
arnm
"i = :
a
i'
291
vlakte is de bodem slechts gedurende den regentijd in eenige der
noordelijkst gelegen gedeelten met water bedekt. Enkele met
mos (Ortotricha) en gras begroeide plaatsen vormen hier en daar
als het wäre eilanden op dien kalen bodem.
Midden door het zuidelijke gedeelte dezer vlakte, welke aldaar
eene breedte heeft van 120', benevens door de iets hooger
liggende tusschenruimte, welke eerstgenoemde vlakte van den
krater Scheidt en verder door geheel het overige zuidwestelijke
gedeelte der kruin gaat eene enge, rnaar onpeilbaar diepe
scheur, of spieet; dezelve neemt hären aanvang in den noordwestelijken
hock des kraters, splijt de gansche rotsmassa in de
rigting van het zuiden 35° ten westen en loopt ver längs de
helling des bergs benedenwaarts.
Op eenige plaatsen is deze spieet met puin toegeschoten, op
eenige anderen met struiken bewassen, terwijl hier en daar
natuurlijke bruggen, uit zaámgestorte en tegen elkander leunende
rotsklompen gevormd, over dezelve leiden (waarvan eene
doorsnede in Sindoro, Figuur 6, wordt gegeven); op sommige
plekken in de zandvlakte is de scheur tot gaten verbreed;
Over het algemeen is zij van 3 tot 6 voet breed, zoodat men
over dezelve kan heen springen. In het zuidwestelijkste gedeelte
der kruin vormt zij eene werkelijke scheur (breuk), welke een
scherpen rand heeft en den bergtop in twee deelen verdeelt^
uithoofde de vooruitspringende hoeken aan de eene zijde volkomen
met de' holligheden of bogten der andere zijde overeenkomen
en de wanden van deze scheur glad en niet verweerd
zijn, ZOO moet dezelve eensklaps zijn ontstaan. Längs den
buitenrand is de oppervlakte met geboomte bewassen, waarvan
de wortels voor een gedeelte bloot hggen.
In het "midden der zandvlakte is de breedte der spieet toegenomen
en vormt zij twee (langwerpig ronde) gaten, die eene
middellijn van 20 á 25 voet hebben, doch dieper benedenwaarts
door zaámgestorte puinmassa's gesloten zijn. Uit deze
gaten en op eenige anderö plaatsen in deze scheur, oostwaarts
en in de onmiddellijke nabijheid der zandvlakte gelegen, stijgen
met een zacht gebruis zwavelig zure dampen op; de wanden
I