
utl^
i
322
vere zwavel aan; vele rotsbrokken, welke op die plaalsen worden
aangetroffen, zijn door den veeljarigen invloed der zwavelig-zure
dampen vergaan en in eene witte, brokkelige of papaclitige
(veel aluin bevattende) massa verkeerd. Het witte zand van de
noordwaarts gelegene kraterruimte (n". 1 en insgelijks gedeeltelijk
van no. 2.) bestaat uit verbrokkelde lava, door gene vergane
steenmassa's der solfat-ara's (klei), welke het regenwater oploste
en mede afspoelde, wit geverwd.
Alvorens wij tot de beliandeling_ der geschiedenis van den
Soembing overgaan, moeten wij alhier nog van zijne plaatselijke
verhouding tot den Sindoro en den Prahoe gewagen en dezen
dj-iedubbelen vulkaan gezamenlijk als een der duidelijkste voorbeelden
der dwarsche vulkaanrijen op Java doen uitkomen;
deze voorbeelden herhalen zieh menigwerf op Java onder eene
bepaalde verhouding van de rigting, en waar zulks plaats heeft
maken derzelver lengte-assen altijd een gelijken bepaalden hoek
met de lengte-as van het eiland; zij snijden deze lengte-as gewoonlijk
onder een hoek van SS'/a», den meridiaan onder een hoek
van 4bo, en zijn van het noordwesten naar het zuidooslen gerigt-
Wanneer men eene lijn van het middenpunt van Dieng, namelijk,
van het plateau naar het zuiden 401/2° ten oosten trekt, snijdt
zij de spitsen der vulkanen Telerrep, Sindoro en Soembing, die
alle in deze rigting achter elkander liggen; dat deze rigting
eene dwarsche of scheeve met betrekking tot Java, maar eene
evenwijdige met betrekking tot de lengte-as en de lengte-reien
der Vulkanen op Sumatra is, hebben wij reeds in het eerste hoofdstuk
der eerste afdeeling doen opmerken. Men zie aldaar (ailevering
I) blz. 27 en blz. 52.
B. UitbarsUngen. •
Omtrent de uitbarstingen van dezen vulkaan is niets bekend.
C. Reizigers, die den vulkaan hehben bezocht.
Op den 3 Junij, d838, beklommen Dr. Fritze en ik den
berg aan döszelfs noord-noordoostzijde, uitgaande van Kadjepit,
323
hetwelk aan die zijde het hoogst gelegen dorp en 3,876 voet
boven de zee verheven is. —• üithoofde de bergkloven droog
zijn, ZOO is gebrek aan water waarschijnlijk de oorzaak, dat
het hooger gelegen gedeelte des bergs niet bebouwd is. Boschjes
van Cytisus Cajan L., welke veel overeenkomst hebben met
jonge wilgenboomen, maar met gele bloemen bedekt zijn, zetten
aan deze streken siech ts eenen geringen tooi bij. Een weinig'
hooger treft men niets dan wilde grassoorten aan. — De Resident
C. L. Hartmann beyond zieh in ons gezelsehap. Deze
menschenvriend had ook thans wederom niets gespaard, ten
einde ons het onderzoeken van dezen vulkaan gemakkelijk te
maken. Deze werkzame ambtenaar, die zieh met onvermoeiden
ijver bezig houdt met het aanleggen van wegen, en alles
aanwendt wat strekken kan ter bevordering van den aanbouw
en ter verfraaijing zijner residentie, had een weg tot op
de kruin van den Soembing doen aanleggen, die goed genoeg
zou geweest zijn voor de engelen des hemelrijks, in geval het
dezen, gelijk de Javanen eenmaal droomden, weder eens mögt
invallen van hunnen azuren troon naar deze groene wereld af
te dalen. Zoowel in het midden des kraters als op het zuidoostelijke
gedeelte van den kratermuur vonden wij hutten voor
ons opgeslagen, ter plaatse waar op de schets van den Soembing,
Figuur het teeken ,5 staat, en alwaar wij allerlei verfrisschingen
en spijzen vonden. Hetgeen ons echter het meest verheugde,
was de Nederlandsche vlag, welke Hartmann hier op
deze hoog gelegen rotsspits, 10,000 voet boven de oppervlakte
der zee, had doen planten. Een snijdend koude oost- zuidoostewind
deed hare banen luid wapperen. Fritze en ik hurkten
bij een klein vuur naast den vlaggestok neder en zagen verre
boven de wölken heen in het diep onder ons liggend land neder.
Zuidwaarts van ons ontwaarden wij den oceaan, noordwaarts
de reede van Samarang. «Op deze zeeen wiegelden zieh eenmaal
«de schepen dier dapperen, die zelve den weg naar Indie
«zochten, toen de tirannij van Philippus H, hun den handel op
') Volgons Ci-awfurd's Indian Archipelago zou een engel den Soembing kiozen,
om op de aardc ncdor tc dalcn.
I