
1,
11--
l'
iäShS
I
geld, die met verstrooide groepen van woudgeboomte zijn
begroeid. Hierbij biedt deze berg iets eigendommelijks aan,
dat, namelijk, zijn voet zieh niet ver uitstrekt, — dat de vlakten,
welke hem omgeven, zeer laag gelegen zijn an — dat de
geheele massa, benevens de voorheuvelen zieh vervolgens plotseling
verheffen.
Wanneer men aan deze zijde der beek, van Tarik naar het
zuidenheen opstijgt, doen zieh deze heuvelen gedurig duidelijker
aan het oog voor. Ook aan gene zijde (oostwaarts) van de
kali Tarik, verheffen zieh (doeh hooger dan het dorp) talrijke
toppen, die zieh in den vorm eener keten vereenigen en
in de lengte benedenwaarts - dalen; deze toppen zijn met een
digt woud bedekt. De heuvelen, welke aan deze zijde der beek
gelegen zijn, loopen dwars voor den vulkaan heen en leveren
een alleraangenaamst sehouwspel op, daar allerwege het liehte
groen van het Alang-alang met de donliergroene kleur der groepen
van woudgeboomte wordt afgewisseld.
Weldra heeft men den ongeveer drie palen langen weg, die
van Tarik door rijstvelden en koffijtuinen opwaarts loopt, afgelegd
en bereikt men, over een klein in rijstterrassen hersehapen
plat, het dorpje Gamping, hetwelk door honderden van Kokospalmen
besehaduwd, zeer liefelijk aan den noordelijken voet
dezer heuvelen, die hunne steile spitsen aehter het dorp verheffen,
is gelegen. Hier, in de nabijheid van het dorp, treft men tussehen
het geboomte eene laauwe bron aan. De rotsen, tussehen welke
zij entspringt, bestaan uit een witaehtig grijzen kalksteen, welks
oppervlakte (gelijk die van alle kaUtrotsen aan de zuidkust en
op andere plaatsen van Java) uitgeknaagd en met veelvuldige
gaten doorboord is. Ook in andere gedeelten dezer heuvelen
wordt kalk aangetroffen. Het water riekt niet, is bijna geheel
smakeloos en sehijnt geene andere bestanddeelen te bevatten
dan dezulken, welke door de rotssoorten, waardoor het water
heendringt, worden aangeduid (koolzure kalk).
Het dorp Gamping ligt aan de noord-noordwestelijke helling
van den Lawoe. Van hier stijgt men längs het voorgebergte op,
welks talrijke, dikwerf zeer spits toeloopende toppen door dalen,
429
en kloven, welke zieh als een doolhof slingeren, van elkander
geseheiden zijn.
Heeft men de kruin der dwarsehe heuvelrij, welke zieh boven
Gamping verheft, bereikt, dan ontwaart men voor zieh uit
een plateau van geringen omvang, dat rondom door heuvelen,
welke met de vorigen geheel overeenkomen, is omringd. Naar
dit plateau daalt men af door koffijtuinen, welke de zuidelijke
helling der zoo even beklommen heuvelen bedekken. Hetzelve
is geheel en al in terrassen, met rijst beplant, hersehapen en
bevat een aantal dorpen, van welke het grootste Djambejan
wordt geheeten. Een liefelijk sehouwspel levert dit plateau aan
het oog op; eenzaam ligt daar dit bebouwde, effene stukje
gronds, in het midden tussehen heuvelen met wouden bedekt.
Dit plateau, heeft siechts eene geringe glooijing; hetzelve
rijst allengskens naar het zuiden opwaarts, aan welke zijde het
begrensd wordt door heuvelen, welke zieh vervolgens naar de
steilere hellingen van den Lawoe verheffen. Ten einde het hoogst
gelegen dorp aan deze zijde van den Lawoe te bereilien, gaat
men, boven het plateau van Djambejan gekomen, in eene
sehuine rigting längs de hellingen des bergs en trekt men
Over twee bergruggen; hoewel zieh beider kam ook in enkele
toppen van ongelijke hoogte verheft, zoo verraadt echter hun
vorm eene uitzetting in de lengte van het middenpunt des
bergs benedenwaarts. Diepe dalen, door wier scherp toeloopenden
bodem beken ruischen, scheiden deze bergruggen van
elkander. Allerwege is de bodem met Glaga en met woudgeboomte
bedekt 5 siech ts diep benedenwaarts in de dalen, waar
de grond hier en daar in rijstvelden is hersehapen, ontwaart
men kleine dorpen aan de Areng-, Pinang- en Kokos-palmen,
welke dezelven in kleine groepen omsingelen.
Zoo komt men eindelijk te Balong aan, dat aan de noordwestelijke
helling des bergs, doch niet hooger dan 2,000 voet
is gelegen. Het ligt op een klein plateau, dat eene helling van
het zuiden naar het noorden heeft en, even als dat van Djambejan,
als een ketelvormig dal rondom door heuvelen is omgeven.
Verrukkend schoon zijn deze heuvelen; een welige plantent
i
I i'
Ii
i'iV I
a f
i