
1
i
uit hct dorp Tjirattong beklommen; de borrelende modderpoo-
Icn hadden eene temperatuur van 112" Fah^ i)
1821. Is hij door den Hoogleeraar P. P. Roorda van Eijsmga
bezoclit «in de stemming» zoo ais zijn HoogGel. zegt, «van
Ossian.), Een heilige priester, cHe de booze geesten door berookingen
verdrijft, vergezelt hem. Hij sterft bijna m den krater
van yrees en schat dezen in zijne angst 700 voet cheper,
dan hij werkelijk is. Hij komt er evenwel gelukkig weder nit,
neemt, boyengekomen, eene yerversching en gaat yeryolgens
tot het beslnit over, dat de nieuwsgierigheid om znlk eenen
krater te bezoeken, toeh eene groote dwaasheid is. (Vergel, zijn
dncUe» boek HI, deel 11, pag. 403. Breda 1842).
1832. Dr. Salomo Müller (Verh. van het Batay. Genootsch. XVI.
pag. 131). ^ ,
1837. In de maand Julij bezocht ik hem in gezelschap yan
Dr A. Fritze, mijn' onyergetelijken yriend en chef^). Wij stechen
onder begeleiding van den Adsistent Resident Nagel, yan
Lmbang — den zuidkant des bergs op. Wij yonden het
borrelende >yater yeel warmer, dan Horsfield yoor 33 jaren.
Daar men echter zelden cligt genoeg bij het water kan komen
en men zieh van een' langen bamboesstaak moet bedienen, om,
door middel daar yan, de thermometers in het water te houden,
ZOO kan wegens het snel dalen yan den thermometer m
het'tijdsyerloop, dat men noodig heeft om hem bij het oog te
brengen, aan znlke waamemingen geene groote waarde
gehecht worden. t. i
1846. 10 Juny. Bestijging yan Dr. M. Bleeker, W. Bosch
en Hofiland yan de noordzijde op, (yan Tingger Agong oyer
Panaroeban en Tjiatter). Zij yonden de yegetatie m de hoogere
streken des yulkaans yerdord, yerbrand en alles met een eentoonig
graauw asch-kleed bedekt. Aan de oost- en noordoost.
zijde waren op die hoogte duizenden groote boomen %n de
rigting van het VT. naar het 0. omgeworpen en gedeelte-
Terh. van hct Batav. Genootscli. D. VIII.
») Wiens rroegtijdig afstevvcn ik diep betrcurdc, toen ¡le hem u. Jnnij 1839 t.
Biitiivia grafwa;ivts geleidde.
üi
fÜl
lijk onder asch en modder begraven; wat nict omgeworpen
en gebroken was, was ten minste verbogen. Alzoo was, waarschijnhjk
door dezelfde oorzaak, even zulk een rnkwind onlstaan,
als bij den Gedeh in Decernber 1840, want ook hier
lagen de boomen van den krater afgewend, — buitenwaarts
nedergeveld. De heer Bleeker vond de Kawa Oepas en de
Solfatara Badak geheel onveranderd, zoo als zij door Müller
en mij beschreven waren, zelfs op den tussehenrug tusschen de
Oepas en Ratoe stonden nog groene Thibaudias; maar de
Kawa Ratoe was van den top tot aan den voet met een
eentoonig, hlaauwachtig-graauw kleed van vulkanische asch
en modder overtogen en de krater was een diepe, onbeklimbaar
steile trechter met gladde wanden, op wiens grond
nog vloeibare modder door dampen, die tot hoog boven den
kraterrand zigtbaar bleven, in beweging gebragt werd.
Volgens de meening van den heer Bleeker «is de moddermassa
over den oost-rand heengestroomd en heeft de voormelde
boomen omgeworpen, terwijl eene uitbarsting van asch deze
Overstrooming begeleidde». De asch-uitstorting was, geloof ik
het /lo^^öJverschijnsel van d^ze geheele uitbarsting, en de modder
bestond slechts uit den voorraad van vloeibare stof in den
krater, wellte immers ook eerst uit (met atmospherisch water
vermengde) asch ontstaat, slechts met die hoeveelheden stof vermeerderd,
die hären oorsprong hebben uit de ontbinding der
rotsen door zwavelzure dampen, en waarvan het hoofdbestanddeel
doorgaans kleiaarde is. Deze modder kan evenwel niet
Over den oost-rand heengestroomd zijn, want, in dat geval zoii
de krater daarmede tot aan den rand gevuld moeten geweest
zijn, en de modder had eerst over den lageren tussehenrug in de
Kawa Oepas moeten stroomen; de heer Bleeker zegt echter zelf,
dat de vegetatie op dezen rüg ongedeerd was! — Hij werd
uitgeworpen, uitgeslingerd, viel uit de lucht neder en veroorzaakte
daardoor (door de terzijde drulddng der lucht) binnen
langwerpige, scherpbegrensde ruimten dien rukwind, aan wiens
kracht de bosschen geen' weerstand konden bieden. Alleen
door de werking van deze kracht op de grootere oppervlakte
Uli"