f
B.
224
De zuidoostclijko kom, eenigzins ruinier dan de andere, is
vici-kant, rondachtig van omvang en bij de bergbewoners bekend
onder den naam van Tekhel Panggonan. De bovenste
raod rijst aan zijne vier afgeronde hoeken iets hooger en verlieft
zieh, als het wäre, tot even zoo vele toppen; de tamelijk
steile binnenwanden hebben eene hoogte van 2 ä 300 voet en
zija overal met boomgewas bedekt? maar de vlakke bodem der
kom is met het weligste gras getooid, in het midden der donkere
sehaduwen van het oniinngend geboomte. Dezelve levert
een beeld der diepste eenzaamheid op, waarin slechts zeerzeldzaam
een der bewoners van Di-eng den Wik werpt. In het midden
van den bodem bevindt zieh eene langwerpige, in de rigting
van het z. westen loopende kloof, naar welke van alle kanten
kleine ruggen heenloopen en dan steil in de kloof afdalen; deze
zijn voornamelijk op de eene (z. o.) zijde opmerkenswaardig,
alwaar zij kamvormige lijsten, (waarsehijnlijk verharde lavaribben)
vormen, die evenwijdig naast elkander liggen. Doordeze
kloof loopt, in de rigting naar het z. w., eene beek tot aan
eene spieet of holte, waarin dezelve zieh längs een onderaardschen
tveg aan het oog onttrekt.
Later zullen wij zien, dat aan de buitenste helling van diezelfde
z. westzijde des bergs eene heete bron, door damp naar boven
gedreven, op eens uit den grond te voorschijn treedt. De
m i d d e l l i j n , boven aan den rand des afgronds, tusschende toppen
1 en 3 (zie dekaart), bedraagt ruim 2500 voet. Het punt a,
op den n. o. rand, tusschen top 1 en 2, ligt 660 voet boven
Di-eng, of 69S4 voet boven de oppervlakte der zee.
Den n. westelijken afgrond, welke meer rond van vorm is,
kan men het best beschouwen, wanneer men den tusschen
beide gelegen scheidsmuur, (den middenkam) van de zijde van
Di-eng beklimt. Van deze plaats wordt men gewaar, dat de
beide hoeken van dezen kam, dat wü zeggen, de toppenlen
4, aanvankelijk ver naar beneden loopen en dalen, alvorens
dezelve om den tweeden afgrond een kringvormigen rand besehrijven.
Deze ligt derhalve veel lager dan het kringvormig
geborgte, dat den Tekkel P. omsluit; hetsterkste verval wordt
225
van den top n"'. 1 af waargenomen, die (cirkelvormig omgebogen)
hoe langer hoe dieper afdaalt, tot dat dezelve in het
z. w., waar nog slechts een wand van 30 voet hoogte boven
den bodem des afgronds overblijft, van eene kloof wordt doorgesneden.
Door deze ontlast zieh het water der kom in eene
beek, welke, door eene kunstmatige waterleiding, het dorpje
Karang tenga toestroomt. De binnenwanden, welke het hoogst
zijn onder de toppen 1 en 4 van den Panggonan en onder
den bergkam, die deze beide laatsten verbindt, zijn met gras
en klein struikgewas begroeid, en slechts in het n. van het
middenpunt hggen gestreepte rotswanden ontbloot.
Op den vlakken bodem des ketels ligt het meer (telaga)
Weurdodo. Tusschen den oever van dit meer en den voet der
wanden, welke hetzelve omsluiten, blijven vlakke tusschenruimten
over, die in het n. o. en o. n. o. het breedst zijn.
Zij zijn met kalmoes en andere waterplanten begroeid, die
aan dezelven tot een eeuwig groen tapijt strekken. Talrijke
eenden verlevendigen den bruinen waterspiegel van het meer;
maar de bewoners van dit eenzaam oord zijn niet slechts eenden,
maar zelfs menschen zijn in deze afzondering doorgedrongen;
wordt men aan de eene zijde slechts de treurige woestijn van
den Tekkel Panggonan gewaar, welks geheimzinnige kolk —
als van ongeluk zwanger — geen dierlijk wezen schijnt te
herbergen, — zoo lacht aan deze zijde den beschouwer een
meertje toe, waarover het gevogelte klapwiekt, en kleine
maisvelden en moestuinen vertoonen zieh (längs de hellingen
opklimmende) aan deszelfs n. oostelijken oever. En in het
midden dezer velden ziet men een paar vriendelijke hutten,
wier bewoners, afgesloten van de geheele wereld, hier een
Stil geluk bij den nieuwen aanbouw trachten te genieten.
De waterspiegel van den Weurdodo ligt 100 voet beneden
het. vlak van Di-eng, en derhalve 760 voet onder het punt
van den Panggonan, waarvan wij de hoogte hebben gemeten.
V . MEHEN. {Telaga, bij de bewoners van oostelijk-Java
Telogo geheeten.)
1°. Telaga Dringo; dit meer ligt in het n. o. van het dorp
-i, I
Iii I
H
J •
; i
I.
t I
'(!
1
I
l\
IS tf
iül I 'Kl