aarde, welke uit de verwering
van de veel ijzerdeelen bevattende lava sehijnt ontstaan
te zijn en reeds eene aanmerkelijke dikte heeft verkregen.
Een dergelijke wand van steil afgebroken lava-banlien ligt
verder zuidwaarts van deze plaats en doet een tweeden, doch
kleineren, sleehts 25 voet hoogen waterval ontstaan; ook te
dezer plaatse zijn de dwarsscheuren in de lava rnet eene roodaehtige,
ijzerdeelen bevattende aarde opgevuld.
II. De diepe met seherpe randen voorziene kloven, in
den omtrek en in de benedenhellingen van den Merapi;
erosie-dalen. Deze zijn altoos sleehts in losse, uitgeworpen massa's
uitgehold en reiken tot op de massive uit trachiet gevormde
basis, zoodat derzelver diepte de dikte aantoont dezer puinmassa's.
Door de verschillende zamenstelling van het doorsneden
terrein onderscheiden zij zich van de volgende, tusschen compacte
lava-ribben gelegen rotsdalen (III) even gemakkelijk als door
derzelver vorm en door de seherpe randen der veelal lijnregt
nederwaarts loopende wanden, terwijl daarentegen de wanden
der rotskloven gewoonlijk glooijend van de smal toeloopende
nokken der jukken nederwaarts dalen. Het diepst zijn de erosiedalen
van den Merapi in de zone van 2,500 tot op 1,500' voet, van
boven naar beneden gerekend, ter plaatse waar de steile bovenhelling
in eene zacht glooijende, vlak uitgebreide lielling o vergaat.
Van de menigvuldige dergelijke kanaalvormige kloven, welke, in
die grootte en gedaante gelijk hier worden aangetroffen, bijzonder
op den Merapi te huis behooren, — dewijl geen andere vulkaan
op Java de vereischten tot derzelver ontstaan, namelijk,
de lagen van losse puinmassa's in die uitgestrektheid en in die
dikte bezit als de Merapi, — bepaal ik mij tot het vermelden
der volgenden:
1®. DG kloof der kali Gendeng. Deze klooi loopt ()[) den i; Ú
-•r