
. !
I
f- ;
I/. :
i - i .
1 r 1
•4
4
t ' i'
! :
Met uitzondering der beide zandvlakten, is de rand des kralers,
beuevens het grootste gedeelte der gansche kruia met kleine lavabrokstnkken
bedekt, die nu eerst beginnen te verweeren en
waarop menhetbegin van eenigen plantengroei, namelijk,lichenes
ontwaart; het zuidelijke eind is eenige voeten lager dau de
andere zijden, en ligt het digtst by den rand der kruin, ter
plaatse waar deze tegen over den Soembing in de helling des
bergs overgaat; de andere randen van deze kraterkolk zijn door
die vlakke plekken omgeven, welke de oppervlakte der kruin
uitmaken en tusschen welke de krater zieh slechts als eene
verzakking van geringen omvang voordoet. De gemeten middellijn
der kruin van den westzuidwestelijken naar den oostnoordoostelijken
rand (van a tot 6 op Sindoro, Figuur 4) bedraagt
1,200 par. voeten; de breedte van den kratermond, op de plaatsen
waar die het breedst is, ongeveer 200'. Het hoogste, doch
insgelijks vlakke punt van de gansche kruin schijnt in het
eigenlijke midden gelegen te zijn, namelijk, ten noordwesten
van den krater; dit punt schijnt zieh echter niet meer dan 2S'
te verhefFen boven het laagst gelegen gedeelte der kruin, dat
ten noorden van den krater wordt gevonden. Te dier plaatse
ontwaart men, namelijk, tusschen den van lieverlede vlak geworden
oever eene geringe verzakking, welke een ovaalronden
vorm heeft en 10 voet dieper ligt dan het aangrenzende oostwaarts
gelegen plateau; deze verzakking vormt gedurende het
drooge jaargetijde eene zandvlakte, terwijl het water, in den
regen-moesson er eenige voeten hoog op staande, alsdan de
kom in een meer, hooger dan eenig ander op Java, hei-sche^it.
De gemiddelde hoogte van de meeste vlakten der kruin komt
blijkbaar overeen met die van het gemeten punt bij <5, dezelve
is, namelijk, 9,682 voet.
Eene tweede zandvlakte, welke zieh niet veel breeder, maar
des te meer in de lengte uitstrekt, sluit zieh in den vorm eener
halve maan van het noorden naar het zuiden om de noordwestelijke
en westelijke helft van den top; hoewel veel dieper
gelegen dan de aangrenzende streken en op gelijke wijze zamengesteld,
even horizontaal, kaal en glad, als de vroeger beschreven
ff
4
'' ' S
-I
. I • •
i . J
1«
t "•'JI9::-