
imi
347
n
Mi
4
!
1 I
hclwclk de bewoners dczcr plaats bczitlen, — liebbcn zij inct
een Vierkanten muur omringd, tcn eiude het waler tegen de
branding der zee te beschütten, waardoor een bekken isgevorrad
geworden, hetwelk door een dam, uit koraalkalk gebouwd, met
het Strand is verbonden.
De goenoeng Morea heeft de gedaante van eenen zacht glooijenden
kegel, welks top gebroken en in een aantal spitsen verdeeld
is, doch welks hellingen met eene zachte en gehjkmatige glooijing
nederwaarts dalen. Tot op eene aamnerkehjke hoogte reiken
de aanplantingen, en eerst op den top des vulkaans worden deze
door aaneengeschakelde wonden verdrongen. — Het schijnt, dat
zieh op dezen berg (door mij niet beklommen) geene sporen
van vulkanische werking meer aan het oog voordoen; te oordeelen
naar de door mij ingewoimen berigten, bestaan er evenmin warme
brennen in den omtrek van denzelven i).
Deze berg kan derhalve een der oudste vulkanen van Java
zijn, welke misschien nog vroeger zijne werking staakte dan de
Oengaran.
Ten opzigte van zijne ligging aan het noorderstrand digt aan
zee, waarin zijn voet als een schiereiland uitsteekt, komthij met
den Ringgit bij Besoeki eenigzins overeen, welke laatste nog
kleiner en geheel verbrijzeld is; als vuUiaan is de Ringgit slechts
bekend uit de berigten, welke Valentijn omtrent denzelven heeft
geleverd, volgens wellten sclu-ijver zijne uitbarsting van 1586
slechts 10,000 menschen van het leven beroofde.
Misschien zijn in den schoot van den Djapara niet minder
noodlottige gebeurtenissen voorbereid geworden dan in dien van
den Ringgit! — Wie is in Staat de gesehiedenis van dezen berg
uit te vorsehen?
Inquirendal Terwijl men van Djapara af, längs de geheele
^•Cl"
') In 1838 bij mijne doorroizo door deze streken längs de noordkust.
De hoogleeraar Roorda van Eyzinga heeft omtrent het „Ontstaan der bergen"
reedseenige berigten medegedeeld, getrokken uit eene javasche kronijk, als b. v.
(Indie, deel III, I gedeelte, bladz. 9-15) „liet geborgte ICendang ontstond,—
de kurkuma verdween en er waren geene nonnen, — van den berg Pandan was een
chronogramma, — maagdenschakers trotseerden den dood, —t e Bawijan stierveu
de wilde zwijnen, —zoo grootals paleispoorten waren de menschen gevormd, —me n •iH-1
"i I