
i1 • ' ''Í ; Í
440
haren loop cloor eene diepe kloof beuedciiwaarls vervolgt.
De Tjemoro-boomen, die hier nieer afzonderlijk lusschen
ander geboomte worden aangetroffen, b,ereiken te dezer plaatse
bijna eene hoogte van 100 voet; Imnne twijgen zijn echter kaal
en dragen meer Usneen dau bladeren^ siech ts aan de uiteinden
der takken hangt een klein bosje van naalden naar beneden.
11 Mci. Door de gevoelige koude reeds vroegtijdig gewekt,
zettedcn wij, z'oodra het licht van den aanbrekenden dag door
het bladerengewelf begon le schemeren, onzen togt verder opklimmende
voort. Vóór zonsopgang was de temperatnnr 47° Fahr.
(8,33° R.) Wij klommen längs een steilen bergrug opwaarts,
die hier en daar zoo smal werd, dat wij in de diepe kloven,
welke denzelven ter wederzijde begrenzen, konden nederzien.
Verder op werd de bergrug weder breeder. Allengskens ontinoettcn
wij een Hypericum, ThalictrumQ'avanicum), den Podostaurus
thalictroides (mihi), welke eene groote gelijkenis heeft
met het Thalictrum, eene Swertia, een GaUum, welk laatste
even als verscheidene Europesche Galiumsoorten gezellig, vast
in clkander geslingerd groeit en eindelijk nog eene Plantago en
een Alchemilla, welke geheel overeenkomen met die, welke op
den Merbaboe, den Tjeriniai en op andere hooge bergspitsen
van Java worden aangetroíTen. — Wij naderden nu een hoogen
top, welks helling gedurig steiler werd en eindelijk onder
zdk een grooten hoek opwaarts rees, dat men denzelven niet
zou hebben kunnen beklimmen, wäre hij niet met boomgewas
bedekt geweest.
Hier groeijen bij uitsluiting Casuarina's. Regtstandig verheffen
zij hunne stammen aan den schuinen wand, welks drooge
bodem slechts met afgevallene naalden is bedekt. De kloof,
welke dezen bergrug ten westen begrenst, is nog geheel en al
met woudboomen bedekt; oostwaarts echter vertoonden zieh
Gnaphaha-boompjes, welker groenachtig witte bladenrenliroonen,
in het rond met sneeuwwitte bloemen bedekt, heerlijk schoone
boschjes vorrnen. Slaat men den blik van deze door wouden
omgeven plaatsen naar beneden, dan zou men wanen de lager
opklimmende Javanen bijna loodregt beneden zieh te aanschou-
441
wen, uithoofde van de steilte derhelUng. Tusschen de stammen
der Casuarina-boompjes door, schemert het verre, vlakke land,
dat door de eerste stralen der morgenzon wordt besehenen.
Ten 9 ure bereikte ik het bovengedeelte van den top (Zie
Lawoe, Figuur 5.) Hier wies dezelfde soort van gras, welke
msgelijks de toppen van den Merbaboe bekleedt en welks IV2
a 2 voet hooge bosjes kleine eilanden vormen, welke omslingerd
worden door smalle kanalen. (Festuca nubigena.) Debleekgele
of geelachtig grijze kleur dezer plant geeft aan deze hoogten
een eigenaardig voorkomen. De top zelve heeft een rondaehtigen
vorm; deszelfs diameter bedraagt ongeveer 100 voet. In het
midden is hij vlak; aan de zijden, vooral naar het oosten heen,
loopt hij met eene zaehte glooijing nederwaarts; de omtrek van
den top is met verstrooid staande Casuarina-boompjes begroeid,
die hier een gansch ander voorkomen hebben,dan die, Welke
m de lagere zonen worden aangetroffen; zij groeijen niet zoo
hoog, ja, zijn zeldzaam hooger dan 20 ä 50 voet, hebben minder
slanke stammen, terwijl de takken, zulks valt duidelijk in
het oog, zieh veel meer in de breedte uitstrekken.
Op het midden van den top bevindt zieh eene vierkante,
ruime uitholling, welker rand vroeger door een muur schijnt
gevormd te zijn geweest en die derhalve blijkbaar door kunst
is daargesteld geworden. Overigens is de vlakke ruimte van den
top zeer beperkt; de hellingen, die denzelven van de nabij
gelegen hoogten scheiden, zijn zeer steil; vooral die, welke ten
noorden en ten noord-noordwesten van den top gelegen zijn,
loopen volkomen regtstandig nederwaarts.
Mijne verwachting, dat ik, namelijk; het hoogste punt van
den Lawoe reeds bereikt had, zag ik te leur gesteld, want ik
werd in het zuid-zuidoosten eenen tweeden, nog hoogeren top
dan dezen gewaar, die zieh aan de overzijde van een diep
tusschendal, dat hem van den eer^igenoemden top Scheidt,
steil verheft; overigens was hij met hetzelfde bleek gekleurde
gras, met gelijksoortige struiken en verstrooid staande Tj^moroboompjes
begroeid als de eerste. De vlakke, doch smalle bodem
van het tusschendal ligt ongeveer 700 voet lager dan de eerste
29
ri
ä Ii I
Hi''- i
• I
fii