
Ü m
12
Ovci'al üiibekliiubaar en op vele plaalsen loodregL slorl zieh de
binnenzijde van dezen wand naar beneden en omschrijft eeneii
afgrond, die van boven ais een ketel gesloten is, maar dieper beneden
zieh noordwaarts in eene zeer grootékloof (deDjoerangTjiapoes)
verlengt, die aan het zainengeloopene w^atei-, door de líali
Tjiapoes, eenen uilweg verschaft. De geheele bergmassa scliijnt
hierdoor ais in twee lielften gespleten en juist door deze bergkloof
ziet men van Buitenzorg in het duistere, met bosschen begroeide
binnenste van de kolk. Nergens evenv^^el ontwaart men meer
in dezen ouden kratei' het minste spoor van vnlkanische Averkzaaniheid;
slechts aan de uitsterste W. helling van het gebergte,
verre van daar, ziet men, door weelderig boseh naauw omgeven,
eene solfa tara, met vele kleine scheuren en openingen
in den bodem, uit welke zvpaveligznre dampen sissend naar
bniten dringen.
Deze solfatara, vvelke midden in bosschen aan de westzijde
van den Salak ligt, in de rigting naar den Perwakti, is, ais de
meest nabij Batavia gelegen krater, sedert mijne beklimming
van den berg door verschillende reizigers bezocht. Zij is in alle
haré verschijnselen niet onderscheiden van vele andere van deze
soort, welke op Java aangetroíFen worden, zoo ais vele in Di-eng, de
Kawa Manok, de Waijang, verscheidene aan de afhelling van den
Tanlioeban Prau, van den Loeboe-Radja op Sumatra, aan den
Wilis en anderen, en wier uiterlijke physiognomische vorm alalleen
gewijzigd wordt door hare hoogere, droogere ligging aan
steile afhellingen, of hären grooteren rijkdom aan athmospherisch
water, hetwelk onophoudelijk er instroomt, wamieer zij in eene
diepte liggen. De voornaamste kenmerken zijn, van de eersie
soort: zwaveldamp en zwavelig zuur, di'ooge omgewoelde grond,
zwavel-kristallen en voornamelijk eene korst van gesublimeerde
zwavel aan de openingen; van de tweede soort, zwavelwaterstof,
warm water, dat of eenig vrij zwavelzuur, of opgelosto
zwavelzure kleiaarde, (aluin) bevat, borrelende water-plassen,
heete modderpoelen uit graauwe kleiaarde met eenig zwavel
vermengd bestaande, kleine slijkvulkanen, weeke slijkgrond,
waar men inzakl; tervvijl eene geelaclilig blecke kleur der