
I 1^4
m
I -
»Cf
398
It^cn is, clcze lielliag behoort gemeenschappelijk lot dezeii muur
eil toL den slaldtenkegel. Dewijl dezelve is te zamengesteld uit
harde tracliietbrokstakken, uit slakken, uit gebleekte, door
zurc dampen geheel opgeloste steenmassa's, waar tusscheii
hier en daar zwavel wordt aangetroffen, zoo verkrijgt zij daardoor
cen eigenaardig bontkleurig koloriet, gevormd uit
zwarlaclitig grijs, grijs, roodachtig grijs, wit, zwayelgeel,
roodachtig en rood, en doet hij zieh aan het oog voor als
de puinhoop van ingestorte gebouwen, waar tusschen vooral
eene groote menigte tegels en kalk voorkomen.
Slechts op eenige weinige plaatsen blijven i) tusschen den
voet van den slakkenkegel en den muur kleine tusschenruimten,
welke volkomen effen en horizontale aschvlakten vormen; de
grootste derzelven ligt aan den zuidwestelijken voet des kegels,
heeft eene lengte van 90 voet bij 40 voet breedte en is 8,3S2
bovcn de oppervlakte der zee verheven. — De kraterwand
is aldaar 160 voet hoog en biedt tevens de eenige plaats aan,
waar het mogelijk is, om, zonder ladders, op de smalle vooruit
springendegedeelten der rotsen, die met verharde asch overdekt
zijn, in de diepte af te klimmen.
Te rekenen van deze plaats tot aan het westelijke uiteinde
van den muur liggen, namelijk, in de bogten tusschen de uitstekende
rotshoeken nog verscheidene dergelijke vlakten met
fijne, helder grijze asch bedekt, doch geringer van omvang dan
de vorigen; al deze aschvlakten klinken hol, wanneer men
Over dezelven heengaat. Trapsgewijs verhieven zij zieh immer
hooger, zoodat de laatste derzelven, welke het naast aan het
westelijke uiteinde van den muur lag, geschat kon worden 80
voet hooger op te rijzen dan de eerste. De bodem tusschen
dezelve was week, alom met gaten doorboord en op eenige
plaatsen gloeijend heet; op andere plaatsen brak dezelve onder
den voet, terwijl dezelve eiders door het zwavelzuur uit de
dampen voortgebragt, ghbberig was geworden. •—
') De lezer moet niet uit het oog verliezen, dat mijno beschrijviiig den borg voorstclt
golijk hij zieh in 1836 en later in 1838 nog onveranderd vertoonde.
399
Het weateLijke uiteinde van den muur wordt gevormd door
eene onbeklimbare spits, die ter hoogte van verscheidene honderd
voet oprijst en als rotswand insgelijks naar het westen bergafwaarts
dalende (als de zuidelijke grens van de djoerang
Belongkeng) een werkelijke met een scherpen rand voorziene
hoek uitmaakt, waaruit het bewijs is af te leiden, dat het
thans ontbrekende gedeelte van den ringmuur eenmaal plotseling
werd verbrijzeld. Uit het bestaan van dezen scherpen hoek des
muui-s en van gene groote brokstukken van trachiet, — welke
m de aschviakte worden aangetroffen, ter plaatse waar deze het
oostelijke uiteinde van den muur raakt, en welke brokstukken
slechts als verbrijzelde gedeelten van dezen muur afkomstig
kunnen zijn, — kan worden: dat deze zuidelijke muur
oorspronkelijk niet slechts een gedeelte van een cirkel, maar
dat dezelve, — möge het al het geval zijn geweest, dat de ringmuur
niet volkomen aan alle zijden gesloten was, — echter
in zijnen oorspronkelijken vorm uitgestrekter was dan thans.
De kleur van den wand in het westelijke gedeelte was niet
eigenlijk grijs, maar witachtigrood of helder roodachtig grijs en
wanneer nu de wand door den gloed der dampen in een schemerlicht
was gehuld, scheen het als of de rotsen nog in glociijenden
Staat verkeerden.
4". De eruptie- of slakkenkegel van den Merapi. Deze
kegel heeft den vorm van een halven bol en vervult de ruimte,
welke door den nieuwen kratermuur wordt ingesloten, niet slechts
geheel en al, zoodat ter naauwernood plaats overblijft voor de
genoemde kleine aschvlakten, welke als overblijfselen van den '
eigenlijken kraierbodem mögen beschouwd Avorden, maar hij
schijnt insgelijks door zijnen steeds aangroeijenden omvang dezen
muur, op het thans nog aanwezige zuidelijke gedeelte na, te
hebben verbrijzeld. üithoofde deze muur geene onderafdeehngen
heeft, geene verdeeling in enkele lagen, zoo mag worden
verondersteld, dat dezelve bij gelegenheid van eene enkele uilbarsling
is gevormd, als het wäre «aw een stuk is gegoten
gev^'orden, als eene aan alle zijden overvloeijende lava, welk(.-
tot eene enkele laag van 200 voel, dikte stolde. De kruin des