
* V
r I
.1
I f'
m
i . :
Ii''
156
Jjrokeacn d^^arsdaIn in de kraterkloof doet liet vermoeden ont- -
staan, dat vóór 1822 de geheele krater met water gevuld was.
4. 'water- of slik-uitbarslingen zijn op Java sleclits van die
Vulkanen bekend, in wier krater meren liggen. Behalve de
bovengenoemden behooren nog tot deze soort de liawa Patoeha
en de Telaga bodas, van welke beiden geene uitbarstingen bekend
zijn, dus te zamen zes. De overige talrijke vulkanen, in
't geheel 37, in wier kraters geen water voorhanden is, ondergaan
slechts drooge of vuur-uitbarstingen; deze regel is zonder uitzondering.
i)
Ilet is mogelijk dat de rotskam, door mij dwarsdam genoernd,
het overblijfsel van den Z. 0. kratermuur is, die bijdeuitbarsting
vergruisd werd, ja dit is zelfs zeer waarschijnlijk, wanneer
rnen zieh die daizende, uit traehiet bestaande rotsbrokken
herinnert, die slechts door de vergruizing van belangrijk groote
bergmassa's kunnen zijn ontstaan,.en wanneer men de verklaring
der Javanen niet uit het oog verliest, dat de vorm
des bergs, na de uitbarsting, geheel veranderd was en dat
vroeger op dezelfde plaats, waar nu de ontzettend groote kraterspieet
ligt, slechts een dal bestond. Is deze gissing nu
gegrond en de dwarsdam het overblijfsel van het Z. oostelijke
gedeelte des kratermaurs, dan moet de krater voor 1822 van
alle zijden ingesloten d.i. ketelvormig geweest zijn enmoetwegens
de groote hoogte die de nu nog staande wanden tot ISOO voet
boven den kratergrond bereiken, toen een zeer groot meer
bevat hebben.
Het water van zulk een meer, plotseling zieh uitstortende,
is alleen reeds voldoende om eene groote overstrooraing te
veroorzaken. Het kan reeds vroeger modderig geweest zijn,
ZOO als het water in den Tanlioeban Prauw, en het kan (zoo
als dit in den Telaga bodas en nog sterker bij het heete meer
in den Ihdjeng het geval is) heet geworden zijn zonder te
verdampen, evenmin als zulks bij de twee bovengenoemde
kraters plaats heeft wegens den aanhoudenden toevoer van
') De overige bewijsgronden rindt men bij den Kloet en Idhjeng.
157
versch waler, van de hoogere ringvorniige bergen i'ondoni
afstroomende. Toen het nu, den October des middags,
bij de eerste opstijging der dam^D- en aschkolom in de kraterkolk
opgestuwd werd, kan het zieh met een gedeelte van deze
asch vermengd hebben en gedeeltelijk uitgeworpen en omhoog
geshngerd, gedeeltelijk over den rand geloopen en uitgestroomd
zijn, zonder dat de dam verbrijzeld werd. De berigten vermelden
stelhg, dat deze geheele uitbarsting slechts zeer kort,
len hoogste twee uren^ geduurd heeft.
Toen de uitbarsting bijna geeindigd was, viel len drie
ure behalve slib ook een drooge aschregen. Hoe kon dit
mogelijk zijn, wanneer men aanneemt, dat de asch i-eeds in
het binnenste des vulkaans met water tot slib vermengd was, —
van waar zou dan deze drooge asöh gekonien zijn? Gemakkelijk
en zeer natuurlijk is dit verschijnsel te verklaren, waimeer
men het vroegere bestaan van' een meer in den krater aanneemt •
dit meer geledigd zijnde, werd het eerst mogelijk dat de
uit het binnenste des vulkaans met gloeijend heete dampen
opstijgende asch droog uitgebraakt en hoog in de lucht gedreven
werd. Zij die eenigermate op Java bekend zijn of weten, welke
geweidige verwoestingen jaar in jaar uit ten gevolge der gewone
west-moussonregens door de Bavjers worden aangerigt, zullen
met mij instemmen dat de geweidige stortbuijen welke, door
de verbazende hoeveelheid verdikte dampen, na de eerste uitbarsting
nedervielen en welke, vergezeld van vulkanische donderbuijen
en onophoudelijk de lucht doorklievende bliksemstralen^
dagen lang onafgebroken aanhielden, dat deze de voorname,
ZOO niet de voornaamste oorzaak kunnen geweest zijn der daarop
volgende verwoestingen.
Door deze wolkbreuken kon de kraterkom ook opnieuwmet
water gevuld geworden zijn, het welk wederom verwarmd werd
en zieh met velerlei uitwerpings-^toiFen, vergane steenmassa's
en dergelijke vermengde.
De tweede verwoesting van den 12'^''" October 's avonds
len 7 ure, kan voornamelijk veroorzaakt zijn door de uitbarsling
en uilbraking van dit watei', als wanneer ten gevolge van de
F i U
» Í 1
if