
l i ü jéiéW'iteiiatl
i
vierden dezer heiiveleu onder deze oinstaiidighedeu zeer opiiicrkelijk,
daar zij aan de eene zijde niets rneer dan aan de andere
overliellení men moet dit toeschrijven aan de werking der
zwaartekracht op de los door een geworpene (hoekige) steenbrokken
en mcer bijzonder aan de taaije slib waarmede zij overgoten
werden.
Deze verklaring van het ontstaan der steenbergen komt uit
met de mededeeling van eenige wel onderrigte Ja vanen, die
getuigen waren van de uitbarsting in 1822 en mij verzekerden
dat hunne verklaring op waarneming gegrond vs'as. Alzoo bleven,
wanneer men zich de gebeurtenis aldus voorstelt, van de nitgeworpene
s toflen alleen de vaste bestanddeelen op de vlakteliggen,
namelijk de steenen, onder de gedaante van op zich zelfstaande
heuvelen, terwijl het grootste gedeelte der slib verder vloeide
en door de beken tot in zee gevoerd werd. (Door het aanslibben
der diepere plaatsen, verkreeg het terrein waarschijnlijk eerst
die volmaakt effene oppervlakte, waardoor het zieh thans onderscheidt.)
Volgens uitdrukkelijke verklaring van ooggetuigen, is de slib
uit den krater gestroomd en slechts voor een klein gedeelte nedergevallen,
terwijl de hoeveelheid uit de lucht nedergevallen
steenen nog geringer en het voornamelijk asch ví'as, die door
den vuurberg uitgebraakt tot op verre afstanden door de lucht
vloog.
De schoonste ontblootingen dezer steenhoopen vindt men tusschen
Indihiang en Tassik maleio, daar, Avaar de beken Tjimoeloe
en Tjitandoi zich in diepe kloven eenen doortogt gebaand hebben.
Verscheidenen zijn daar aan een verbonden, anderen hebben
eene steil kegelvormige gedaante; enkelen worden ook aan den
linker oever der diepe Tjitandoikloof aangetroffen, en het is
duidelijk dat bij de eerste uitbarsting des bergs, van welke deze
heuvelen dagteekenen, de genoemde rivierkloof op de hoogte
van Indihiang eerst geheel met uitgeworpen stoffen opgevuld en
verstopt moet geweest zijn, voor dat deze rotsmassa's tot op
den voet van den Sawal (aan de overkant der kloof) konden
geraken.
ll "I
! il
' 1 '